Elk paneel bestaat uit een Titelbalk en één of meerdere gedeeltes voor inhoud. Werkbalk- en
Zijbalkpanelen delen veel functies. Bijvoorbeeld, de knoppen om tekst vet of cursief te maken
komen voor op de werkbalk Opmaak en in het gedeelte Teken van het paneel Eigenschappen van
de Zijbalk.
Sommige panelen bevatten een knop Meer opties en als u daarop klikt, opent een
dialoogvenster met een grotere keuze aan bewerkingsopties. Het geopende dialoogvenster
blokkeert het document voor bewerking tot dat het weer gesloten is.
De panelen worden hieronder beschreven:
• Eigenschappen: Bevat gereedschappen voor directe opmaak binnen het document.
Standaard worden de gereedschappen gescheiden in de volgende drie gedeeltes voor
tekstbewerking:
– Opmaakprofielen: Toont het opmaakprofiel van de positie van de cursor of voegt er
één toe. Maak of bewerk een opmaakprofiel.
– Teken: Bewerk tekst met lettertype, grootte, kleur, dikte, opmaak en spatiëring.
– Alinea: Maak de alinea op met uitlijning, opsommingslijsten, achtergrondkleur,
inspringing en spatiëring.
– Pagina: Maak de pagina op met oriëntatie, marges, grootte en aantal kolommen.
Als een afbeelding geselecteerd is, openen de volgende gedeeltes;
– Gebied: Pas de Transparantie of het Vullen aan van de achtergrond van de
afbeelding.
– Afbeelding: Pas de afbeelding aan op helderheid, contrast, kleurmodus en
transparantie.
– Positie en grootte: Pas de hoogte en breedte aan.
12 | Kennismaken met Writer