12
KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine.
De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 225 ° C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebra-
den worden.
Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz.
ONTDOOIEN VAN BEVROREN LEV ENSMIDDELEN
Alleen de ventilator is in werking. Stel de thermostaat in op stand “●”.
Aangeraden Gebruik:
Het snel ontdooien van bevroren levensmiddelen; 1 kg. heeft ± 1 uur nodig om te ont-
dooien.
Ontdooitijden variëren afhankelijk van de hoeveelheid en de soort te ontdooien levens-
middelen.
KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL
Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine.
De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warm-
te over de ganse oven.
De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld
op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten).
De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten.
Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het
vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz.