24
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
"Binnenverlichting" beschreven.
Binnenverlichting brandt als de Cool-Plus is ingeschakeld:
- Dit is noodzakelijk voor de Cool-Plus-functie en is in orde.
- Om de volledige Cool-Plus functie te kunnen waarborgen,
moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden vervan-
gen.
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is
dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantie-
termijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing
5 Storingen - Problemen?
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaien-
de aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een
lagere temperatuur in.
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute tem-
peratuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting? Ventilatierooster even-
tueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Bepa-
lingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem
dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische
dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende gege-
vens op het typeplaatje door: de typeaanduiding 1, het
service- 2, het apparaatnummer 3. Hierdoor wordt een
snelle en efficiënte service mogelijk. Het typeplaatje vindt u op
de linker binnenkant van het apparaat.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
4 Ontdooien, reinigen
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt
door de vrijkomende warmte van de compressor - wa-
terdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen
niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater onge-
hinderd door de afvoeropening (pijl in afb. A) in de achter-
wand kan wegstromen.
Het vriesgedeelte
W Schakel het apparaat uit om het te laten ontdooien:
- trek de stekker uit het stopcontact of
- draai de temperatuurregelaar in de stand "0".
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
lade, in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats.
W
Plaats een pan heet (niet: kokend) water op een van de
middelste platen om het apparaat sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar-
mings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays,
open vuur of metalen voorwerpen om ijs te verwijderen.
Gevaar voor verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien open
staan.
Neem het laatste dooiwater met een spons of
doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of scha-
kel de zekering in de meterkast uit, voordat u het
apparaat schoonmaakt.
W
Schappen, glasplaten en andere uitrustingsdelen met
de hand reinigen.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat ten-
einde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
W
Gebruik geen schurende/krassende sponsen of
geconcentreerde reinigingsmiddelen en in geen geval
zand-, chloride- of zuurhoudende poets- resp. chemische
oplosmiddelen; ze beschadigen de oppervlakken en
kunnen corrosie veroorzaken.
W
Aanbevolen zijn zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde. Binnen in het apparaat
alleen reinigings- en onderhoudsmiddelen gebruiken, die
zonder bezwaar kunnen worden gebruikt in combinatie met
levensmiddelen.
W Voor apparaten in roestvrij stalen uitvoering*:
- Zijwanden en deuroppervlakken uitsluitend met een scho-
ne, zachte, zonodig licht vochtige doek (water + afwas-
middel) reinigen. Optioneel kan ook een microvezeldoek
worden gebruikt.
W Let erop dat geen schoonmaakwater in de ventilatieopenin-
gen, de afvoergoot* en elektrische delen dringt.
Wrijf het apparaat droog.
W Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de achterwand
boven de groenteladen regelmatig, afb. A, pijl.
Gebruik indien nodig een spits hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje.
W Let erop dat u geen kabels of andere onderdelen lostrekt,
knikt of beschadigt.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of
schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel het
apparaat in.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak
het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de
deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorko-
men.
* afhankelijk van model en uitvoering