28
met uw gereedschap voor optimale prestaties en veilig
gebruik.
9. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
- Terugslag is een plotselinge reactie op een
bekneld, vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad,
waardoor het oncontroleerbare gereedschap
omhoog, uit het werkstuk en in de richting van de
gebruiker gaat.
- Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt
doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller
wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie
de motor snel omhoog in de richting van de
gebruiker.
- Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in
de zaagsnede, kunnen de tanden aan de
achterrand van het zaagblad zich in het
bovenoppervlak van het werkstuk vreten, waardoor
het zaagblad uit de zaagsnede klimt en omhoog
springt in de richting van de gebruiker.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van het
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals
hieronder vermeld:
• Houd het gereedschap stevig vast met beide
handen en houdt uw armen zodanig dat een
terugslag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam
zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet
in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan het
gereedschap achterwaarts springen, maar de
kracht van de terugslag kan met de juiste
voorzorgsmaatregelen door de gebruiker worden
opgevangen.
• Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u
om een of andere reden het zagen onderbreekt,
laat u de aan/uit-schakelaar los en houdt u het
gereedschap stil in het materiaal totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
Probeer nooit het gereedschap uit het werkstuk
te halen of het gereedschap naar achteren te
trekken, terwijl het zaagblad nog draait omdat
hierdoor een TERUGSLAG kan optreden.
Onderzoek waarom het zaagblad is vastgelopen en
tref afdoende maatregelen om de oorzaak ervan op
te heffen.
• Wanneer u het gereedschap weer inschakelt
terwijl het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u
het zaagblad in het midden van de zaagsnede
en controleert u dat de zaagtanden niet in het
materiaal grijpen. Als het zaagblad is
vastgelopen, kan wanneer het gereedschap wordt
ingeschakeld het zaagblad uit het werkstuk lopen of
terugslaan.
• Ondersteun grote platen om de kans te
minimaliseren dat het zaagblad bekneld raakt of
terugslaat. Grote platen neigen door te zakken
onder hun eigen gewicht.
U moet de plaat ondersteunen aan beide zijranden,
vlakbij de zaaglijn en vlakbij het uiteinde.
• Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet
meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden
maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote
wrijving, vastlopen en terugslag.
• De vergrendelhendels voor het instellen van de
zaagbladdiepte en verstelhoek moeten
vastzitten alvorens te beginnen met zagen. Als
de instellingen van het zaagblad zich tijdens het
zagen wijzigen, kan dit leiden tot vastlopen of
terugslag.
• Wees extra voorzichtig bij “blind” zagen in
bestaande wanden of op andere plaatsen.
Wanneer het zaagblad door het materiaal heen
breekt, kan het een voorwerp raken waardoor een
terugslag optreedt. Bij het maken van een “blinde”
zaagsnede opent u de onderste beschermkap met
behulp van de terugtrekhendel.
10. Controleer voor ieder gebruik of de onderste
beschermkap goed sluit. Gebruik het gereedschap
niet als de onderste beschermkap niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste
beschermkap nooit vast in de geopende stand. Als
u het gereedschap per ongeluk laat vallen, kan de
onderste beschermkap worden verbogen. Til de
onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel en
controleer dat deze vrij kan bewegen en niet het
zaagblad of enig ander onderdeel raakt, onder alle
verstekhoeken en op alle zaagdiepten.
U kunt de onderste beschermkap controleren, door
deze met de hand te openen, los te laten en te kijken
hoe hij sluit. Controleer tevens of de terugtrekhendel
de behuizing van het gereedschap niet raakt. Het
zaagblad onbeschermd laten is UITERST
GEVAARLIJK en kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
11. Controleer de werking en toestand van de veer
van de onderste beschermkap. Als de
beschermkap en de veer niet goed werken, dienen
deze te worden gerepareerd voordat de cirkelzaag
wordt gebruikt. De onderste beschermkap kan traag
werken als gevolg van beschadigde onderdelen, gom-
of hardafzetting, of opeenhoping van vuil.
12. De onderste beschermkap mag alleen met de hand
worden geopend voor het maken van speciale
zaagsneden, zoals een “blinde” zaagsnede en
“samengestelde” zaagsnede. Til de onderste
beschermkap op aan de terugtrekhendel en laat deze
los zodra het zaagblad in het materiaal zaagt. Bij alle
andere typen zaagsneden, dient de onderste
beschermkap automatisch te werken.
13. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het
zaagblad bedekt voordat u het gereedschap op
een werkbak of vloer neerlegt. Een onbeschermd
zaagblad dat nog nadraait, zal het gereedschap
achteruit doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt
gezaagd. Denk aan de tijd die het duurt nadat de
cirkelzaag is uitgeschakeld voordat het zaagblad
stilstaat.
14. Breng het zaagblad niet tot stilstand door
zijdelings op het zaagblad te drukken.
15. GEVAAR:
Probeer niet afgezaagd materiaal te verwijderen
terwijl het zaagblad nog draait.
LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld.
16. Plaats het bredere deel van de zool van het
gereedschap op het deel van het werkstuk dat