24
Problemen Oplossen
Kijk de volgende gids na voor mogelijke oorzaak van een probleem vooraleer zich tot de service te wenden.
Symptoom
Geen stroom.
Toestel is ingeschakeld
maar werk niet.
Geen beeld.
Er is geen geluid of
alleen een geluid op
een zeer zwakke
sterkte.
Het beeld is van slechte kwaliteit.
Het toestel start het
afspelen niet.
Er wordt een zware
bromtoon of ruis
gehoord.
Correctie
• Steek de netvoedingskabel in het
stopkontakt.
• Steek een disc in het apparaat. (Ga na
of de DVD of audio CD indicator in het
DVD venster oplicht.)
• Selecteer de juiste video inputmodus op
het TV zodat het beeld van het toestel
op het TV scherm wordt getoond.
• Sluit de videokabel goed aan in de
contactbussen.
• Schakel de TV in.
• Selecteer de juiste input modus van de
audio ontvanger zodat u het geluid van
het toestel kunt horen.
• Sluit de audiokabel goed aan in de
contactbussen.
• Schakel het apparaat verbonden met de
audiokabel in.
• Vervang dit.
• Reinig de disc.
• Steek een disc in. (Ga na of de DVD, of
audio CD indicator in het DVD venster
oplicht.)
• Steek een speelbare disc in. (Controleer het type van de
disc, het kleursysteem en de regionale code.)
• Steek de disc met de speelkant naar
onder.
• Steek de disc in de disc lade in de
leidraad.
• Reinig de disc.
• Druk op SETUP toets om het menu
scherm uit te schakelen.
• Wis de classificatie functie uit of
verander het classificatie niveau.
• Maak de disc schoon.
• Sluit de luidsprekers en de
componenten goed vast aan.
• Verplaats uw TV, zodat deze verder van
de geluidscomponenten staan
Oorzaak
• De netvoedingskabel is niet
aangesloten.
• Er zit geen disc in.
• De TV is niet ingesteld om het DVD
signaal te ontvangen.
• De videokabel is niet goed aangesloten.
• De verbonden TV is niet ingeschakeld.
• De apparatuur verbonden met de
audiokabel is niet ingesteld om DVD
signalen te ontvangen.
• De audiokabels zijn niet goed
aangesloten.
• Het apparaat verbonden met de
audiokabel is uitgeschakeld.
• Het geluidssnoer is beschadigd.
• De disc is vuil.
• Er zit geen disc in.
• Een onspeelbare disc werd ingestoken.
• De disc zit omgekeerd.
• De disc zit niet in de leidraad.
• De disc is vuil.
• Er staat een menu op het TV scherm.
• De classificatie is ingesteld.
• De disc is vuil.
• De luidsprekers en de componenten
zijnniet goed verbonden.
• Het toestel bevindt zich te dicht bij de
TV.