35
CUP..3
NL
In- en uitschakelen
Afb. A1
W Inschakelen: Draai de groef van de temperatuurregelaar 1
met en muntstuk naar rechts tot de groene aanwijzing van
de gewenste temperatuur gaat branden - de normale
werking wordt aangetoond.
- Interieurverlichting brandt.
W Uitschakelen: Draai de groef van de temperatuurregelaar
op „0“.
- Temperatuurdisplay een alle toetsen zijn uit.
- Interieurverlichting is uit.
Temperatuur instellen
W Verdraai de temperatuurregelaar 1 met een munt draaien tot
de aanwijzingen van de gewenste temperatuur gaan
branden. De posities van de groef betekenen:
1
e
punt = hoogste temperatuur, kleinste koelcapaciteit
in de koelgedeelte en vriesgedeelte
max. = laagste temperatuur, grootste koelcapaciteit
in de koelgedeelte en vriesgedeelte
W Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
In het vriesgedeelte wordt dan een gemiddelde temperatuur
van ca. -18 °C ingesteld. Tijdens het instellen knippert het
lichtdisplay van de ingestelde temperatuur.
Opmerking: Houd er rekening mee dat de binnentemperaturen
afhankelijk zijn van de kamertemperatuur, de opstellingsplaats,
het aantal malen dat de apparaatdeur geopend wordt en de
inhoud van het apparaat. Pas de instelling van de temperatuur-
regelaar indien nodig aan.
Temperatuur-instelaanwijzing
- De brandende temperatuur-instelaanwijzing 3 toont de
werking van het apparaat aan.
- De aparte lichtdisplays zijn aan temperatuurbereiken toege-
wezen. Deze tonen de geselecteerde instelwaarde van de
koel-/vriestemperatuur aan.
- Binnen het temperatuur-/instelbereik, bijv. tussen 5 °C tot 7 °C
of tussen twee punten*, kan de temperatuur iets lager worden
ingesteld. Zo nodig de temperatuurregelaar 1 langzaam ver-
der draaien - het controlelampje van het temperatuurbereik,
bijv. van 5 °C, knippert eventjes ter bevestiging van de koudere
instelling binnen het smalle temperatuurbereik.
SuperFrost voor het invriezen 2
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmid-
delen zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl reeds in-
gevroren levensmiddelen een „koudereserve“ krijgen. Zo blijven
voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren levensmid-
delen het beste bewaard.
W Op het typeplaatje onder „Invriescapaciteit ... kg/24h“ vindt u
hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal
kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk van het mo-
del en de klimaatklasse van het apparaat.
Meer informatie vindt u in de paragraaf „Rood waarschu-
wingslampje“.
Ingebruikneming en controlepaneel
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in
gebruik neemt (zie verder onder „Reinigen“).
Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste levensmidde-
len erin plaatst in.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje. Dit bevindt zich op de linker binnenkant
van het apparaat, afb. A.
W Sluit het apparaat uitsluitend op een correct geïnstal-
leerd randaardestopcontact aan.
W Het stopcontact moet door een zekering van 10 A of meer
beveiligd zijn, niet door de achterkant van het apparaat bedekt
worden en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebruiken
- de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel
- gevaar voor oververhitting.
W Wanneer u het netsnoer afrolt adviseren wij u het kunststof
snoerhoudertje te verwijderen, om onnodig rammelen te
voorkomen.