32
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
Houd het gereedschap en zijn luchtopeningen altijd
schoon. Reinig de luchtopeningen regelmatig of telkens
wanneer ze verstopt raken. (Fig. 12)
Vervangen van de koolborstels (Fig. 13 en 14)
Wanneer een koolborstel zo ver is afgesleten dat zijn iso-
lerend harspunt in contact komt met de collector, zal het
gereedschap automatisch worden uitgeschakeld. Als dit
gebeurt, moet u beide koolborstels vervangen. Houd de
koolborstels schoon en zorg dat ze soepel in de houders
glijden. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik enkel identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten bor-
stels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen weer
goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking van originele Makita vervangingsonder-
delen.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemd doel.
Wenst u meer bijzonderheden over deze accessoires,
neem dan contact op met het plaatselijke Makita service-
centrum.
• Beschermkap (Schijfkap)
• Binnenflens
• Verzonken-centerschijven
• Borgmoer (Voor verzonken-centerschijf)
• Rubberkussen
• Schuurschijven
• Borgmoer (Voor schuurschijf)
• Borgmoersleutel
• Afkortschijven
• Binnenflens (Voor afkortschijf)
• Buitenflens (Voor afkortschijf)
• Draadborstel
• Zijhandgreep
• Stofverzamelkap
• Stofkapbevestiging