Gebruik fotopapier
U moet fotopapier gebruiken voor afdrukken zonder rand. Er worden smalle marges afgedrukt wanneer u de functie
Zonder rand selecteeert wanneer u afdrukt op normaal papier.
Controleer of het papierformaat overeenkomt met de instelling van de printer
1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
2 Klik op Eiegenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3 Klik op Papierinstellingen.
4 Controleer het papierformaat.
Lage afdruksnelheid
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verhoog de verwerkingssnelheid van de computer
• Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
• Gebruik minder afbeeldingen of kleinere afbeeldingen in het document.
• Verwijder zo veel mogelijk ongebruikte lettertypen van het systeem.
Voeg geheugen toe
Ga na of u het RAM-geheugen van de computer moet uitbreiden.
Selecteer een lagere afdrukkwaliteit
1 Klik in het programma op Bestand Afdrukken.
2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3 Klik op Kwaliteit/exemplaren.
4 Selecteer een lagere afdrukkwaliteit in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Verwijder de software en installeer de software opnieuw
Zie voor meer informatie “Verwijder de software en installeer de software opnieuw” op pagina 103.
Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk afgedrukt
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer hoe het document is geplaatst
Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat is
geplaatst.
Controleer het papierformaat
Zorg dat het formaat van het papier in de printer overeenkomt met het formaat van het document of de foto die u
hebt geselecteerd.
88