-- 75 --
Start-
handvat
Ontstekingsknop
Starthefboom
4. Trek met een gecontroleerde en vloeiende
beweging5 keer krachtig aan de hendel van
het startkoord (niet meer dan 3 keer boven
32ûC. Als de motor al tijdens de derde of
vierde keer start als u aan het koord trekt,
dient u de motor eerst 5 seconden te laten
draaien; druk vervolgens de gashendel
volledig in om het startsysteem uit te
schakelen (starthendel keert terug in de
stand RUN (ingeschakeld)). Stap 5 en 6 zijn
niet nodig.
5. Druk de gashendel volledig in om het
startsysteemuit te schakelen (starthendel
keert terug in de stand RUN
(ingeschakeld)).
6. Geef een flinke ruk aan de hendel van het
startkoord en houd hierbij de gashendel
ingedrukt totdat de motor start en draait.
EEN WARME MOTOR STARTEN
1. Druk de gashendel in en houd deze vast.
2. Geef een flinke ruk aan de hendel van het
startkoord en houd hierbij de gashendel
ingedrukt totdat de motor start en draait.
LET OP: Normaal, kan de startprocedure
voor een warme motor binnen 5 -- 10 minuten
worden gebruikt nadat de motor is uitgezet.
Indien de motor meer dan 10 minuten niet is
gebruikt, dan zal de motor moeten worden
gestart door de stappen te volgen zoals
beschreven onder EEN KOUDE MOTOR
STARTEN of door de stappen van de
startinstructie te volgen als vermeld op de unit.
EEN VERZOPEN MOTOR STARTEN
Verzopen motoren kunnen worden gestart door
de starthendel in de stand RUN (ingeschakeld)
tezettenendegashendel volledigin tedrukken.
Trek herhaaldelijk aan de starthendel en houd
hierbij de gashendel ingedrukt totdat de motor
start en draait. Het aantal keer dat aan de
starthendel moet worden getrokken hangt af
van hoe ernstig de motor is verzopen. Indien de
maaier dan nog niet start, zie dan de
PROBLEEM-- OPLOSSINGSTABEL.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Verwijder de
brandstofdop langzaam bij het opvullen met
brandstof.
CONTROLEER OP LOSSE
SLUITINGEN EN ONDERDELEN
S Geluiddemper
S Bougiehouder
S Luchtfilter
S Schroeven behuizing
CONTROLEER OP BESCHADIGDE
OF VERSLETEN ONDERDELEN
Voor vervanging van beschadigde/versleten
onderdelen, dient u naar een erkende
servicedealer te gaan.
S Brandstoftank. U dient het apparaat niet
verder te gebruiken indien de
brandstoftank beschadigd is of lekt.
S Vacuümzak– U dient hetapparaat nietverder
te gebruiken indien de vacuümzak is
gescheurd of beschadigd.
APPARAAT REINIGEN & LABELS
S Inspecteer het gehele apparaat na elk
gebruik op losse of beschadigde
onderdelen. Reinig het apparaat en de
labels met een vochtige doek en een mild
reinigingsmiddel.
S Wrijf het apparaat af met een schone droge
doek.
LUCHTFILTER REINIGEN
Knop
Deksel
luchtfilter
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigen:
Door een vuil luchtfilter worden de prestaties
van de motor minder en nemen het
brandstofgebruik en de uitstoot van
schadelijke gassen toe. Reinig het altijd na 5
gebruiksuren.
1. Reinig het deksel en het gebied
daaromheen om te voorkomen dat vuil in
de carburatorkamer terechtkomt wanneer
het deksel wordt verwijderd.
LET OP: Zet de chokehendel op de stand
RUN voordat u het deksel van het luchtfilter
opent.