35
CN/CNes..6
NL
In- en uitschakelen
Met de hoofd-aan/uitschakelaar 3 zet u steeds het volle-
dige apparaat aan of uit, vries- en koelgedeelte.
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uittoetsen 3 of 9; de tempe-
ratuurdisplays lichten op/knipperen.
- Koelgedeelte: de binnenverlichting brandt wanneer de deur
geopend is.
- Vriesgedeelte: Bij ingebruikneming en een warm apparaat
worden in de weergave van het vriesgedeelte strepen weerge-
geven, totdat een temperatuur onder 0 °C bereikt is.
W Uitschakelen: Hoofd-aan/uittoets ca. een seconde indrukken;
de verlichte temperatuurdisplays gaan uit.
W Als u enkel het koelgedeelte wilt uitschakelen (vriesge-
deelte blijft ingeschakeld - gemakkelijk vb. als u met vakantie
bent), druk dan de aan/uittoets 9 zodat het temperatuurdis-
play koelgedeelte 7 en de binnenbelichting donker zijn. Het
temperatuurdisplay vriesgedeelte 1 moet oplichten.
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor het
koelgedeelte adviseren wij +5 °C, voor het vriesgedeelte -18 °C.
Temperatuur verlagen/kouder: de Down-insteltoets indrukken,
links voor koelgedeelte: 8, rechts voor vriesgedeelte: 2.
Temperatuur verhogen/warmer: de Up-insteltoets indrukken.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur
op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont
het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur
van het vries- of koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt
u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur
doorlopend.
- Ongeveer 5 seconden nadat u de tiptoetsen hebt losgelaten
schakelt het temperatuurdisplay automatisch over op de wer-
kelijke vries- of koeltemperatuur.
- De temperatuur is instelbaar:
in het koelgedeelte tussen 11 °C en 2 °C,
in het vriesgedeelte tussen -16 °C en -26 °C.
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste temperatuur
ook daadwerkelijk bereikt of niet (staat het apparaat op een
warme plaats dan wordt de laagste temperatuur niet altijd
bereikt).
Temperatuurdisplays
In normaal bedrijf toont
- temperatuurdisplay 7 de gemiddelde temperatuur in het
koelgedeelte en
- temperatuurdisplay 1 de hoogste temperatuur van de
ingevroren levensmiddelen.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
- de temperatuur enkele graden gestegen is. Hierdoor wordt u
erop geattendeerd dat de temperatuur is opgelopen. Dit kan
gebeuren wanneer u verse levensmiddelen op kamertempera-
tuur in het apparaat gelegd hebt of wanneer u het apparat lang
open liet staan en er warme lucht in kon stromen. In dit geval
zorgt de ingebouwde elektronica er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur weer bereikt wordt. De korte tempera-
tuurstijging heeft geen gevolgen voor de levensmiddelen.
W Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
„F1“ tot „F5“ dan is sprake van een storing. Neem in dit geval
contact op met de technische dienst van de leverancier van
het apparaat. Wanneer u het nummer van de foutmelding (bijv.
„F2“) noemt, kan men u snel van dienst zijn.
Alarm - geluidssignaal
Het alarm helpt u om de temperatuur van ingevroren levensmid-
delen te bewaken en energie te besparen.
W
Het alarm stopt wanneer u op de Alarm-toets 5 drukt en
- automatisch wanneer de temperatuur weer voldoende ver
gedaald is of
- de deur gesloten wordt.
Deuralarm – voor koel- en vriesgedeelte
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deur langer dan ca. 60
sec. openstaat.
Het alarm blijft ingeschakeld zolang de deur openstaat. Door
het sluiten van de deur is de alarmfunctie automatisch gereed
voor bedrijf.
Temperatuuralarm – vor het vriesgedeelte
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen niet
koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het apparaat ge-
legd;
- bij het overpakken/eruit halen van levensmiddelen is te veel
warme lucht in het apparaat gestroomd.
Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie
beëindigd is. Vervolgens schakelt het display automatisch op
continu branden over en is het alarm weer gereed.
SuperCool
Ingebruikneming en controlepaneel
* afhankelijk van model en uitvoering