46
nl
47
nl
MaGneetBoorMachine -
VeiliGheidsinstructies
• Vóór gebruik moet het hele apparaat worden
geïnspecteerd.
• Reg elma tig on derh oud is esse ntiee l. Vó ór
g e b ru i k a l t i j d c o n t ro l e r e n o f a l l e m o e re n ,
schroeven, etc. goed vastzitten.
• Controleer of kabels, snoeren, stekkers, etc.
beschadigd zijn.
• G e b r u i k n o o i t s t o m p e o f b e s c h a d i g d e
kernboren.
• G e b r u i k n o o i t e e n k e r n b o o r m e t e e n
diameter die groter is dan voor de machine is
gespecificeerd.
• G e b r u i k a l t i j d d e b e s c h e r m k a p . ( i n d i e n
geplaatst).
• G e b r u i k a l t i j d h a n d s c h o e n e n e n e e n
veiligheidsbril.
• V oordat wordt geboor d, moet de machine
altij d met de veilig heidsba nd word en gezeker d.
• Z e t d e n e t s t ro o m a l t i j d u i t v o or d a t e e n
kernboor wordt verwisseld of voordat aan de
machine werkzaamheden worden uitgevoer d.
• V erwijder ringen, horloges, dassen, etc. die
door de machine kunnen worden gegr epen.
• Houd de m achine en het w erkstuk zoveel
mogelijk vrij van vuil en krullen.
• Bij machines met een draaivoet (swivel), moet
worden g econt roleerd of d e magne et in de
juiste stand is vastgezet.
• T racht nooit om het toerental te veranderen
terwijl de boor nog draait.
• Gebruik uitsluitend accessoires die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
• De machine of accessoires mogen op geen
enkele wijze worden gemodificeer d
• Breng af en toe een paar druppeltjes olie aan
op de tanden van de tandheugel.
• De lagers van de voedingsas zijn zelfsmerend
en mogen niet met vet worden gesmeer d.
• Smeer het schuivende oppervlak van de slede
met MOL YCOTE vet.
• A l s d e e e n h e i d n i e t w o r d t g e b r u i k t
o f g e d u r e n d e t r a n s p o r t , m o e t d i e i n d e
oors pron kelijke koffe r waarin de machin e werd
geleverd wor den geplaatst.
• Na gebruik altijd controler en of alle vuil en
krullen zijn verwijderd.
• Beschadig de of versleten onderdel en moeten
onmiddellijk worden vervangen door originele
door de fabrikant geleverde onder delen.
• Controleer , vóór gebruik, of alle snijtanden
scherp zijn. Door een stompe ker nboor kan de
boormotor worden overbelast.
• Nada t de mach ine 30 min uten hee ft ged raa id,
wordt aanbevolen dat die op de zijkant wordt
gelegd zodat het vet in de tandwielkast van
de boormotor over de tandwielen kan lopen.
• Het is mogelijk dat, na herhaaldelijk gebruik,
de slede los komt te zitten. Dit word t verholpe n
m e t d e s p a n s c h ro e v e n o p d e z i j k a n t v a n
het huis. Zet een 2,5 mm inbussleutel in de
kop van de inbusboutjes van het huis. Draai
de bor gmoeren me t een 8 mm st eeksle utel
li nks om t er wij l te ge lij ker tij d d e in bu ssl eut el
wordt vastgehouden zonder de inbusboutjes
los te draaien.
Draai de boutjes met de inbussleutel, in serie,
los tot de slede vrij in het huis kan bewegen
zonder dat de motor gaat wiebelen.
N a d a t d e a f s t e l l i n g i s v o l t o o i d m o e t e n
d e b o r g m o e r e n r e c h t s o m w e e r w o r d e n
vastgedraaid. Zorg ervoor dat de inbusboutjes
niet uit de nieuwe posities bewegen.
onderhoud -
instructies
BELANGRIJKE MEDEDELING
GEBRUIK ELEKTROMAGNETISCH KERNBOORMACHINES EN LAS APP ARA TUUR NOOIT GELIJKTIJDIG OP
HETZELFDE WERKSTUK, OM BESCHADIGING AAN DE ELECTRONICA TE VOORKOMEN.
alGeMene VeiliGheid - instructies
1. KEN UW ELEKTRISCHE APP ARA TUUR
De a a nd u id i ng e n o p he t g ere e ds c ha p e n h e t
be die ni ngs ha ndb oe k va n de f ab ri kan t mo et en
go e d w or de n g e le ze n . M a ak uz e lf ei g en me t
he t p ri nc ipe , d e t oe pa ss in gsm og el ij kh ed en en
bep erk inge n van d e mac hin e én de p oten tië le
gevaren.
2. ALLE APP ARA TUUR AARDEN
Controleer (indien van toepassing) of op de juiste
m a n i e r g e a a r d e k a b e l s , s n o e r e n e n s t e k k e r s
worden ge bruikt en o f die op de ju iste m anier
zijn aangesloten.
3.
BESCH ERMKAPP EN EN PLA TEN NOOIT VERWIJ DEREN
(i n d ie n v a n t o e pa s s in g ) e n i n g o ed e c on d i ti e
h ou d e n . O ok c o n t ro l er e n o f d e a fs t e l li n g e n
uitlijning juist zijn uitgevoerd.
4 .
S T E L S L E U T E L S E N S T E E K / M O E R S L E U T E L S
VERWIJDEREN
Maak er een gewoonte van om te controler en of
stelsleutels en steeksleutels van de apparatuur zijn
verwijderd voor dat die wordt aangezet.
5. HOUD DE WERKPLEK SCHOON
E e n r o m m e l i g e w e r k p l e k o f w e r k b a n k l e i d t
r egel mati g tot onge lukk en. De vlo er mag ook noo it
glad zijn door gemorste olie of stof.
6. VERMIJD EEN GEV AARLIJKE OMGEVING
Geb ruik elekt risch e appar atuur nooit in een vochti ge
of na tt e o mg e vi ng . O ok no oi t b lo ot st e ll en aa n
regen. Zorg ervoor dat de werkplek goed verlicht
is en dat er voldoende ruimte is in alle richtingen.
7. ZORG VOOR EEN VEILIGE WERKPLAA TS
G e b r u i k h a n g s l o t e n e n h o o f d s c h a k e l a a r s e n
verw ijder alle sleutel s. Bezoek ers moeten op veilig e
afstand blijven van de werkplek.
8.
FOR CEE R GER EED SCHA P EN APP ARA TUU R NOO IT
De taak zal beter en veiliger worden uitgevoerd
als de apparatuur wordt gebruikt op de manier
waarvoor die werd ontworpen.
9. GEBRUIK HET JUISTE GEREEDSCHAP
Probeer nooit om een gereedschap of hulpstuk
te gebruiken waarvoor die niet werd ontworpen.
10. DRAAG DE JUISTE KLEDING
Draag nooit losse kleding, handschoenen, dassen
of sieraden (ringen , horloges ) die door bewegend e
ond erd elen kunne n wor den gegr epe n. Het gebru ik
van ANTI SLIP schoeisel wordt aanbevolen.
Gebruik bescher mende haarbedekking om lang
haar in bedwang te houden. Rol lange mouwen
op tot boven de elleboog.
1 1 . G E B R U I K E E N V E I L I G H E I D S B R I L
(hoofdbescherming)
Ge bru ik a lti jd e en v eil ig hei dsb ri l. Ee n ge wo ne
bril is slechts voorzien van normale glazen. Het is
dus GEEN veiligheidsbril. Als gedur ende boren of
frezen veel stof wordt geproduceer d, moet een
stof- of gelaatsmasker worden gebruikt. Gebruik
oor bes cher mer s als d e app arat uur l ang ere tij d
wordt gebruikt.
12. ZET HET WERKSTUK V AST
Gebruik, als dit praktisch mogelijk is, klemmen of
een bankschroef om het werkstuk vast te zetten.
Dit is veiliger en u heeft beide handen vrij voor de
bediening van de apparatuur .
13. WERK AL TIJD RUIM BINNEN UW BEREIK
Zorg er altijd voor dat u goed, stevig en goed
gebalanceerd staat.
14. ZORG VOOR ZORGVU LDIG ONDERH OUD V AN
HET GEREEDSCHAP .
Houd het gereedschap scherp en schoon om zo
goed en veilig mogelijk te kunnen werken en de
beste r esultate n te bereik en. V oer de instructi es uit
voor het smeren en verwisselen van accessoir es.
15. KOPPEL HET APP ARAA T AL TIJD LOS
D i t d i e n t t e g e s c h i e d e n v ó ó r o n d e r h o u d ;
gedurende het verwisselen van accessoires, zoals
kernboren, etc.
16. GEBRUIK DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES
Raadpleeg het handboek van de fabrikant voor
de aanbevolen accessoires. V oer de instructies uit
die bij deze accessoires behoren. Aan het gebruik
van onjuiste accessoires zijn gevar en verbonden.
17. CONTROLEER BESCHADIGDE ONDERDELEN
Vo o r d a t e e n b e s c h a d i g d g e r e e d s c h a p o f
bes cherm kap opnieu w wor dt gebr uikt , moet goed
wo rd en geco ntr ol eer d of der gel ijk e acce ssoi re s nog
goed en zoals bedoeld functioneren. Controleer
d e u i t l i j n i n g e n v a s t l o p e n v a n b e w e g e n d e
onder delen , breuk van onder delen, bevestigi ng en
and er e con diti es waar doo r de wer king kan wor den
beïnvl oed. Een beschadig de kap, beveilig ingsplaat
of a nd er o nd erd eel mo et o p de ju ist e m ani er
worden ger epareerd of vervangen.
1 8. L A A T D E M AC H I NE N O O IT O N B EWA AK T
DRAAIEN
Zet de stro om uit. Loop pas weg nada t de machin e
geheel tot stilstand is gekomen.