Nederlands / Blz. 13
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
Functiecontrole netaansluiting en bekabeling aan
de aandrijving:
• Beweeg de deur manueel half open.
• Schakel de netspanning aan.
- Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING (8) moet branden.
-> Indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'.
• Druk op de toets 'DEUR OPEN' (11).
- De deur moet open gaan.
-> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt
'geen reactie na het geven van een impuls'.
Functiecontrole
ruststroomcircuit:
• Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één te
bedienen.
- De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht.
-> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting van
ieder veiligheidselement.
• Schakel nu de netspanning uit.
Attentie!
Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deur
NOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijn
minst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindposities
door het indrukken van de STOP-toets (13).