18
Een was doen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 95°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het
slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij niet verder kan.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u een programma met functie VOORWAS of
INWEKEN kiest, ook voorwasmiddel in vak
doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer op het gewenste
programma. Schakel de machine uit door de
programmakiezer op stand O/UIT te draaien.
De lampjes van de fasen waaruit het programma
bestaat, gaan branden. Het lampje van toets
START/PAUZE gaat knipperen.
5. Centrifugetoerental instellen
Toets CENTR. indrukken tot het gewenste
toerental of de spoelstop functie ingesteld is; het
betreffende controlelampje gaat branden.
6. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
CENTR.
KORT CENTR.