24 25
NL H Aansluitingsindicator
– Wit (gedimd): het apparaat staat in de stand-bymodus.
– Wit (knipperend): het apparaat wordt gestart.
– Wit (constant): Verbonden met het netwerk. De draadloze
signaalsterkte is hoog.
– Oranje (constant): Verbonden met het netwerk. De
draadloze signaalsterkte is medium.
– Rood (constant): Verbonden met het netwerk. De draadloze
signaalsterkte is laag.
– Rood (knipperend): fout in netwerkverbinding.
– Blauw (knipperend): het apparaat staat in de Bluetooth-
koppelingsmodus.
– Blauw (continu aan): de indicator brandt continu blauw als
de Bluetooth-koppeling is gelukt.
– Rood (continu aan): de indicator brandt continu rood als de
Bluetooth-koppeling is mislukt.
I Productindicator
– Uit: het apparaat staat in de stand-bymodus of is
uitgeschakeld.
– Wit (knipperend): het apparaat wordt gestart.
– Rood (continu aan): beide indicatoren blijven tijdens het
terugzetten naar de fabrieksinstellingen rood branden.
– Rood (knipperend): beide indicatoren knipperen op hetzelfde
moment rood om aan te geven dat een software-update wordt
uitgevoerd. Het apparaat niet gebruiken en niet uitschakelen.
– Rood (knipperend): firmware-fout. Het apparaat
loskoppelen van het stopcontact en weer aansluiten.
– Oranje (knipperend): de indicator knippert oranje wanneer
het apparaat oververhit is en moet afkoelen.