Nederlands Blz. 42
O
9
Garagedeuraandrijving aan een sectionaaldeur:
• Bevestigingsplaat latei / deurkozijn (A) met de geleiderail waterpas bevestigen aan het
bovenste gedeelte van het deurkozijn, latei of aan het plafond. Let op: de bovenkant van het
deurblad moet ca. 10 mm onder de geleiderail doorgaan als deze zijn hoogste punt bereikt
(zie afb. 8.1 en 11).
• De aandrijving kan zolang met een bok of evt. een huishoudtrap ondersteund worden om
op een later tijdstip aan het plafond op te hangen.
• De twee trekstanghoekjes (B) met het deuraansluitelement (C) verbinden en in het midden
en aan de bovenkant van de deur met 4 schroeven vastzetten (zie afb. 8.1). Metaalboor ø 5mm.
• De aandrijving kan, indien nodig, tot 200 mm uit het midden gemonteerd worden.
• Bij houten sectionaaldeuren de houtschroeven ø 5x35 mm gebruiken. Boor ø 3mm.
• Twee zelftappende schroeven (D) zover in het deuraansluitelement draaien, tot de uiteinden
van de schroeven tegen het deurblad aanliggen
• Trekstang (E) met stift (G) in de geleideslede (F) plaatsen en met twee schroeven vastzetten.
• De trekstang en trekstanghoekjes verbinden (zie afb. 8.1).
Sloten of grendels op de deur verwijderen of buiten gebruik stellen.
Attentie:
Voor grote en zware sectionaaldeuren bijkomend de deuraansluitconsole Special 111
gebruiken, Art.-nr. 47 574 (zie afb. 8.2).
(maakt geen deel uit van het leveringspakket).
O
8
Garagedeuraandrijving aan een binnen de gevel draaiende kanteldeur:
Curvenarm Special 102, Art.nr. 564 865 en fotocel-set Special 606, Art.nr. 47 816 zijn hierbij
vereist (maken geen deel uit van het leveringspakket Comfort 210)
Voor de montage van de aandrijving, alle grendels van de deur buiten
werking stellen of demonteren.
• Bevestigingsplaat latei / deurkozijn (A) met de geleiderail waterpas bevestigen aan het
bovenste gedeelte van het deurkozijn, latei of aan het plafond. Let op: de bovenkant van het
deurblad moet ca. 10 mm onder de geleiderail doorgaan als deze zijn hoogste punt bereikt
(zie afb. 9 en 11).
• De aandrijving kan zolang met een bok of evt. een huishoudtrap ondersteund worden om
op een later tijdstip aan het plafond op te hangen.
Montage van de curvenarm:
• Hoekprofiel (B) met behulp van 6 plaatschroeven aan de bovenkant van het deurblad
vastschroeven (boor ø 5 mm).
• Het midden van het hoekprofiel moet in lijn liggen met het midden van de geleiderail.
• De curvenarm (C) in het hoekprofiel (B) steken en met twee hoekprofielen (D) op het
verstevigingsprofiel (E) van het deurblad vastschroeven.
Voorboren met een metaalboor ø 5 mm in het verstevigingsprofiel (4 x)
Voorboren met een metaalboor ø 7 mm in de curvenarm (2x)