AFB. 1 STROOMVOORZIENING- / AFSTANDSBEDIENINGS-AANSLUITINGEN
(1) Aansluitklem voor + 12 V accuspanning
(2) Aansluitklem REM voor afstandsbediening
(3) Aansluitklem GND voor de massa, naar de minpool van de accu
(4) Accu
(5) Kabelzekering
(6) Voor de aansluiting voor de automatische antenne van uw autoradio
Als uw autoradio niet is voorzien van een aansluiting voor de automatische antenne, wordt deze kabel met
de plus-pool (+) aangesloten op het contactslot. In dit geval dient er een in-/uitschakelaar tussen te worden
geschakeld. Let er op dat deze schakelaar uitgeschakeld wordt als de versterker niet wordt gebruikt.
AFB. 2 STEREO- BEDRIJF
Als de versterker door een autoradio met 2 uitgangskanalen wordt gestuurd en 2 luidsprekers moet bedrijven,
dan dienen de aansluitingen en instellingen overeenkomstig afbeelding 2 te worden doorgevoerd: Als de
versterker wordt gebruikt voor satellietluidsprekers en daarnaast een hoogdoorlaatfilter wordt ingeschakeld, zie
voor de aansluitingen dan hoofdstuk 5.3
(1) Naar de autoradio, uitgang links
(2) Naar de autoradio, uitgang rechts
(3) Luidspreker links
(4) Luidspreker recht
AFB. 3 BRUGBEDRIJF MET STEREO AUTORADIO
Als de versterker voor het bedrijf van een subwoofer een hoger vermogen moet bieden, dienen de aansluitingen
en instellingen overeenkomstig afbeelding 3 te worden doorgevoerd. Het gebruik van de diepdoorlaatfilter wordt
in hoofdstuk 5.2 beschreven.
(1) Naar de autoradio, uitgang links
(2) Naar de autoradio, uitgang rechts
(3) Subwoofer
AFB. 4 MONO - BEDRIJF MET EEN AUTORADIO MET SUBWOOFER-UITGANG
(1) Naar de autoradio, subwoofer-uitgang
(2) Subwoofer
AFB. 5 BEDIENINGSELEMENTEN EN IN-/UITGANGEN
(1) Keuzeschakelaar HPF (hoogdoorlaatfilter) / LPF (laagdoorlaatfilter) / OFF
(2) Kantelfrequentieregelaar voor de laagdoorlaat
(3) Kantelfrequentieregelaar voor de hoogdoorlaat
(4) Schakelaar voor de subsonicfilter
(5) Bas-boost-regelaar
(6) Ingangsniveauregelaar
(7) Kanaalmodus-keuzeschakelaar
(8) Laagniveau-ingang
(9) Uitgangen voor aansluiten van extra versterkers