Nederlands 23
Oorzaken voor niet functioneren
- U heeft de bel te kort ingedrukt.
Druk langer op de bel.
- U heeft bij een gelijkstroominstal-
latie de kabels verkeerd aange-
sloten op de plus en de min.
Verwissel de kabels.
- De deurbelspanning van uw sys-
teem is te laag. Neem contact op
met uw installateur, die uw instal-
latie eventueel ombouwt of
gebruik de draadloze akoestische
deurbelzender.
Personenoproepknop
Door het indrukken van de persone-
noproeptknop op de draadloze galva-
nische deurbelzender wordt bij iede-
re ontvanger, die op hetzelfde kanaal
ingesteld is als de zender, een sig-
naal geactiveerd. Daarmee kunnen
personen in andere ruimten opgeroe-
pen worden. Bovendien kan deze
functie ook zonder aansluiting van
de microfoonkabel gebruikt worden
voor het testen van het systeem.
Netvoeding
U kunt de draadloze galvanische
deurbelzender ook gebruiken met de
netadapter. Om de netadapter aan te
sluiten, steekt u de stekker aan het
uiteinde van de kabel in de aansluit-
ing aan de linkerkant van het appa-
raat. Vervolgens steekt u de stekker
in een normaal 230-V-stopcontact.
Radiobereik
Hou bij het gebruik van de draadloze
akoestische deurbelzender rekening
met het volgende:
De radiosignalen van de zender heb-
ben in optimale omstandigheden een
bereik van 80 meter.
Mogelijke oorzaken van een vermin-
derd bereik kunnen zijn:
- Bebouwing of vegetatie
- Stoorstralingen van beeldscher
men en mobiele telefoons. Deze
kunnen zelfs een uitval van de ont-
vanger veroorzaken.
- De afstand van de zender tot
reflecterende oppervlakken zoals
vloeren en muren is ongunstig
gekozen, zodat de signaalgolf en
de reflecterende golf elkaar ver-
zwakken of zelfs uitdoven.
- Metalen voorwerpen verkorten het
bereik door de metalen afscher-
ming.
- Met name in stedelijke gebieden
zijn er veel stralingsbronnen, die
het bronsignaal kunnen vervormen.
- Apparaten met overeenkomstige
werkfrequenties, die op korte
afstand van elkaar gebruikt wor-
den, kunnen eveneens onderlinge
storingen veroorzaken.
Positionering van de zender
Om ervoor te zorgen dat het bereik
van de radiozender zo groot mogelijk
is, moeten de volgende aanwijzingen
met betrekking tot de opstelling in
acht genomen worden: