8. Breng het afdekplaatje van het geheugencompartiment weer aan en draai
de schroeven vast.
9. Zet de batterij weer op zijn plaats.
10. Draai de computer om en sluit de AC-adapter en alle kabels aan op de
computer.
Om te controleren of de geheugenmodule goed is geïnstalleerd, gaat u als
volgt te werk:
1. Zet de computer aan.
2. Druk op de ThinkVantage-knop zodra het bericht “Druk op de blauwe
ThinkVantage-knop om de normale opstartprocedure te onderbreken”
links onder op het scherm wordt afgebeeld. Het scherm van Rescue and
Recovery wordt geopend.
3. Klik op Naar het BIOS gaan. Het bericht ″Systeem moet opnieuw worden
gestart″ wordt afgebeeld.
4. Klik op Ja. Het systeem wordt opnieuw opgestart en het scherm van het
programma BIOS Setup Utility verschijnt. Bij “Installed memory” kunt u
zien wat de totale hoeveelheid geïnstalleerd geheugen in uw computer is.
Geheugenmodules vervangen
Hoofdstuk 5. Apparaten upgraden en vervangen 43