20
(1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend
materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in
aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een
hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Berg het gereedschap en de accu niet op plaatsen
op waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of
hoger.
7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze al
ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9. Gebruik een accu die is gevallen of gestoten niet
meer.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C t/m 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en trekt u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accu niet goed aangebracht. Steek de accu zo ver
mogelijk erin tot het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden gestoken, wordt deze niet goed
aangebracht.
In- en uitschakelen (zie afb. 2)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand, wanneer
achter op de aan/uit-schakelaar wordt gedrukt.
• De aan/uit-schakelaar kan worden vergrendeld in de
aan-stand ten behoeve van het gebruikersgemak bij
langdurig gebruik. Wees voorzichtig wanneer het
gereedschap in de uit-stand is vergrendeld en houd het
gereedschap stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de aan/uit-
schakelaar naar de stand I (ON). Om het gereedschap
continu te laten werken, drukt u op de voorkant van de
aan/uit-schakelaar om deze te vergrendelen.
Om het gereedschap uit te schakelen drukt u op de
achterkant van de aan/uit-schakelaar en schuift u de knop
naar de positie O (OFF).
Bedrijfslampjes met meerdere functies
(zie afb. 3)
Er zijn twee bedrijfslampjes.
- Lampje bij accu bijna leeg
- Wanneer de acculading tijdens gebruik bijna geheel
opgebruikt is, gaat het rode lampje branden en stopt
het gereedschap onmidellijk. Wanneer het rode
lampje brandt, vervangt u de lege accu door een
volledig opgeladen accu.
- Beveiliging tegen onopzettelijk herstarten
- Zelfs als de accu in het gereedschap is gestoken
terwijl de aan/uit-schakelaar in de stand I (ON) staat,
start het gereedschap niet. Het lampje knippert nu
langzaam, wat aangeeft dat de beveiliging tegen
onopzettelijk herstarten actief is.
- Om het gereedschap te starten schuift u de aan/uit-
schakelaar eerst naar de stand O (OFF) en
vervolgens naar de stand I (ON).
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
De speling tussen de messenbladen
afstellen
Stel de speling af tussen het zijblad en het middenblad
aan de hand van de dikte van het werkstuk (zie afb. 4).
Gebruik eerst een inbussleutel om de bout lot st draaien
(zie afb. 5).
Gebruik vervolgens de inbussleutel om de speling af te
stellen door de bout vast of los te draaien. Er mag een
klein verschil zitten tussen de speling aan de beide zijden
van het middenblad.
Controleer de kleinste speling met behulp van de
voelermaat en stel deze af.
Raadpleeg de tabel bij het afstellen van de speling van de
messenbladen met behulp van de voelermaat.