Dompel apparaat, snoer of stekker nooit in water of andere vloeistof
en raak het apparaat nooit met natte handen of voeten aan.
Plaats het apparaat niet in een open raam i.v.m. regen, niet op natte
oppervlakken en voorkom dat er vocht op wordt gemorst.
Hang niets over of aan de ventilator en gebruik hem niet in de
nabijheid van gordijnen, kleding of andere materialen die de motor
kunnen doen vastlopen. Dat kan oververhitting of brand tot gevolg
hebben.
Let op dat lang haar niet in de ventilator wordt gezogen.
Houd de aanzuig- en uitblaasrooster schoon en stofvrij en zorg voor
minimaal 30 cm. vrije ruimte rondom de ventilator.
Zorg ervoor dat er zich geen objecten in de buurt van de ventilator
bevinden die de oscillatie (zwenken) kunnen verhinderen.
Steek nooit een vinger, pen, stokje of wat voor voorwerp dan ook
door het beschermrooster de werkende ventilator in!
Spuit geen middelen (anti-insect, schoonmaak of wat dan ook) op of
in de ventilator; dat kan lichamelijke klachten veroorzaken (i.h.b. bij
kinderen!) of onderdelen beschadigen.
Bewaar of gebruik het apparaat niet:
- Op plaatsen waar het nat kan worden of in water kan vallen
- In de buurt van licht-ontvlambare-, explosieve- of gasvormige
stoffen. Een vonkje uit de schakelaar zou die kunnen doen
ontbranden.
- In de buurt van zuren, alkali, olie en andere stoffen die corrosie
kunnen veroorzaken.
Sluit de ventilator niet aan op een timer of een dimmer.
Gebruik de ventilator niet bij temperaturen boven de 40 graden
Celsius, niet in de buurt van verwarmingsapparatuur en niet in
stoffige ruimtes.
Neem altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de ventilator
verplaatst, schoonmaakt of er onderhoud aan uitvoert. Doe dat ook
wanneer de ventilator niet in gebruik is. Pak de stekker daartoe in de
hand; trek nooit aan het koord!
Wees ervan overtuigd dat de stekker uit het stopcontact is genomen
voordat u het beschermrooster van de ventilator verwijderd voor
schoonmaak- of onderhoud werkzaamheden.
Neem na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en personen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vermogens
of gebrek aan ervaring en kennis als ze toezicht hebben gekregen of
instructies over het gebruik van het apparaat op een veilige manier
en begrijpen de gevaren die ermee gepaard gaan.