106 / De indicaties
De indicaties
De functie-indicaties
2.1 In de opnamefunctie
2.1.1 Belichtingsprogramma
a
P
Programma-automaat
b
A
Tijdautomaat
c
T
Diafragma-automaat
d
M
Handmatige instelling van sluitertijd en
diafragma
e
ü
Video-opnamen
2.1.2
Flitsprogramma van het ingebouwde flitsapparaat
(rood knipperend als flitser niet paraat is, rood oplichtend
bij vasthouden drukpunt van de ontspanner en geactiveerd
flitsapparaat [niet in programma g], anders wit [geel in pro-
gramma f]; bij video-opnamen automatische omschakeling
naar programma g, alleen programma g met geplaatst
extern flitsapparaat)
a
D
automatische flitsinschakeling
(niet met belichtingsprogramma
M
)
b
E
automatische flitsinschakeling met
voorflits
(niet met belichtingsprogramma
M
, resp. syn-
chronisatie op het einde van de belichtingstijd)
c
K
handmatige flitsinschakeling
d
M
handmatige flitsinschakeling met
voorflits
(niet met synchronisatie op het einde van de
belichtingstijd)
e
J
automatische flitsinschakeling met
langere sluitertijden
(niet met belichtingsprogramma’s T/M)
f
P
automatische flitsinschakeling met
voorflits en langere sluitertijden
(niet met belichtingsprogramma’s T/M, resp.
synchronisatie op het einde van de belich-
tingstijd)
g
I
flits uitgeschakeld en/of niet uitge-
klapt
2.1.3 Witbalans
(gaat uit bij omschakeling naar video-opnamen)
ageen indicatie: automatische instelling
b
c
voor daglicht
c
d
voor bewolkte hemel
d
e
voor halogeenverlichting
e
f
voor elektronenflitsers
f
g
voor zwart/wit-opnamen
g
h
voor handmatige instelling
(b/c/d/e/g verschijnen rood, afhankelijk van
eventueel extra handmatige fijnafstemming
[voor warmere kleurweergave] of blauw [voor
koelere kleurweergave], anders wit)
2.1.1 2.1.2 2.1.3
2.1.9
2.1.4 2.1.5
2.1.19
2.1.25
2.1.182.1.202.1.212.1.23 2.1.22
2.1.6 2.1.8
2.1.14
2.1.15
2.1.16
2.1.17
2.1.37
2.1.36
2.1.34
2.1.30
2.1.29
2.1.28
2.1.27
2.1.31
2.1.26
2.1.11 2.1.12 2.1.13