26
Manchetten moeten dichtgeknoopt zijn of de mouwen
moeten worden opgerold. Draag geen stropdas.
• Haast tijdens de werkzaamheden of het gereedschap
dwingen is gevaarlijk. Wees vorzichtig wanneer u het
gereedschap hanteert. Bedien het gereedschap niet
oinder invloed van alcohol, drugs en dergelijke.
• Algemene richtlijnen voor het hanteren van het
gereedschap
(1) Ga er altijd vanuit dat in het gereedschap nagels
zitten.
(2) Richt het gereedschap niet op uzelf of anderen,
ongeacht of er nagels in zitten of niet.
(3) Schakel het gereedschap niet in als dit niet stevig
tegen het werkstuk wordt gedrukt.
(4) Respecteer het gereedschap als werkinstrument.
(5) Speel er niet mee.
(6) Draag het gereedschap niet met een vinger om de
trekker.
(7) Laad geen nagels in het gereedschap wanneer
een van de bedieningsschakelaars is
ingeschakeld.
(8) Bedien het gereedschap niet met een andere
voedingsbron dan die is aangegeven in de
bedienings- en veiligheidsinstructies van dit
gereedschap.
• Als het gereedschap niet juist werkt, mag het niet
worden gebruikt.
• Tijdens het gebruik van het gereedschap kunnen soms
vonken wegspringen. Gebruik het gereedschap niet in
de buurt van vluchtige, brandbare materialen, zoals
benzine, thinner, verf, gas, lijm, enz., omdat deze
kunnen ontsteken en exploderen, waarbij ernstig letsel
kan worden veroorzaakt.
• De werkplek moet voldoende worden verlicht om een
veilige bediening te garanderen. De werkplek moet
schoon en vrij van afval zijn. Zorg ervoor dat u stevig
staat en uw evenwicht goed bewaart.
• Alleen personen die betrokken zijn bij de
werkzaamheden mogen in de buurt van de werkplek
komne. Met name kinderen moeten altijd uit de buurt
worden gehouden.
• Er kunnen plaatselijk regels gelden met betrekking tot
geluid, waaraan u zich dient te houden door de
geluidsproductie onder het voorgeschreven niveau te
houden. In bepaalde gevallen moeten
geluidsschermen worden gebruikt om het geluidniveau
te beperken.
• Speel niet met de contactschoen: het voorkomt per
ongeluk nagelen, dus moet het blijven zitten en mag
niet worden verwijderd. De trekker in ingeschakelde
stand vergrendelen is ook erg gevaarlijk. Probeer nooit
de trekker vast te zetten. Bedien het gereedschap niet
als enig bedieningselement van het gereedschap niet
kan worden bediend, is losgekoppeld, is gewijzigd of
niet goed werkt.
• Gebruik het gereedschap binnen het opgegeven
luchtdrukbereik van 0,39 t/m 0,78 MPa (3,9 t/m 7,8 bar)
vanwege de veiligheid en een langere levensduur van
het gereedschap. Overschrijdt de aanbevolen
maximumwerkdruk van 0,78 MPa (7,8 bar) niet. Het
gereedschap mag niet worden aangesloten op een
bron waarvan de druk 1,37 MPa (13,7 bar) kan
opverschrijden.
• Zorg ervoor dat de druk die door het persluchtsysteem
wordt geleverd, niet de maximaal toelaatbare druk van
het elektrisch bevestigingsgereedschap overschrijdt.
Stel de luchtdruk in eerste instantie in op de laagste
waarde van de aanbevolen toelaatbare luchtdruk (zie
“TECHNISCHE GEGEVENS”).
• Gebruik het gereedschap nooit met iets anders dan
perslucht. Als flessengas (kooldioxide, zuurstof,
stikstof, waterstof, lucht, enz.) of brandbaar gas
(waterstof, propaan, acetyleen, enz.) als voeding van
dit gereedschap wordt gebruikt, zal het gereedschap
exploderen en ernstig letsel veroorzaken.
• Controleer voor gebruik het gereedschap altijd eerst op
algehele conditie en loszittende schroeven. Draai deze
zonodig vast.
• Controleer voor gebruik dat alle beveiligingssystemen
goed werken. Het gereedschap mag niet werken als
alleen de trekker wordt ingeknepen of als alleen de
contactschoen op het hout wordt gedrukt. Het
gereedschap mag alleen werken als beide handelingen
tegelijkertijd worden uitgevoerd. Test op mogelijke
verkeerde werking zonder dat nagels geplaatst zijn.
• Controleer muren, plafonds, vloeren en dergelijke
grondig om te voorkomen dat door het nagelen in
elektrische draden, pijpen of gasleidingen een
elektrische schok, gaslek, explosie, enz. kan ontstaan.
• Gebruik uitsluitend nagels die in deze
gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Door een
ander soort nagels te gebruiken, kan een storing in het
gereedschap worden veroorzaakt.
• Gebruik nooit elektrisch bevestigingsgereedschap met
daarop het symbool “Niet gebruiken op steigers en
ladders” bij bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld:
- als bij het veranderen van een werkplek naar de
volgende, gebruik gemaakt wordt van een steiger,
trap, ladder of soortgelijke constructies, bijv.
daklatten;
- bij het sluiten van dozen of kratten, en
- bij het monteren van
transportbeveiligingssystemen, bijv. op voertuigen
en aanhangers.
• Laat personen zonder onderricht het gereedschap niet
gebruiken.
• Controleer voor het nagelen dat niemand dichtbij staat.
Probeer nooit tegelijkertijd van binnenuit en van
buitenaf te nagelen. De nagels kunnen er dwars
doorheen schieten of afketsen en een groot gevaar
opleveren.
• Zorg ervoor dat u tijdens het gebruik van het
gereedschap stevig staat en uw evenwicht goed
bewaart. Controleer dat er niemand onder u staat
wanneer u op een hoge plaats werkt, en maak de
persluchtslang vast om gevaarlijke situaties te
voorkomen als er plotseling aan wordt getrokken of
deze bekneld raakt.
• Op daken en andere hoge plaatsen nagelt u terwijl u
voorwaarts beweegt. U glijdt gemakkelijk weg als u
nageklt terwijl u achterwaarts kruipt. Als u in een
rechtopstaande ondergrond nagelt, nagelt u van boven
naar beneden. U kunt op deze manier nagelen zonder
snel vermoeid te raken.