• Neem het doorzichtige lampenkapje weg.
• Verwijder het oude lampje door het los te draaien en schroef het nieuwe lampje erin.
• Plaats het lampenkapje terug.
Temperatuurbereik:
Dankzij de natuurlijke luchtcirculatie in de koelkast is er een reeks verschillende temperaturen die geschikt zijn voor het bewaren van verschillende
voedselproducten. De koudste zones bevinden zich recht boven de saladecrisper, in het onderste gedeelte van de koelkast en tegen de
achterwand. De warmste zones zijn in het bovenste gedeelte aan de voorkant en in de deur. Plaats het voedsel volgens de volgende tabel en
bewaar het niet te dicht naast elkaar, zodat de lucht vrij kan circuleren.
Voedsel in de koelkast bewaren (van boven naar onder)
1. Deurvakken
a) Boter, kaas
b) Eieren
c) Kleine potjes of flesjes, blikjes, specerijen
d) Grote flessen, blikken
2. Koelvak (schappen en crisper)
a) Conserven
b) Gebak, kant-en-klare producten
c) Zuivel / vlees en worstjes
d) Groenten, fruit en salade
• Voedsel dat afgeeft of absorbeert, met een lichte geur of smaak en vloeistoffen, moet altijd in afgesloten bakjes of in de genoemde
verpakkingen worden bewaard. Alcoholische dranken moeten goed gesloten worden bewaard.
• Groenten, fruit en salade kunnen onverpakt in de saladecrispers worden bewaard.
• Plastic en aluminiumfolie dat opnieuw kan worden gebruikt, is geschikt voor het verpakken van voedsel, evenals metalen of glazen bakjes.
• Laat warme levensmiddelen en dranken altijd buiten de koelkast afkoelen.
11. Opsporen van storingen:
Dankzij het kwalitatief hoogstaande productieproces en het gebruik van de nieuwste koel- en vriestechnologie zal uw apparaat in principe
probleemloos werken. Als u vermoedt dat er een defect is, controleer dan of u alle instructies en adviezen in deze gebruikershandleiding heeft
opgevolgd voordat u contact opneemt met de dichtstbijzijnde klantenservice of uw leverancier.
Let op:
De compressor mag niet continu werken. Deze wordt bestuurd door een thermostaat waarmee u de temperatuur instelt. In elke compressor kan
geluid worden gehoord als het koelsysteem werkt. Deze geluiden worden geproduceerd wanneer de motor in de compressor draait en door de
koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Deze geluiden zijn normaal en wijzen niet op een storing in de werking van het apparaat.
In onverwarmde ruimtes en bij koud weer kan er condens op de buitenwanden van het apparaat ontstaan. Dit betekent niet dat er een storing is.
De condens verdwijnt wanneer de temperatuur stijgt.
Bel pas de klantenservice als na analyse van de mogelijke storingsfactoren, u geen enkele oorzaak voor het defect kunt vinden en u de storing
niet kunt verhelpen.
a) Het apparaat werkt niet (het draait niet)
• Is de stekker intact en goed in het stopcontact gestoken?
• Is er elektriciteit? (controleer dit door een klein apparaat aan te sluiten)
• Is het apparaat ingeschakeld? (de temperatuurknop moet niet ingesteld zijn op "0")
In geval van een storing of een stroomuitval biedt de isolatie in de wanden van het apparaat 2 tot 5 uur bewaartijd voor de ingevroren
producten.
Er is aanzienlijk meer tijd gegarandeerd bij speciaal geïsoleerde apparaten. Vraag uw leverancier wat de betreffende "Bewaartijd in noodgevallen"
is.