2) Om meer diamodellen toe te voegen, klik op de knop Laden om het dialoogvenster Dia-
ontwerp laden te openen (Afbeelding 28).
3) Kies in het dialoogvenster Dia-ontwerp laden het sjabloon waarvan u het diamodel wilt
laden en klik op OK.
4) Klik nogmaals op OK om het dialoogvenster Dia-ontwerp te sluiten.
5) De diamodellen in het geselecteerde sjabloon worden nu in de subsectie Beschikbaar voor
gebruik van het gedeelte Hoofdpagina's getoond.
Opmerking
De diamodellen die u hebt geladen zullen ook de volgende keer dat u de presentatie
opent beschikbaar zijn. Als u de ongebruikte diamodellen wilt verwijderen, selecteert u
het diamodel en klikt u op Model verwijderen op de werkbalk Modelweergave.
Wanneer het diamodel niet in de presentatie werd gebruikt, staat het ook niet in de lijst
van beschikbare diamodellen.
Tip
Om uw presentatiebestand zo klein mogelijk te houden kunt u best het aantal
diamodellen beperken.
Een diamodel bewerken
De volgende items kunnen gewijzigd worden in een diamodel:
• Achtergrond (kleur, kleurovergang, arcering of bitmap).
• Achtergrondobjecten (bijvoorbeeld een logo of decoratieve afbeeldingen).
• Afmetingen, plaatsing en inhoud van de elementen voor kop- en voettekst, om op elke dia
te verschijnen.
• Grootte en plaatsing van de standaard frames voor dia-titels en de inhoud.
Werken met diamodellen en opmaakprofielen | 37