13
Rij-relevante bedieningselementen
Hoofdschakelaar = Met deze schakelaar wordt de locomotief ingeschakeld, het scherm toont de actuele
bedrijfstoestand. Er kan nog niet met de loc gereden worden. Geen uitwerking op de sound-
functie (aanraken met stylus).
Pantograaf omhoog =Deze schakelaar simuleert het aanleggen van de pantograaf aan de rijdraad, nu kan er
met de loc gereden worden.
Rijstandenschakelaar = schakelen van de rijstanden om te rijden, bij het terug schakelen naar stand 0 blijft
de loc doorrijden. De loc rijdt uit en wordt, overeenkomstig de rolweerstand , afgeremd. Dit
afremmen komt niet overeen met de ingestelde optrek- afremvertraging. De rijstandenscha-
kelaar kan met de stylus of met de linker draairegelaar bedient worden.
Dodemansknop = deze moet met onregelmatige tussenpozen ingedrukt worden. Als de knop niet in is gedrukt,
verschijnt op het informatiedisplay een aanvraag. Als er een luidspreker aangesloten is op
het CS, laat deze een waarschuwingstoon horen. Wordt de dodemansknop daaropvolgend
niet ingedrukt , dan volgt een noodremming. De dodemansknop kan door het indrukken van de
linker rijregelknop of op het scherm met de stylus bedient worden.
Remkraan = door het bedienen van de remkraan wordt de loc overeenkomstig de stand van de remkraan
afgeremd (optrek- afremvertraging werkt niet). De remkraan kan met de stylus of met de
rechter draairegelaar bedient worden.
Loc functies = met deze toetsen worden d.m.v. de stylus de functies in de loc geschakeld.
Bedrijfshulpstoffen meters = Deze bedrijfshulpstoffen zijn noodzakelijk voor het rijbedrijf. Is één van de hulp-
stoffen op, dan schakelt de locomotief over in een slakkengang. Pas als de bedrijfshulpstoffen
weer aangevuld zijn, kan de locomotief weer gewoon bestuurd worden.
Het aanvullen van de bedrijfshulpstoffen is afhankelijk van de speelmodus.
Half-profi: door op het symbool van de benzinepomp te drukken (niet plaatsgebonden)
Profi: zonder cabine, door op het symbool van de benzinepomp te drukken (niet plaatsge-
bonden)
met cabine, door op het symbool van de hulpstofmeter te drukken (niet plaatsge-
bonden)
met cabine en het gebruik van het locomotiefdepot (in het locomotiefdepot, plaats-
gebonden).
Specialist: met cabine door op het symbool van de hulpstofmeter te drukken (niet plaatsge-
bonden)
met cabine en het gebruik van het locomotiefdepot (in het locomotiefdepot,
plaatsgebonden).
Informatiedisplay
= hier krijgt u informatie voor het rijden met de locomotief (dodemansknop, bevoorrading e.d.)
Rijrichting wijzigen = rijrichting kiezen (de rijrichting kan alleen bij rijstand 0 gewijzigd worden).
Cabinevoorruit = toont het beeld van een fictief traject alsmede bij het aanvragen een beeld van een
fictieve bevoorradings inrichting voor de bedrijfshulpstoffen.