38
4. Zagen van aluminium werkstukken (Fig. 31)
Gebruik voor het vastzetten van aluminium werk-
stukken, vulblokken of afgedankte blokstukken,
zoals afgebeeld in Fig. 31, om vervorming van de
aluminium te voorkomen. Gebruik voor het zagen
ook zaagolie, om te voorkomen dat aluminium zaag-
sel zich op het zaagblad ophoopt.
LET OP:
Probeer nooit dikke of ronde aluminium werkstukken
te zagen. Dikke aluminium werkstukken kunnen tij-
dens het zagen losraken, en ronde aluminium werk-
stukken kunnen op deze zaagmachine niet worden
vastgezet.
5. Houten spanplaat (Fig. 32)
Gebruik een houten spanplaat om zaagsneden zon-
der splinters te verkrijgen. Bevestig een houten
spanplaat aan de geleider door de gaten in de gelei-
der te gebruiken.
LET OP:
• Gebruik recht hout van gelijke dikte voor de houten
spanplaat.
•Zie Fig. 32 voor de afmetingen van de aanbevolen
spanplaat.
6. Stukken van gelijke lengte zagen (Fig. 33)
Wanneer u verschillende stukken van dezelfde
lengte tussen 240 mm en 400 mm wilt zagen, kunt u
doeltreffender werken door de stelplaat (los verkrijg-
baar accessoire) te gebruiken. Monteer de stelplaat
op de houder zoals afgebeeld in Fig. 33. Breng de
zaaglijn op uw werkstuk op één lijn met de linker-
zijde of de rechterzijde van de groef in de
zaagsnede-plaat. Houd het werkstuk vast zodat het
niet kan bewegen, en plaats de stelplaat vlak tegen
het einde van het werkstuk. Zet daarna de stelplaat
vast met de schroef. Wanneer u de stelplaat niet
gebruikt, draait u de schroef los en draait u de stel-
plaat uit de weg.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Afstellen van de zaaghoek
Deze machine werd in de fabriek nauwkeurig afgesteld
en uitgelijnd, maar door ruwe behandeling kan de uitlij-
ning verslechterd zijn. Indien uw machine niet meer juist
is uitgelijnd, doe dan het volgende:
1) Verstekhoek (Fig. 34 en 35)
Draai de handgreep los en draai het draaibare voet-
stuk zodanig dat de wijzer 0° op de verstekschaal
aanwijst. Draai de handgreep stevig vast en draai de
zeskante bouten op de geleider los. Zet de zijde van
het zaagblad haaks ten opzichte van het vlak van de
geleider door de rechterzijde van de geleider te
bewegen; gebruik hiervoor een driehoekslineaal of
een winkelhaak e.d. Zet vervolgens de zeskante
bouten op de geleider stevig vast in de volgorde
aangegeven in Fig. 35.
2) Schuine hoek
i) 0° schuine hoek
Draai de hendel aan de achterzijde van de
machine los. Draai de zeskante moer los en draai
de zeskante bout (A) twee of drie slagen naar
rechts zodat het zaagblad naar rechts helt.
(Fig. 36)
Breng het handvat helemaal omlaag en zet de
zijde van het zaagblad haaks ten opzichte van het
bovenvlak van het draaibare voetstuk door de
zeskante bout (A) naar links te draaien; gebruik
hiervoor een driehoekslineaal of een winkelhaak
e.d. Draai daarna de zeskante moer vast om de
zeskante bout (A) vast te zetten. (Fig. 37)
Controleer of de wijzer op de arm 0° op de
schuine-hoek schaal op de armhouder aanwijst.
Indien niet, maak dan de bevestigingsschroef van
de wijzer los en stel de wijzer af. (Fig. 38)
ii) 45° schuine hoek
Stel de 45° schuine hoek pas in nadat de 0°
schuine hoek is ingesteld. Voor het instellen van
de 45° schuine hoek, draait u de hendel los en
doet u het zaagblad volledig naar links hellen.
Controleer of de wijzer op de arm 45° op de
schuine-hoek schaal op de armhouder aanwijst.
Indien niet, draai dan de zeskante bout (B) op de
zijkant van de arm totdat de wijzer naar 45° wijst.
(Fig. 38)
Vervangen van de koolborstels (Fig. 39 en 40)
Vervang de koolborstels wanneer deze tot aan de limiet-
merkstreep versleten zijn. Beide identieke koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.