24
Bediening (Fig. 8)
LET OP:
Houd de voet van het gereedschap altijd vlak met het
werkstuk. Als u dit niet doet, kan het zaagblad breken,
hetgeen ernstige verwonding kan veroorzaken.
Schakel het gereedschap in en wacht totdat het zaagblad
op volle toeren draait. Plaats dan de voet van het gereed-
schap vlak op het werkstuk en beweeg het gereedschap
langzaam naar voren langs de van te voren op het werk-
stuk aangebrachte zaaglijn. Voor het zagen van bochten
dient het gereedschap zeer langzaam naar voren te wor-
den bewogen.
Zagen onder een schuine hoek
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd, alvo-
rens de voet van het gereedschap schuin te zetten.
• Breng de stofkap helemaal omhoog alvorens schuine
zaagsneden te maken.
Door de voet van het gereedschap schuin te zetten kunt
u schuin zagen onder een willekeurige hoek tussen 0° en
45° (links of rechts). (Fig. 9)
Draai met de inbussleutel de bout aan de achterkant van
de voet los. Beweeg de voet zodat de bout vlak in het
midden van de kruisvormige sleuf in de voet komt te
zitten. (Fig.10)
Kantel de gereedschapvoet om de gewenste schuine
hoek te krijgen. De rand van het motorhuis geeft de
schuine hoek aan. Controleer of de rug van het zaagblad
contact maakt met de rol. Draai daarna de bout vast om
de gereedschapsvoet vast te zetten. (Fig. 11)
Zagen tot helemaal tegen de kant (Fig. 12)
Draai met de inbussleutel de bout aan de achterkant van
de voet los en schuif de voet helemaal naar achteren.
Draai daarna de bout vast om de voet vast te zetten.
Figuren uitzagen
Voor het uitzagen van figuren kunt u methode A of B
gebruiken.
A) Voorboren van een startgaatje: Om figuren onmid-
dellijk in het midden van het werkstuk uit te zagen,
en dus niet vanaf de rand, dient u eerst een startga---
tje met een diameter van 12 mm of meer te boren.
Steek het zaagblad door dit gaatje en begin dan met
te zagen. (Fig. 13)
B) Invalzagen: U hoeft geen startgaatje te boren of
geen geleidesnede te maken indien u voorzichtig als
volgt te werk gaat.
1. Houd het gereedschap schuin voorover door
alleen het voorste gedeelte van de voet op het
werkstuk te laten rusten, met de punt van het
zaagblad net boven het werkstukoppervlak.
(Fig. 14)
2. Oefen een beetje druk uit op het gereedschap om
te voorkomen dat de voorrand van de voet kan
bewegen, en schakel het gereedschap in. Laat
het achterste van het gereedschap langzaam
zakken.
3. Naarmate het zaagblad door het werkstuk heen
zaagt, laat u de voet van het gereedschap lang-
zaam op het werkstukoppervlak zakken.
4. Zaag verder op de normale manier.
Afwerken van de randen (Fig. 15)
Voor het afwerken van randen of voor nauwkeurig op
maat zagen, laat u het zaagblad lichtjes langs de
gezaagde randen lopen.
Zagen van metaal
Voor het zagen van metaal dient u altijd een geschikt
koelmiddel (snijolie) te gebruiken. Wanneer u dit niet
doet, zal het zaagblad snel slijten. In plaats van een koel-
middel te gebruiken, kunt u ook de onderkant van het
werkstuk invetten.
Stofafzuiging (Fig. 16)
U kunt schoner werken door dit gereedschap op een
Makita stofzuiger aan te sluiten. Steek de slang van de
stofzuiger in de opening aan de achterkant van het
gereedschap. Breng de stofkap omlaag alvorens het
gereedschap te gebruiken.
LET OP:
Stofafzuiging is niet mogelijk tijdens zagen onder een
schuine hoek.
Breedtegeleider-set (optioneel accessoire)
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd, alvo-
rens accessoires te installeren of te verwijderen.
1) Rechte stukken zagen (Fig. 17 en 18 voor stalen
voet, Fig. 19 en 20 voor aluminiumvoet)
Wanneer u herhaaldelijk stukken die 160 mm of min-
der breed zijn wilt zagen, kunt u snel rechte en
schone sneden krijgen door de breedtegeleider te
gebruiken. Om de breedtegeleider te installeren,
steekt u deze met zijn geleider naar beneden gericht
door de rechthoekige opening op de zijkant van de
gereedschapsvoet. Schuif de breedtegeleider naar
de positie van de gewenste breedte, en draai dan de
bout vast om hem vast te zetten.
2) Cirkels en bogen zagen (Fig. 21 en 22 voor sta-
len voet, Fig. 23 en 24 voor aluminiumvoet)
Wanneer u cirkels of bogen met een straal van
170 mm of minder wilt zagen, dient u de breed-
tegeleider als volgt te installeren.
Steek de breedtegeleider met zijn geleider naar
boven gericht door de rechthoekige opening op de
zijkant van de gereedschapsvoet. Steek de pin van
de cirkelgeleider door een van de twee gaatjes in de
geleider. Zet de pin vast door de schroefknop erop
te schroeven. Schuif nu de breedtegeleider naar de
positie van de gewenste straal, en zet deze vast
door de bout vast te draaien. Schuif daarna de voet
van het gereedschap helemaal naar voren.
OPMERKING:
Gebruik altijd zaagbladen Nr. B-17, B-18, B-26 of B-
27 wanneer u cirkels of bogen wilt zagen.
Antisplinterinrichting (optioneel accessoire)
(Fig. 25 voor stalen voet)
Om splintervrije zaagsneden te krijgen, kunt u de antis-
plinterinrichting gebruiken. Om deze inrichting te installe-
ren, schuift u de voet van het gereedschap helemaal
naar voren en dan steekt u de inrichting tussen de twee
uitsteeksels van de voet.
LET OP:
De antisplinterinrichting kan niet gebruikt worden voor
zagen onder een schuine hoek.