Opmerkingen:
• Wanneer u de huidige afbeelding wilt bekijken, klikt u op Bekijk huidige waarde onder het veld Aangepaste
afbeelding.
• Als u de aangepaste afbeelding wilt herstellen, selecteert u het selectievakje Herstellen naar
standaardwaarde en klikt u op Toepassen.
• Wanneer u geen aangepaste achtergrondafbeelding op het beginscherm wilt gebruiken, selecteert u een van
de andere opties onder Achtergrondafbeeldingen en klikt u op Toepassen.
De achtergrondafbeelding van het beginscherm wijzigen met het
bedieningspaneel van de printer.
1 Raak het pictogram Achtergrond wijzigen aan op het beginscherm.
2 Selecteer de achtergrond die u wilt gebruiken en klik op Toepassen.
De achtergrondafbeelding van inactief scherm wijzigen met de
Embedded Web Server
1 Klik vanuit de Embedded Web Server op Instellingen ªGeïntegreerde oplossingen ª Achtergrond en Niet-
actief scherm ªConfigureren.
2 Onder Achtergrond beginscherm selecteert u naast Achtergrondafbeelding de afbeelding die u wilt gebruiken.
3 Klik op Toepassen.
Afbeeldingen voor inactief scherm toevoegen
1 Klik vanuit de Embedded Web Server op Instellingen ªGeïntegreerde oplossingen ª Achtergrond en Niet-
actief scherm ªConfigureren.
2 Klik naast de afbeeldingen voor het inactieve scherm op Toevoegen.
3 Voer een afbeeldingsnaam in.
4 Klik naast Afbeelding op Bladeren.
5 Blader naar de grafische afbeelding die u wilt gebruiken en klik vervolgens op Open (Openen).
6 Klik op Toepassen.
7 Herhaal stap 3 t/m 6 om extra afbeeldingen voor het inactieve scherm toe te voegen.
Opmerking: U kunt maximaal tien afbeeldingen voor het inactieve scherm toevoegen.
8 Klik op Toepassen.
9 Klik op Toepassen.
Opmerkingen:
• Wanneer u de huidige afbeelding wilt bekijken, klikt u op Bekijk huidige waarde onder het veld Afbeelding.
• Als u de afbeelding wilt herstellen, selecteert u het selectievakje Herstellen naar standaardwaarde en klikt u
op Toepassen.
Toepassingen van het beginscherm instellen en gebruiken
58