15
ebruik van de wasmachine
G
1. Keuze centrifugeersnelheid
Centrifugeren ( )
• Door op de centrifugeerknop te
drukken kan de centrifugeersnelheid
ingesteld worden.
• De volgende centrifugeersnelheid is
beschikbaar, afhankelijk van het
programma:
• WD-16340(5)FD / WD-16330(5)FDN
-
Katoen, Spoelen en centrifugeren, Snel 30‘
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
-
1200–1400–1600
- Synthetisch, Wol/Zijde, Handwas
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
- Fijn
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
• WD-14340(5)FD / WD-14330(5)FDN
-
Katoen, Spoelen en centrifugeren, Snel 30‘
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
-
1200–1400
- Synthetisch, Wol/Zijde, Handwas
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
- Fijn
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
• WD-12340(5)FD / WD-12330(5)FDN
-
Katoen, Spoelen en centrifugeren, Snel 30‘
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
-
1200
- Synthetisch, Wol/Zijde, Handwas
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
-
1000
- Fijn
Niet Centrif.
-
400
-
600
-
800
2. Niet Centrifugeren ( )
• Als er geen centrifugeersnelheid
ingesteld is, stopt de wasmachine nadat
het water weggepompt is.
Als het controlelampje brandt, is de functie
geselecteerd.
Alleen centrifugeren:
1. Druk de Inschakelen-knop in.
2. Kies de gewenste centrifugeersnelheid door
de Centrifugeerschijf af te stellen.
3. Houd Start/Pause ongeveer drie seconden
ingedrukt
(400–600–800–1000–1200–1400–1600)
[WD-16340(5)FD / WD-16330(5)FDN]
[WD-14340(5)FD / WD-14330(5)FDN]
(400–600–800–1000–1200–1400)
[WD-12340(5)FD / WD-12330(5)FDN]
(400–600–800–1000–1200)