Voer een van de volgende handelingen uit om laden te ontkoppelen van een printer die op de computer is aangesloten:
• Voor Windows-gebruikers: open het menu Papier via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen. Wijzig
de instellingen voor Papierformaat en Papiersoort van de lade, zodat deze niet overeenkomen met de instelling
van een andere lade.
• Voor Macintosh-gebruikers: open het menu Papier via de Printerinstellingen. Wijzig de instellingen voor
Papierformaat en Papiersoort van de lade, zodat deze niet overeenkomen met de instelling van een andere lade.
Let op—Kans op beschadiging: Wijs geen papiersoortnaam toe die de in de lade geplaatste papiersoort niet nauwkeurig
omschrijft. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als een verkeerde
papiersoort is geselecteerd, wordt het papier mogelijk niet goed verwerkt.
De naam van een aangepaste papiersoort aan een lade toewijzen
Wijs een naam voor Aangepast <x> toe aan een lade om deze te koppelen of een koppeling te verwijderen. Wijs dezelfde
naam toe aan elke lade die u wilt koppelen. Alleen laden waaraan dezelfde aangepaste naam is toegewezen, worden
gekoppeld.
1 Voer de volgende stappen uit:
• Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de Embedded Web Server openen door het IP-adres van
de printer op te geven in de adresbalk van uw webbrowser.
• Als de printer op een computer is aangesloten met een USB-kabel of een parallelle kabel, opent u het menu
Papier via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen voor Windows of Printerinstellingen voor
Macintosh.
2 Klik op Settings (Instellingen) en op Paper Menu (Menu Papier).
3 Klik op Custom Name (Aangepaste naam) en geef de naam voor het papier op.
4 Klik op Submit (Verzenden).
5 Selecteer een Aangepast <x>-naam.
6 Controleer of de juiste Papiersoort aan de aangepaste naam is gekoppeld.
Opmerking: Normaal papier is de papiersoort die standaard aan alle namen voor Aangepast <x> en aangepaste
door de gebruiker gedefinieerde namen is gekoppeld.
7 Klik op Submit (Verzenden).
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
49