Uitvoerige handleiding/ De weergavefunctie / 177
• Het submenu verschijnt.
Opmerking: Dit submenu verschijnt alleen als
reeds DPOF-markeringen voor printopdrachten
(zie pag. 162) gelden. Als dit niet het geval is, kunt
u doorgaan met punt 6.
Printen van afzonderlijke afdrukken
4. Kies door het indrukken van de linker- of rechter-
rand van de kantelknop (1.30) SINGLE PICTURE/
de afdruk van een enkele opname.
5. Roep door indrukken van de onderrand van de
kantelknop het volgende monitorbeeld op.
• PLEASE SELECT THE PICTURE TO PRINT
verschijnt ca. 2s.
6. Kies door het indrukken van de linker- of rechter-
rand van de kantelknop de gewenste opname.
7. Roep door indrukken van de onderrand van de
kantelknop het volgende monitorbeeld op.
De volgende bedieningsstap is alleen nodig als u meer
dan één kopie van de gekozen opname wilt afdrukken.
Als dit niet het geval is, kunt u direct doorgaan met
punt 10.
8. Druk op de bovenrand van de kantelknop om in de
regel COUNT te komen.
9. Kies door het indrukken van de linker- of rechter-
rand van de kantelknop het gewenste aantal
afdrukken.
10.Roep door indrukken van de onderrand van de
kantelknop het volgende monitorbeeld op.
11.Kies door indrukken van de linkerrand van de kan-
telknop YES als u het ingestelde aantal van de
gekozen opname wilt afdrukken, resp. herroep uw
beslissing en kies NO door indrukken van de rech-
terrand van de kantelknop als dit niet het geval is
(bijv. om het aantal te wijzigen).
• De telkens ingestelde variant is geel gemar-
keerd.
12.Het afdrukken van het beeld vindt plaats door
indrukken van de onderrand van de kantelknop.
• Op de monitor wordt het ingestelde aantal als-
ook het aantal reeds geprinte afdrukken opge-
somd.
Opmerkingen:
• Het printproces kan te allen tijde door indrukken
van de MENU-knop (1.25) worden afgebroken.
• Als meer dan 255 afdrukken zijn geprint, veran-
dert de indicatie op de monitor in —-.
Printen van alle met DPOF-markering ingestelde
afdrukken
4. Kies door indrukken van de linker- of rechterrand
van de kantelknop DPOF/het printen van alle
taken die met DPOF-markering (
T
, 2.2.2) op de
kaart zijn opgeslagen.
De overige bediening vindt plaats zoals hiervoor in de
punten 10 tot en met 12 is beschreven.