36
BELANGRIJK:
De afdichtingsring “B” (afb. 8.3) zorgt
dat er geen gas uit de gasaansluiting
lekt. Vervang de afdichtingsring bij de
minste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
Gebruik voor het aanschroeven van de
onderdelen twee sleutels (zie afbeelding
8.2).
Controleer, na voltooiing van de aan-
sluiting, met behulp van een zeepop-
lossing, en nooit met een vlam, of de
verbindingen gasdicht zijn.
Gebruik een starre of buigzame aan-
sluitbuis die aan de geldende voor-
schriften voldoet.
Als er een klemringkoppeling gebruikt
wordt, dan moet deze stevig worden aan-
gedraaid met twee moersleutels (fig. 8.2).
Verzeker u van het volgende:
– dat de buigbare buis (slang) niet in
aanraking kan komen met delen van
het fornuis waar de oppervlaktetem-
peratuur 70°C boven de omgevings-
temperatuur kan stijgen;
– dat de slang niet langer is dan 75 cm
en dat hij niet in aanraking kan komen
met scherpe randen of hoeken;
– dat de slang niet gespannen, gewron-
gen, geknikt of te sterk gebogen is;
– dat de aansluiting met een onbuigza-
me metalen buis geen trekkracht op de
gasinlaat van het apparaat uitoefent.
– vervang de afdichtingsring bij de min-
ste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
– dat de buis zonder moeite over zijn
hele lengte geïnspecteerd kan wor-
den; de buis moet na ten hoogste drie
jaar vervangen worden.
– dat de kraan van de gastoevoerleiding
of gasfles dicht gedraaid is wanneer
het apparaat niet in gebruik is.
De aansluitset (zie afbeelding 8.3)
bestaat uit:
A - Gasinlaat (R of L)
B - Afdichtingsring
C - Verloopstuk
A) GASSOORTEN
Cat: II 2L 3B/P
Het gas dat kan worden gebruikt kan in
twee families worden onderverdeeld:
✓ G25 ✓ G30 / G31