38
16.3 De motor uitschakelen (AFB 1-4):
1. Gashendel ( 13 ) in de stationaire stand " SLOW / LANGZAAM " plaatsen.
2. Veiligheidshendel(1) aan de handgreep loslaten. De motor stopt.
3. Motorschakelaar (1) in de positie (OFF) zetten en wachten tot de
freesketting en freesworm stilstaan.
4. Aansluitend de brandstofkraan (5) om af te sluiten naar links schuiven op
„OFF/ uit “
5. Eventueel bougiedop er af halen = beveiliging tegen ongeoorloofd gebruik!
Het plotseling uitschakelen van de motor in een volgas positie kan tot motor
schade leiden.
16.4 STOPPEN VAN DE MOTOR IN NOOD
Mogelijke noodsituaties zijn:
De motor stopt niet na het uitschakelen
De gashendel gaat terug in de basis stand.
Om de motor in geval
van nood te stoppen
simpelweg de veiligheids-
hendel (1) aan de
handgreep loslaten.