Překlad originálních instrukcí
1 -
CS
57
OBSA sr
ÚVO 1
SYMBOL 1
BE 1
PO 3
PÉČE A ÚD 4
PODMÍ 5
LIK 5
POMOC V PŘ 5
OBR 8-9
ÚVOD
> SPRÁ
· Vý
shodn
· Spotřebič j
-
kovních prostr
nečistoty potřebné použití v
· S p
je možné pr
opískování a my
se nasa
> TECHNICKÉ ÚDAJE
(Zkontrolujte, zda s
štítku)
SY
POZOR!
ním symbolům.
DŮLEŽITÉ
zavřeno
otevřít
JE-LI PŘÍTOMNÁ (en možnost)
DVOJIT
tečnou ochranu elektrický izolá
varování nedot
Výs
BEZPEČNOST
> SPECIFI CKÉ BEZPEČNOSTNÍ
POKY
ZAŘÍZENÍ
•
0 Spotřebič vho
vnějších prostranst
•
02 Po kaž
vodní a ele
•
0 Ne-
škozené jeho důl
ovládače, vys
•
0 T-
užití p-
ce, jako jsou mycí šampony
bázi b
tenzidů. Použití j
-
mick
spotřebiče.
•
0 N
osob, aneb
o
•
0 Proud vody z tr-
vat na me
T
po zemi
ventilů se musí dodr
cm; v opačném p
-
k
je pr
pneumatik
-
bezpeč
•
07POZ T-
k
pokud je používáno nevhodným způ
-
sob
z
-
motný
•
08POZOR: Hadice, přídavná z
spojk
-
če. Používat pou-
k-
žité dbát na ne
jejich nevh
přehybů, nár
•
09 PO Spotřebiče k-
mem A
v chodu p
-
toli. Dojde-
vé vody
•
10 Sp-
řeny systém-
matic Stop S
stan
RE
STORINGEN
OORZAKEN REMEDIES
1. Als u op de schakela-
ar drukt
start de pomp niet.
1. De stekker zit niet goed in het stopcontact.
2. Het stopcontact functioneer
3. De netspanning is onvoldoende.
4. De doorsnede van het verlengsnoer is niet
geschikt.
5. De pomp is geblokkeerd.
1. Steek de stekker op de juiste manier in het stopcon-
tact.
2. Laat het stopcontact nakijken.
3. Controleer of de elektrische installatie geschikt is
4. Raadpleeg de paragraaf over de elektrische aanslu-
iting.
5. Zet de schakelaar op ON en houd daarbij de hendel
van het pistool ingedrukt; als de storing voortduurt
wendt u zich dan tot een erkende servicedienst.
22. Het apparaat start
maar er komt geen
water uit.
6. De pomp, de slangen of de hulpstukken zijn
bevroren.
7. Er wordt geen wat
8. Het waterfilter is verstopt.
9. De sproeier is verstopt.
6. Laat de pomp en de slangen ontdooien.
7. Sluit het apparaat aan op de waterleiding en draai de
kraan open.
8. Demonteer en reinig het filter (zie de paragr
“ONDERHOUD”).
9. Haal de lans van het pistool af en reinig de sproeier
met de meegeleverde speld.
3. De pomp draait
maar er wordt geen
druk
opgebouwd.
10. De hoeveelheid water is onv
11. Het aanzuigfilter is verstopt.
12. Het drukregelventiel (indien voorhanden) staat op de
laagste drukstand.
13. De sproeier van de lans is versleten.
14. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of versleten.
10. Controleer of de wat
bedraagt.
11. Demonteer en reinig het filter (zie de parag
DERHOUD”).
12.
13.
14.Wend u t
4. De werkdruk is
onregelmatig.
15. De sproeier van de lans is verstopt of vuil
16. Er zit lucht in het toevoerwater
17. Het aanzuigfilter is verstopt.
18. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of versleten.
19. De dichtingen zijn versleten.
20. De dichtingen van het drukregelventiel zijn
versleten.
15. Haal de lans van het pistool af en reinig de sproeier met de
meegeleverde speld.
16.
17. Demonteer en reinig het filter (zie de parag
DERHOUD”).
18.Wend u t
19.Wend u t
20.Wend u t
5. De motor slaat plot-
seling af.
21. De overbelastingsbeveiligingsschakelaar van het
apparaat is aangesproken.
22. De doorsnede van het verlengsnoer is niet juist.
21. Laat de motor enkele minuten afkoelen. Als de storing voor-
tduurt wendt u zich dan tot een erkende servicedienst.
22. Raadpleeg de paragraaf over de elektrische aansluiting.
6. Het apparaat lekt water 23. De slanghaspel (indien voorhanden) lekt.
24. De toevoerkoppeling lekt.
25. De pomp lekt.
23. Draai de koppelingen aan; als de storing voortduurt wendt u
zich dan tot een erkende servicedienst.
24. Controleer of de koppeling op de juiste manier gemon
is (zie de afbeeldingen in de paragraaf
25.Wend u t
7. Het apparaat maakt
abnormaal lawaai.
26. Het aanzuigfilter is verstopt.
27. De temperatuur van het inlaatwater is te hoog
28. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of
versleten.
29. De lagers zijn versleten.
26. Demonteer en reinig het filter (zie de parag
DERHOUD”).
27.
28.Wend u t
29.Wend u t
8. Er zit water in de olie.. 30. De dichtingsringen zijn versleten. 30.Wend u tot een erkende servicedienst.
9. Het apparaat start op-
nieuw terwijl het pistool
losgelaten is (uitvoerin-
gen met A.S.S.).
31. Er lekt water uit de aansluiting slang - pistool (met
uitzondering van de modellen die geleverd w
reeds aangesloten slang en pistool).
32. Er zit lucht in het toevoerwater
33. Er lekt water uit het pistool.
34. Er lekt water uit de pomp
31. Draai de aansluiting vast en maak daarbij gebruik van 2
Engelse sleutels.
32.
33.Wend u t
34.Wend u t
10. Het apparaat zuigt
geen reinigingsmiddel
aan.
35. De tank is leeg.
36. De knop van de lans staat op de hogedrukstand
(indien voorhanden).
37. De doorzichtige aanzuigslang is beschadigd of
losgeraakt.
35.
36. Zet de knop op de lagedrukstand door de knop in de
richting van de sproeier te trekken.
37. Sluit de slang weer aan. Als de storing voortduurt wendt u
zich dan tot een erkende servicedienst.
11.Bij het inschakelen van
de brander slaat
verbrandingsketel niet
aan.
38.Diesel ontbreekt
39.Dieselfilter verstopt
40.Dieselpomp gebrokeerd of verbrand
41.Thermostaat kapot
42.Ontstekeing te zwak of ontbreekt
43.Onjuiste afstand tussen electrodes
38.het niveau in de tank controler
schoon is.
39.Het kleine filter vervangen.
40.Vervangen.
41.Vervangen.
42.Wend u t
43.
