19
Boren
LET OP:
• Wanneer de boor uit het gat tevoorschijn komt, wordt
een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap en
de boor. Houd daarom het gereedschap stevig vast en
wees op uw hoede wanneer de boor door het werkstuk
begint te dringen.
• Wanneer de boor klemraakt, kunt u deze uit het
boorgat krijgen door de draairichting met de
omkeerschakelaar om te keren. Het gereedschap kan
echter plotseling terugslaan indien u het niet goed
vasthoudt.
• Door overmatige druk op het gereedschap uit te
oefenen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, te
veel druk op het gereedschap zal alleen maar de
boorpunt beschadigen, de prestaties van het
gereedschap verminderen en de gebruiksduur
verkorten.
• Zet kleine werkstukken altijd goed vast in een
klemschroef of iets dergelijks.
• Vermijd het boren in materiaal wanneer u vermoedt dat
het verborgen spijkers bevat of andere obstakels
waardoor de boor zou kunnen klemmen of breken.
Boren in hout
Wanneer u in hout boort, krijgt u de beste resultaten met
houtboren die voorzien zijn van een geleideschroef. De
geleideschroef trekt dan de boor in het hout, zodat het
boren gemakkelijker verloopt.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat de boor slipt wanneer u begint te
boren, moet u van tevoren met een drevel en hamer een
deukje slaan op de plaats waar u wilt boren. Plaats
vervolgens de punt van de boor in het deukje en begin te
boren. Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort.
De enige uitzonderingen zijn ijzer en koper die droog
geboord dienen te worden.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of het gereedshap is uitgeschakeld en
zijin netsnoer uit het stopcontact is gehaald alvorens met
de onderhoudswerkzaamheden te beginnen.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 12)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang de koolborstels wanneer deze tot aan de
limietstreep versleten zijn. Houd de koolborstels schoon
zodat ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide
koolborstels moeten tegelijkertijd vervangen worden.
Gebruik uitsluitend identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
koolborstels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de
doppen weer vast. (Fig. 13)
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita service
centrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de acces-
soires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecifi-
ceerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
• Boorkopsleutel
• Zeskantsleutel
• Kunststof koffer