35
Opmerking:
De in de volgende twee alinea's beschreven opties en instellingen heb-
ben alleen betrekking op opnamen in een van de JPEG-formaten. Als
u een van de beide DNG-bestandsformaten hebt vastgelegd, zijn de
betreffende menu-opties niet beschikbaar. U kunt met uw computer
later zelf aanpassingen maken.
Beeldeigenschappen / contrast, scherpte, kleurverzadiging
Alle drie beeldeigenschappen kunnen – onafhankelijk van elkaar - via het
menu elk op drie niveaus worden ingesteld, zodat u ze optimaal aan de
betreffende situatie, d.w.z. aan de aanwezige lichtomstandigheden kunt
aanpassen. In het geval van
Saturation kunt u als vierde variant ook B & W
kiezen.
Instellen van de functies
1. Selecteer in het menu, in het gedeelte
IMAGE (zie p. 16/26), Contrast
(5.15), resp.
Sharpness (5.16), resp. Saturation (5.17) en
2. in het betreffende submenu het gewenste niveau (
low, Standard, High).
Kleurruimte
De Leica S kan op een van deze drie kleurruimten worden ingesteld,
d.w.z.
sRGB, Adobe RGB of ECI RGB 2.0.
Instellen van de functie
1. Selecteer in het menu, in het gedeelte
IMAGE (zie p. 13/26) Color
Management
(5.14) en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste functie.
Opslag van beeldgegevens / geheugenkaartenbeheer
Indien u twee geheugenkaarten in de camera hebt gestopt (zie p. 21),
kunt u met de Leica S kiezen,
- of de beeldgegevens eerst op een van de beide kaarten moet worden
opgeslagen tot de capaciteitsgrens is bereikt en daarna op de andere
kaart -
Sequential, of
- altijd gelijktijdig op beide -
Parallel, of
- dat de beeldgegevens direct via een kabel naar een computer moeten
worden overgedragen -
External.
Instellen van de functie
1. Selecteer in het menu, in het gedeelte
SETUP (zie p. 17/26) Data
Storage
(5.18) en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste functie.
Opmerkingen:
• Als u
Sequential hebt ingesteld:
- de beeldgegevens worden eerst op de CF-kaart opgeslagen en dan,
als de capaciteitsgrens is bereikt, op de SD/SDHC/SDXC-kaart.
- als er alleen maar een SD/SDHC/SDXC-kaart in de camera zit, zullen
de beeldgegevens vanzelf daarop worden opgeslagen.
Dit is onafhankelijk van de ingestelde bestandsformaten (zie p. 32).
Als u
Parallel en beide bestandsformaten hebt ingesteld:
- de DNG-bestanden worden in principe altijd op de CF-kaart opgesla-
gen en de JPEG-bestanden op de SD/SDHC/SDXC-kaart.
Als er maar één kaart in de camera zit (doet er niet toe welke), zullen
alle beeldgegevens daarop worden opgeslagen.
• Wanneer de camera met een computer wordt verbonden, schakelt
deze automatisch om op
External en zodra de verbinding wordt verbro-
ken, weer terug in de oorspronkelijke instelling.