Isolatie leiding:
a. Plaats de afvoerslang onder de leiding.
b. Gebruik meer dan 6 mm dik isolatie-
materiaal.
- De afvoerslang moet licht aflopen om het
vocht gemakkelijk af te kunnen voeren.
Let op dat de afvoerslang niet gedraaid
ligt, of uitsteekt, het uiteinde mag niet in
het water hangen.
Als de afvoerleiding met een slang wordt
verlengd dient het gedeelte dat langs de binnenunit loopt te worden geïsoleerd.
- Wanneer de leidingen aan de rechterkant zitten, dienen leiding, voedingskabel en afvoerleiding
geïsoleerd te worden en met een pijpenklem aan de achterkant van de binnenunit te worden
gemonteerd.
A. Pijpenklem op groef aanbrengen.
B. Druk dan de klem vast op de montageplaat.
1
Grote pijp
Voedingskabel
Kleine
pijp
Afvoerslang
Bedrading ontdooiregeling
(warmtepomp)
Voedingskabel 1
(warmtepomp)
Isolatieleiding
Montageplaat
Pijpenklem
Montageplaat
Pijpenklem
Montageplaat
Hier vast-
haken
Hier door-
steken
Verbinden leidingen
a. Verbind de binnenunit leidingen met twee moersleutels.
Kies het juiste aanhaalmoment om te voorkomen dat leiding,
verbindingsstukken en moeren vervormen of beschadigen.
b. Eerst met de hand aandraaien, daarna met moersleutels
vastzetten.
Tape
Model
Liquid Side (ø6 or 1/4 inch) 1.8 kg.m 17 mm
Liquid Side (ø10 or 3/8 inch) 3.5 kg.m 22 mm
Gas Side (ø10 or 3/8 inch) 3.5 kg.m 22 mm
Gas Side (ø12 or 1/2 inch) 5.5 kg.m 24 mm
Gas Side (ø16 or 5/8 inch) 7.5 kg.m 27 mm
7