8
UW BLOEDGLUCOSE TESTEN
Bloed aanbrengen en resultaten aezen
Bereid u voor op het opbrengen van het monster
Breng de meter en teststrip naar de druppel bloed en houd daarbij uw vinger recht en stil.
Breng geen bloed aan op de bovenkant van de teststrip.
Houd de meter en de teststrip niet onder de bloeddruppel. Hierdoor kan er bloed in de teststrippoort lopen en kan
de meter beschadigd raken.
Breng het monster op
Houd de teststrip zodanig dat het smalle kanaaltje aan de rand
van de teststrip bijna de rand van de bloeddruppel raakt.
Raak met het kanaaltje voorzichtig de rand van de bloeddruppel aan.
Zorg ervoor dat u niet met uw vinger tegen de teststrip drukt, want dan wordt de
teststrip mogelijk niet volledig gevuld.
• Smeer de bloeddruppel niet uit of schraap deze niet af met de teststrip.
• Breng niet meer bloed aan op de teststrip nadat u de bloeddruppel hebt verwijderd.
• Beweeg de teststrip tijdens een test niet in de meter.
Vingertop
Smal kanaaltje
LET OP: Als het bevestigingsvenster niet volledig met bloed is gevuld, wordt mogelijk het bericht FOUT 5 weergegeven of is het resultaat
niet nauwkeurig. Zie Problemen oplossen in paragraaf 7. Gooi de teststrip weg en voer de testprocedure opnieuw uit.