2-1. Rijprocedures
Voer onderstaande handelingen uit wanneer u de elektronische sleutel bij u
draagt om de motor te starten of de standen van de startknop te wijzigen.
■ Starten van de motor
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P is gezet.
Ga op de bestuurdersstoel zitten en trap het rempedaal stevig in.
Het controlelampje in de startknop gaat groen branden.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Blijf het rempedaal ingetrapt hou-
den totdat de motor aanslaat.
De motor kan vanuit iedere stand
worden gestart.