3 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk. Tijdens de installatie:
a Maak een netwerknaam of SSID voor het netwerk met de computer en de printer.
b Schrijf de naam van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters.
c Open het lijst voor het beveiligingstype, selecteer WPA2-Personal of WEP en maak een WPA-wachtwoord of
WEP-beveiligingssleutel.
Het WPA-wachtwoord moet bestaan uit het volgende:
• 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden
weergegeven. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
of
• Exact 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
WEP-sleutels moeten de volgende kenmerken hebben:
• Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden
weergegeven.
of
• Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
d Schrijf het wachtwoord van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele
hoofdletters.
Windows Vista schakelt het ad-hocnetwerk in. Het netwerk wordt weergegeven bij de beschikbare netwerken in
het dialoogvenster Verbinding met een netwerk maken. Dit geeft aan dat de computer is geconfigureerd voor het
ad-hocnetwerk.
4 Sluit het Configuratiescherm van Windows en eventuele andere vensters.
5 Plaats de installatiesoftware-cd in de computer en volg de aanwijzingen voor draadloze installatie.
Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
6 Wanneer de beschikbare netwerken worden weergegeven, geeft u de netwerknaam en beveiligingsgegevens op
die u hebt gemaakt. Het installatieprogramma configureert de printer voor gebruik met de computer.
7 Bewaar een kopie van de netwerknaam en de beveiligingsgegevens op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst
weer kunt gebruiken.
Opmerking: mogelijk moet u op een computer met Windows Vista opnieuw verbinding maken met het ad-hocnetwerk
nadat de computer opnieuw is opgestart.
Windows XP:
1 Klik op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindingen > Netwerkverbindingen.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding.
3 Klik op Inschakelen als deze optie wordt weergegeven in het voorgrondmenu.
Opmerking: als Uitschakelen wordt weergegeven, is de draadloze verbinding al ingeschakeld.
4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding.
5 Klik op Eigenschappen > tab Draadloze netwerken.
Opmerking: Als de tab Draadloze netwerken niet wordt weergegeven, is er software van derden op de computer
geïnstalleerd waarmee de instellingen voor draadloze netwerken wordt beheerd. U moet deze software gebruiken
om het draadloze ad-hocnetwerk in te stellen. Raadpleeg de documentatie bij deze software van derden voor meer
informatie.
Netwerk
101