19
Slijpen en schuren (Fig. 8)
Houd het gereedschap ALTIJD goed vast met de ene
hand op het gereedschapshuis en de andere op de zij-
handgreep. Schakel het gereedschap in en zet de slijp-
of schuurschijf op het werkstuk.
Houd normaal de rand van de slijp- of schuurschijf bij
een hoek van ongeveer 15 graden ten opzichte van het
werkstukoppervlak.
Bij gebruik van een nieuwe schijf mag u deze aanvanke-
lijk niet in de richting B gebruiken, omdat de schijf anders
in het werkstuk zal snijden. Wanneer de rand van de
schijf door gebruik ronder geworden is, kunt u de schijf
zowel in richting A als in richting B gebruiken.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
Houd het gereedschap en zijn luchtopeningen altijd
schoon. Reinig de luchtopeningen van het gereedschap
regelmatig of telkens wanneer ze verstopt beginnen te
raken. (Fig. 9)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te verzekeren, dienen alle reparaties,
onderhoudsbeurten of afstellingen te worden uitgevoerd
bij een erkend Makita Servicecentrum of Fabriekservice-
centrum, en dit uitsluitend met gebruik van Makita ver-
vangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de acces-
soires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecifi-
ceerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
• Beschermkap (Schijfdeksel)
• Binnenflens
• Afbraamschijven
• Borgmoer (voor afbraamschijf)
• Rubbersteunschijf
• Schuurschijven
• Borgmoer (voor schuurschijf)
• Borgmoersleutel
• Komdraadborstel
• Draadborstel 85
• Zijhandgreep
• Stofvangbeschermkap