Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 220.2, 250.2, 252.2, 250.2 speed NL (#84005) 5
Aanwijzingen voor de montage van het aandrijfsysteem
• Verzeker u ervan dat de deur zich in een goede mechanische toestand bevindt.
• Verzeker u ervan dat de deur in iedere positie blijft staan (in balans is).
• Verzeker u ervan dat de deur met de hand gemakkelijk in de richting OPEN en DICHT kan worden bewogen.
• Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
• Verwijder alle niet-benodigde componenten van de deur (bijv. kabels, kettingen, hoekstukken enz.).
• Stel alle vergrendelingen buiten werking, die na de montage van het aandrijfsysteem niet nodig zijn.
• Voor het installeren van de bekabeling koppelt u het aandrijfsysteem steeds los van de netspanning.
Verzeker u ervan dat tijdens het installeren van de bekabeling de netspanning onderbroken blijft.
• Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
• Installeer de net- en besturingskabels gescheiden. De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
• Monteer het aandrijfsysteem alleen bij gesloten deur.
• Monteer alle impulsdrukknoppen en radiografische commandogevers (bijv. radiografische codeschakelaar) op zicht -
afstand van de deur en op een veilige afstand van de bewegende delen van de deur. Een minimale montagehoogte
van 1,5 meter moet worden aangehouden.
• Plaats waarschuwingslabels/-stickers op plaatsen waar klemgevaar kan optreden.
• Verzeker u ervan dat, na montage, er geen delen van de deur uitsteken op de openbare weg.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem
De gebruikers van de deurinstallatie of hun vertegenwoordigers moeten na de inbedrijfstelling van de installatie worden
geïnstrueerd in de bediening.
• Verzeker u ervan dat kinderen niet met de besturing van de deur kunnen spelen.
• Alvorens de deur te bewegen, dient u zich ervan te verzekeren dat er zich geen personen of voorwerpen in de
gevarenzone van de deur bevinden.
• Controleer alle aanwezige Nood-bedieningsvoorzieningen.
• Grijp nooit in een lopende deur of bewegende onderdelen.
• Let op mogelijke knel- en afknijpgevaar van de deurinstallatie.
De bepalingen van EN 13241-1 moeten in acht worden genomen.
Aanwijzingen voor het onderhoud van het aandrijfsysteem
Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten regelmatig worden gecontroleerd en
eventueel worden hersteld. Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem altijd spanningsvrij
worden geschakeld.
• Controleer iedere maand of het aandrijfsysteem omkeert wanneer de deur een hindernis raakt. Zet daarvoor,
overeenkomstig de looprichting van de deur, een 50 mm hoge/brede hindernis in de dagopening.
• Controleer de instelling van het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT.
• Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en aandrijfsysteem.
• Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging.
• Controleer of de deur licht met de hand te bedienen is.
Aanwijzingen voor de reiniging van het aandrijfsysteem
Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt:
Een directe waterstraal, een hogedrukreiniger, zuren en logen.
Lees het onderstaande grondig door!
3. Algemene veiligheidsinstructies