17
Spadehandgreep (Fig. 3 en 4)
De spadehandgreep kan in een willekeurige positie
worden geïnstalleerd zoals afgebeeld. Om de positie te
veranderen, draait u de zeskante bouten (aan beide
zijden) met een inbussleutel los, en vervolgens draait u
de spadehandgreep naar de gewenste positie. Draai
daarna de zeskante bouten weer goed vast. Nadat de
handgreep is vastgezet, moet u de inbussleutel weer in
de sleutelhouder opbergen.
LET OP:
• Bevestig de spadehandgreep niet voorbij de limieten
die op de tekening door de pijl zijn aangegeven.
Pas op dat uw hand niet in de handgreep vast komt te
zitten. Houd uw hand weg van de boorkop, omdat er
anders gevaar is voor ernstige ongelukken.
• Draai de zeskante bouten (aan beide zijden) van de
spadehandgreep altijd goed vast.
De positie van de schakelaarhandgreep afstellen
(Fig. 5)
Voor het bedieningsgemak kunt u de
schakelaarhandgreep 90° naar links of naar rechts
draaien. Trek eerst de stekker van het gereedschap uit
het stopcontact. Druk de vergrendelknop in en draai de
handgreep totdat het U teken op de vergrendelknop
overeenkomt met het teken op het motorhuis. De
handgreep wordt dan in deze positie vergrendeld.
Werking van de schakelaar (Fig. 6)
LET OP:
Alvorens het netsnoer aan te sluiten, moet u altijd
controleren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij
loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u de
trekkerschakelaar gewoon in. Laat de trekkerschakelaar
los om te stoppen.
Gebruik van de omkeerschakelaar (Fig. 7 en 8)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Verander de draairichting alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Indien u
de draairichting verandert terwijl de boor nog draait,
kan het gereedschap schade oplopen.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de
omkeerschakelaar in vanaf de A-zijde voor rechtse
draairichting, of vanaf de B-zijde voor linkse draairichting.
Veranderen van de snelheid (Voor Model DA4031)
(Fig. 9)
Met de snelheidsregelknop kunt u twee
snelheidsbereiken vooraf selecteren. Druk de
vergrendelknop in en draai de snelheidsregelknop zodat
de wijzer naar positie 1 of positie 2 wijst.
Positie 1: 300 min
–1
Positie 2: 1 200 min
–1
LET OP:
• Verander de positie van de snelheidsregelknop alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Indien u de draaisnelheid verandert terwijl
de boor nog draait, kan het gereedschap schade
oplopen.
• Stel de snelheidsregelknop altijd nauwkeurig op de
juiste positie in. Indien u het gereedschap gebruikt met
de snelheidsregelknop halverwege tussen positie 1 en
positie 2 ingesteld, kan het gereedschap schade
oplopen.
Koppelbegrenzer (Voor Model DA4031)
De koppelbegrenzer zal in werking treden wanneer een
bepaald koppelniveau wordt bereikt (voor lage-toeren
instelling: positie 1). De motor zal dan ontkoppelen van
de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de boor stoppen
met draaien.
Vasthouden van het gereedschap (Fig. 10 en 11)
LET OP:
Dit gereedschap heeft een groot vermogen. Aangezien
een hoge torsie wordt voortgebracht, is het belangrijk dat
u het gereedschap stevig vasthoudt en het goed stut.
Houd het gereedschap vast met één hand bij de
schakelaarhandgreep en met de andere hand bij de
spadehandgreep. Wanneer u een groot gat boort met
een zelfvoedende boor e.d., moet u de zijhandgreep
(hulphandgreep) als een steun gebruiken om een veilige
controle over het gereedschap te kunnen behouden.
Wanneer u in voorwaartse richting (rechtse draairichting)
boort, moet u het gereedschap stutten om terugslag naar
links te voorkomen in geval de boor klem raakt. Wanneer
u in omgekeerde richting boort, moet u het gereedschap
stutten om terugslag naar rechts te voorkomen. Wanneer
u de boor uit een gedeeltelijk geboord gat wilt
verwijderen, moet u het gereedschap goed stutten
alvorens de draairichting om te keren.