128
Geschikte flitsapparaten
Met zijn compacte afmetingen en zijn op de came-
ra afgestemde design is de LEICA SF 20/SF 24D
bij
uitstek geschikt. Dankzij de vast ingebouwde flit-
servoet met de bijbehorende extra regel- en sig-
naalcontacten, die bedoeld zijn voor de automati-
sche overdracht van een reeks gegevens en in-
stellingen, is hij zeer gemakkelijk te bedienen. Bo-
vendien biedt hij een aantal interessante extra
functies.
Op de LEICA M7 kunnen echter ook alle andere
gangbare flitsapparaten met genormeerde flitser-
stekkers (centrale stekkers) alsmede opzet-flits-
apparaten met genormeerde flitservoet geplaatst
en via het midden-/X-contact (21a) ontstoken
worden. Wij adviseren het gebruik van moderne
thyristor-gestuurde elektronenflitsers.
Plaatsen en aansluiten van het flitsapparaat
Op de LEICA M7 hebt u de keuze uit twee flits-
aansluitingen:
Een flitsschoen (21) met midden(ontstekings)-
(21a) en stuurcontacten (21b) voor alle flitsap-
paraten met genormeerd flitsvoetje.
Belangrijk: Bij het plaatsen van een flitsapparaat
in de flitserschoen van de LEICA M7 moet u erop
letten dat de voet van het flitsapparaat geheel in-
geschoven en, indien aanwezig, met de klemmoer
wordt geborgd om per ongeluk eruit vallen te
voorkomen. Dit is vooral bij flitsapparaten met ex-
tra regel- en signaalcontacten alleen al daarom
belangrijk omdat positieverschuivingen in de flit-
serschoen kunnen leiden tot onderbreking van de
vereiste contacten en daardoor tot disfunctione-
ren.
Aan de achterkant van de camera vlak onder
de flitserschoen is een contactbus (23, = X-
contact) voor de aansluiting van flitsapparaten
via kabelverbinding.
Beide aansluitingen kunnen gelijktijdig voor de
ontsteking van meerdere flitsapparaten worden
gebruikt.
Opmerking: Schakel camera en flitsapparaat uit
voordat u het flitsapparaat aanbrengt.