1.2.2 DOLBY DIGITAL SETUP (via digitale uitgangen)
Volg de instructies gegeven in het DVD setup menu in combinatie
met de instellingen aangegeven in dit menu. Dolby Digital setup is inclusief de ondersteuning van L-
MONO en R-MONO and dynamische compressie. Indien u al over een versterker beschikt met
Dolby-Prologic en DTS decoder aan boord, kunt u de instelling op “STEREO-LEFT-RIGHT en MIXED
geluid” zetten.
Standaard voor 5.1 Dolby prologic weergave, dient u dus de instelling ‘STEREO” te gebruiken.
De SPDIF uitgangen zetten de digitale coaxiale of glasvezel uitgangen aan/uit of stellen de gewenste
compressie in, afhankelijk wat u wilt gaan gebruiken. Nader informatie betreffende de compressie
kunt u vinden op de gebruikte DVD indien ondersteund.
1.2.2.2 PCM CHANNEL
Kies welke kanalen er zullen worden gebruikt voor de DVD speler.
Met de pijltjes toetsen kunt u uw keuze maken. Druk vervolgens op ENTER om uw keuze te
bevestigen.
1.2.2.3 LPCM Out
Kies welke datastroom type er wordt gebruikt. Normaal gesproken kunt u deze op 96K houden. Met
de pijltjes toetsen kunt u uw keuze maken. Druk vervolgens op ENTER om uw keuze te bevestigen.
1.2.3 DOLBY DIGITAL SETUP (via digitale uitgangen)
Volg de instructies gegeven in het DVD setup menu in combinatie
met de instellingen aangegeven in dit menu. Dolby Digital setup is inclusief de ondersteuning van L-
MONO en R-MONO and dynamische compressie. Indien u al over een versterker beschikt met
Dolby-Prologic en DTS decoder aan boord, kunt u de instelling op “STEREO-LEFT-RIGHT en MIXED
geluid” zetten.
Standaard voor 5.1 Dolby prologic weergave, dient u dus de instelling ‘STEREO” te gebruiken.
1.2.3.2 DYNAMIC RANGE COMPRESS
Volg de instructies gegeven in het DVD setup menu in combinatie
met de instellingen aangegeven in dit menu.
De Dynamische compressie levert een aangepast geluid
Waardoor de dynamiek meer of minder wordt.
U bent vrij dit in te stellen zoals u dat wilt.
1.2.4 CHANNEL DELAY
Met deze functie kunt u een effect aan een bepaald kanaal geven in vorm van een vertraging.
U kunt kiezen tussen RS, LS, Center en subwoofer speaker. Gebruik bij deze instellingen de pijltjes
toetsen op uw afstandbediening.
1.2.6.1 PROLOGIC SETUP
Stel hier de Prologic eigenschappen in. De reverb model is te gebruiken indien er een galm
weergave wordt vereist.
Met de pijltjes toetsen kunt u uw keuze maken. Druk vervolgens op ENTER om uw keuze te
bevestigen.