NL-3
kabels het product verlaten.
AARDING BUITENANTENNE: Als een buitenantenne is aangesloten op het product, zorg er
dan voor dat de antenne geaard is zodat ze beschermd is tegen spanningsfluctuaties en
opgebouwde statische ladingen. Artikel 810 van de National Electrical Code. ANSI/NFPA 65.
verschaft informatie over de gepaste aarding van de mast en de ondersteuning, de aarding
van de inkomende kabel van de antenne-ontladingseenheid, de grootte van de aardegeleiders,
de locatie van de antenne-ontladingseenheid, de aansluiting van de aarde-elektroden en
vereisten voor de aarde-elektroden. Zie Figuur B
ONWEER: Haal de stekker uit het stopcontact en koppel de antenne of het kabelsysteem los
voor extra bescherming bij onweer, of als het apparaat voor langere tijd zonder toezicht blijft of
niet wordt gebruikt. Dit zal schade aan het product door bliksem en stroomstoten voorkomen.
ELECTRICITEITSLIJNEN: Een buitenantenne mag niet nabij bovengrondse
elektriciteitslijnen of andere licht- of elektriciteitscircuits liggen, of op plaatsen
waar het op dergelijke lijnen of circuits zou kunnen vallen. Let bij het
installeren van de buitenantenne erg op dat u deze elektriciteitslijnen en
circuits niet aanraakt, omdat contact daarmee fataal kan zijn.
OVERBELASTING: Overbelast de stopcontacten, verlengkabels of
contactdozen niet, omdat dit kan resulteren in een kans op brand of elektrische schokken.
VOORWERPEN EN VLOEISTOF: Steek geen voorwerpen in het apparaat via de
ventilatieopeningen of andere gaten van het apparaat, omdat deze in aanraking kunnen
komen met gevaarlijke spanningspunten of kortsluiting kunnen veroorzaken, hetgeen kan
leiden tot brand of elektrische schokken. Knoei nooit vloeistof op het product.
ONDERHOUD: Probeer het product niet zelf te onderhouden, omdat het openen of
verwijderen van de behuizing u bloot kan stellen aan gevaarlijke spanning of andere gevaren.
Laat al het onderhoud over aan gekwalificeerd personeel.
SCHADE DIE ONDERHOUD VEREIST: Haal de stekker uit het stopcontact en neem contact
op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel onder de volgende omstandigheden:
- Als het netsnoer of de stekker is beschadigd
-Als er vloeistof is gemorst of voorwerpen in het product zijn gevallen
-Als het product is blootgesteld aan regen of water .
-Als het product niet normaal werkt terwijl de instructies in de handleiding worden gevolgd.
Pas alleen instellingen aan die in de handleiding worden behandeld, omdat het onjuist
aanpassen van instellingen kan leiden tot schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek door
een erkend servicemonteur vereist om het apparaat weer normaal te laten functioneren
-Als het product is gevallen en op enige manier is beschadigd
" Als het product een duidelijke verandering in prestaties vertoont, dan geeft dit aan dat
onderhoud nodig is.
RESERVEONDERDELEN: Wanneer er reserveonderdelen nodig zijn, zorg er dan voor dat uw
onderhoudsmonteur onderdelen gebruikt die worden aanbevolen door de fabrikant of die
dezelfde eigenschappen hebben als het originele onderdeel. Niet overeenkomstige
onderdelen kunnen leiden tot brandgevaar, elektrische schokken of andere gevaren.
VEILIGHEIDSTEST: Vraag de onderhoudsmonteur om veiligheidstesten uit te voeren nadat
het onderhoud of de reparatie van het apparaat voltooid is om er zeker van te zijn dat het
product weer in goede gebruiksstaat is.
BEVESTIGEN AAN WAND OF PLAFOND: Het product mag niet aan de wand of het plafond
worden gemonteerd
WARMTE: Houd het product uit de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren,
verwarmingsbuizen, ovens of andere producten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
OPMERKING:
a. Als de stekker of een koppelapparaat wordt gebruikt om het apparaat los te koppelen van
het lichtnet, zorg er dan voor dat de stekker of het koppelapparaat eenvoudig te bereiken zijn.
b. Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan druppend of spattend water. Plaats ook
geen voorwerpen gevuld met vloeistof, zoals vazen, op het apparaat.