643376
54
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/56
Nächste Seite
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK NL
PELLETKACHEL
GIÓ
Instructies in de oorspronkelijke taal
II
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................II
INLEIDING ..................................................................................................................1
1WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN ....................................................2
2BRANDSTOF ............................................................................................................6
3INSTALLATIE ............................................................................................................7
4ROOKKANAAL ..........................................................................................................8
5SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN..................................................................15
6INSTALLATIE EN MONTAGE .....................................................................................17
7BEDIENINGSPANEEL ..............................................................................................23
8WERKING ..............................................................................................................30
9BEVEILIGINGEN .....................................................................................................41
10ALARMEN ............................................................................................................42
11REINIGINGEN ......................................................................................................44
12DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN....................................................................49
13ELEKTRONISCHE KAART........................................................................................52
1
INLEIDING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Geachte Klant,
onze producten zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Europese refrentienormen voor bouwproducten (EN13240
houtkachels, EN14785 pellet toestellen, EN13229 haarden/inbouwelementen om met hout te verwarmen, EN 12815 keukens die
met hout verwarmen), met materialen van hoogstaande kwaliteit en een gedegen ervaring inzake transformatieprocessen. Verder
beantwoorden de producten aan de essentiële voorschriften van de richtlijn 2006/95/EG (laagspanning) en van de richtlijn 2004/108/
EG (elektromagnetische compatibiliteit).
Wij raden u aan om de instructies in deze handleiding aandachtig te lezen zodat u de beste prestaties van het toestel verkrijgt.
Deze handleiding voor installatie en gebruik maakt integraal deel uit van het product: zorg ervoor dat het altijd bij het toestel blijft, ook
wanneer het toestel aan een andere eigenaar wordt overgemaakt. In geval van verlies kunt u bij de plaatselijke technische dienst een
kopie aanvragen, of die rechtstreeks van de website van het bedrijf downloaden.
Alle plaatselijke reglementeringen, ook deze die betrekking hebben op de nationele en Europese normen, moeten op het moment van
installatie van het toestel worden nageleefd.
In Italië wordt voor de installaties met biomassa minder dan 35KW verwezen naar het ministerieel besluit 37/08 en elke gekwaliceerde
installatie die hiertoe bevoegd is moet het conformiteitsattest van de installatie aeveren. (Met installatie wordt bedoeld: kachel +
schoorsteen + luchtinlaat).
HERZIENINGEN VAN DE UITGAVE
De inhoud van deze handleiding is van strikt technische aard en het eigendom van MCZ Group Spa.
Geen enkel deel van deze handleiding mag in een andere taal vertaald worden en/of geheel of gedeeltelijk aangepast en/of
gereproduceerd worden in een andere vorm, en/of mechanisch, elektronisch middel, door fotokopieën, opnames of op een andere wijze,
zonder voorgaande schriftelijke autorisatie van MCZ Group Spa daarvoor ontvangen te hebben.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om op ieder gewenst moment en zonder voorgaande kennisgeving eventuele wijzigingen op het
product aan het brengen. Het bedrijf dat eigenaar is beschermt haar rechten volgens de wettelijke voorschriften.
ZORG VOOR DE HANDLEIDING EN RAADPLEGING
• Bewaar deze handleiding op een plek die snel en makkelijk kan bereikt worden.
• Mocht deze handleiding verloren gaan of vernietigd worden, vraag uw verkoper of de geautoriseerde technische assistentiedienst
dan om een kopie. Het is ook mogelijk om die van de website van het bedrijf te downloaden.
• Vetjes gedrukte tekst vraagt om bijzondere aandacht van de lezer.
• Cursieve tekst wordt gebruikt om uw aandacht te vestigen op andere paragrafen die aanwezig zijn in deze handleiding of om
eventuele extra verduidelijkingen te geven.
• De "Opmerking" verstrekt de lezer extra informatie over het onderwerp.
IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
LET OP:
lees en begrijp het betreende bericht met aandacht omdat de veronachtzaming ervan het product
ernstige schade kan berokkenen en de persoonlijke veiligheid van de gebruiker in gevaar kan
brengen.
INFORMATIE:
de veronachtzaming ervan zal het gebruik van het product benadelen.
OPERATIONELE SEQUENTIES:
sequentie van knoppen die ingedrukt moeten worden om het menu te bereiken of om instellingen uit te voeren.
HANDLEIDING
raadpleeg deze handleiding of de bijbehorende instructies met aandacht.
2
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
• De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking en het onderhoud mogen uitsluitend door
gekwaliceerd, bevoegd personeel uitgevoerd worden.
• Installeer het product volgens de plaatselijke en nationale wetten en de normen die plaatselijk, regionaal of
nationaal van kracht zijn.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant wordt aangeraden. Het product mag niet als verbrander gebruikt worden. Het
gebruik van vloeibare brandstof is absoluut verboden.
• Plaats geen andere brandstof dan houten pellets in de voorraadbak.
• Voor een correct gebruik van het product en van de elektronische apparatuur die hierop is aangesloten, en om ongevallen te
vermijden, moeten de aanwijzingen in deze handleiding steeds gerespecteerd worden.
• Voordat ongeacht welke handeling uitgevoerd wordt, moet de gebruiker of een ieder die met het product gaat werken de volledige
inhoud van deze handleiding voor installatie en gebruik gelezen en begrepen hebben. Fouten of slechte instellingen kunnen
gevaarlijke situaties en/of een onregelmatige werking veroorzaken.
• Gebruik het product niet als trap of steunstructuur.
• Laat geen wasgoed op het product drogen. Eventuele droogrekken of dergelijke moeten op voldoende afstand van het product
geplaatst worden. Brandgevaar.
•  Alle verantwoording voor oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten laste van de gebruiker. De producent kan hiervoor niet civiel
of strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
• Het op ongeacht welke wijze onklaar maken van het product, of de niet geautoriseerde vervanging met niet-originele onderdelen
van het product, kan gevaarlijk zijn voor de veiligheid van de gebruiker. Het bedrijf kan hiervoor niet civiel of strafrechtelijk
aansprakelijk gesteld worden.
• Het merendeel van de oppervlakken van het toestel wordt zeer heet (deur, handgreep, ruit, afvoerleidingen voor rookgassen, enz.).
Raak deze delen dus niet aan zonder gepaste beschermende kledij of beschermingsmiddelen, zoals thermische
handschoenen of systemen type “cold hand”.
• Het is verboden om het product in werking te stellen als de deur open staat of het glas stuk is.
• Het product moet elektrisch aangesloten worden op een installatie die voorzien is van een doeltreend aardsysteem.
• Schakel het product uit in geval van een defect of een slechte werking.
• De opeenhoping van onverbrande pellets in de brander moet na elke melding “geen ontsteking” verwijderd worden voordat een
nieuwe inschakeling wordt uitgevoerd. Controleer of de brander schoon is en goed is aangebracht vooraleer opnieuw aan te zetten.
• Reinig het product niet met water. Het water zou de unit kunnen binnendringen en de elektrische isolaties kunnen beschadigen,
zodat elektrische schokken kunnen veroorzaakt worden.
• Blijf niet lange tijd voor het in werking zijnde product staan. Verwarm het vertrek waar u verblijft en waar het product gemonteerd
is niet te intensief. Dit kan uw fysieke conditie aantasten en gezondheidsproblemen veroorzaken.
• Installeer het product in vertrekken waar geen brandgevaar bestaat en die met alle nutsvoorzieningen, zoals lucht- en stroomtoevoer,
zijn uitgerust en voorzien zijn van rookafvoersystemen.
• In geval van schoorsteenbrand schakel het apparaat dan uit, sluit het af van het net en open nooit het deurtje. Bel vervolgens de
bevoegde instanties.
• De opslag van het product en van de bekleding moet plaatsvinden in een ruimte zonder vochtigheid die bescherming tegen de
weersomstandigheden biedt.
• Het wordt aangeraden om de steunpootjes op de vloer, waarop de romp van het product rust, niet te verwijderen om een gepaste
isolatie te garanderen, vooral wanneer de vloer uit brandbaar materiaal bestaat.
• In geval van een defect van het aanmaaksysteem dient u het aansteken niet te forceren met gebruik van ontvlambaar materiaal.
• Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd en geautoriseerd personeel.
• Beoordeel de statische situatie van de vloer waarop het gewicht van het product komt te rusten en zorg voor passende isolatie als de
vloer van ontvlambaar materiaal is (bijv. hout, vloerbedekking, plastic).
3
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
INFORMATIE:
Wend u voor ongeacht welk probleem tot de verkoper of tot door het bedrijf geautoriseerd en gekwaliceerd personeel.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant is aangegeven.
• Bij de eerste inschakeling is het normaal dat het product rook afgeeft te wijten aan de eerste verhitting van de lak. Zorg er dus voor
dat het lokaal waarin het toestel is geïnstalleerd goed verlucht is.
• Controleer en reinig regelmatig de rookafvoerleidingen (aansluiting op de schoorsteen).
• Het product is geen kookfornuis.
• Houd het deksel van de voorraadbak van de brandstof altijd gesloten.
• Bewaar deze handleiding voor installatie en gebruik zorgvuldig tijdens de volledige levensduur van het product. In geval van
verkoop of overdracht aan een andere gebruiker moet deze handleiding altijd bij het toestel blijven.
GEBRUIKSBESTEMMING
Het product werkt uitsluitend op houten pellets en moet binnenshuis geïnstalleerd worden.
GARANTIEVOORWAARDEN
Het bedrijf geeft garantie op het product, met uitzondering van de elementen onderhevig aan normale slijtage zoals hierna
vermeld, gedurende 2 (twee) jaar vanaf de datum van aankoop, wat wordt aangetoond door:
• een bewijsdocument (factuur en/of scaal bewijs) dat de naam van de verkoper en de datum vermeldt waarop de verkoop
plaatsvond;
• de verzending van het garantiecerticaat, ingevuld binnen 8 dagen na de aankoop.
Opdat de garantie verder zou geldig worden en eectief zijn, mag de installatie volgens de regels van de kunst en de inwerkingstelling
van het toestel uitsluitend door gekwaliceerd personeel worden uitgevoerd, dat in de voorziene gevallen aan de gebruiker een
gelijkvormigheidsattest van de installatie en verklaring van goede werking van het toestel moet overhandigen.
Wij raden aan om de werkingstest van het toestel uit te voeren vooraleer de voltooiing met de desbetreende afwerkingen (bekledingen,
kleurafwerking van de wanden, enz.) te doen.
Installaties die niet overeenkomen met de geldende normen doen de garantie van het product vervallen, evenals oneigenlijk gebruik en
het niet uitvoeren van het onderhoud zoals door de fabrikant voorzien.
De garantie is van kracht op voorwaarde dat de aanwijzingen en waarschuwingen worden nageleefd in de handleiding voor gebruik en
onderhoud dat bij het toestel zit, zodat een zo correct mogelijk gebruik mogelijk is.
De vervanging van het hele toestel of de reparatie van een van zijn onderdelen zorgen niet voor verlenging van de garantie, die
ongewijzigd blijft.
Met garantie wordt de gratis vervanging of reparatie bedoeld van delen die als defect worden erkend als gevolg van
fabricatiefouten.
Om zich op de garantie te kunnen beroepen wanneer er zich een defect voordoet, moet de eigenaar het garantiecerticaat bewaren en dit
samen met het aankoopbewijs aan de technische dienst voor assistentie voorleggen.
4
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Alle slechte werkingen en/of schade aan het toestel die aan de volgende oorzaken te wijten zijn, zijn van deze garantie uitgesloten:
• Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsing
• alle delen die defect blijken door verwaarlozing of onachtzaamheid tijdens het gebruik, door foutief onderhoud, door een installatie
die niet conform is met wat door de fabrikant is aangegeven (raadpleeg altijd de handleiding voor installatie en gebruik die bij het
toestel zit)
• foutieve dimensionering in verhouding tot het gebruik of defecten tijdens de installatie of het niet toepassen van de nodige
maatregelen om een uitvoering volgens de regels van de kunst te verzekeren.
• onjuiste oververhitting van het toestel, namelijk door gebruik van brandstoen die niet conform zijn met het type en met de
hoeveelheden aangegeven in de meegeleverde instructies
• andere schade veroorzaakt door foutieve interventies van de gebruiker wanneer die probeert om het oorspronkelijke defect zelf op
te lossen
• verergering van de schade veroorzaakt door het toestel verder te gebruiken nadat het defect zich voordeed
• eventuele corrosie, aanslag of breuken veroorzaakt door zwerfstroom, condens, agressiviteit of zuurheid van het water, onjuist
uitgevoerde aanslagwerende behandelingen, watertekort, bezinksel van modder of kalkaanslag
• ineciëntie van de schoorstenen, rookgaskanalen of delen van de installatie waarvan het toestel afhangt
• schade toegebracht door het openbreken van het toestel, weersinvloeden, natuurrampen, vandalisme, elektrische schokken, brand,
defecten aan de elektrische en/of hydraulische installatie.
Bovendien is het volgende van deze garantie uitgesloten:
• onderdelen onderhevig aan normale slijtage, zoals pakkingen, ruiten, bekledingen en roosters in gietijzer, gelakten verchroomde of
vergulde onderdelen, de handgrepen en elektrische kabels, lampen, verlichte controlelampjes, draaiknoppen en alle delen van de
vuurhaard die weggenomen kunnen worden.
• De kleurwijzigingen van de gelakte delen en de delen van keramiek/serpentijn, alsook barstjes in de keramiek, omdat dit natuurlijke
kenmerken van het materiaal en van het gebruik van het product zijn.
• metselwerk
• onderdelen van de installatie (indien aanwezig) die niet door de fabrikant zijn geleverd
Eventuele technische interventies op het toestel om voornoemde defecten en daaruit voortvloeiende schade weg te nemen, moeten
bijgevolg met de technische dienst voor assistentie worden overeengekomen. Deze dienst behoudt zich het recht voor om de betreende
opdracht al of niet te aanvaarden en de opdracht wordt in ieder geval niet in garantie uitgevoerd, maar wel als technische assistentie
geleverd onder eventuele speciek overeengekomen voorwaarden en volgens de tarieven die van kracht zijn voor de uit te voeren werken.
Bovendien worden de kosten nodig om foutieve technische interventies uitgevoerd door de gebruiker te corrigeren, om forceringen te
herstellen of alle andere schadelijke factoren die niet te herleiden zijn tot oorspronkelijke defecten, ten laste van de gebruiker zijn.
Met uitzondering van de beperkingen die door de wetten of reglementeringen worden opgelegd, blijft verder iedere garantie uitgesloten
voor atmosferische en akoestische vervuiling.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die, rechtstreeks of onrechtstreeks, te wijten is aan
personen, dieren of voorwerpen als gevolg van het niet respecteren van alle voorschriften die aangeduid worden in deze
handleiding, en vooral diegene betreende de installatie, het gebruik en het onderhoud van het toestel.
5
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
RESERVEONDERDELEN
In geval het toestel niet goed werkt, moet men zich tot de verkoper wenden, die de technische dienst voor assistentie zal contacteren.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. De verkoper of het assistentiecentrum kan u alle nuttige informatie over de
reserveonderdelen verstrekken.
Er wordt geadviseerd niet te wachten tot de componenten door het gebruik versleten geraakt zijn, alvorens ze te vervangen. Het is nuttig
om periodieke onderhoudscontroles uit te voeren.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor oneigenlijk gebruik of niet-toegestane wijzigingen van het
product of van een accessoire.
Voor iedere vervanging dienen uitsluitend originele reserveonderdelen gebruikt te worden.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VUILVERWERKING VAN HET PRODUCT IN OVEREENSTEMMING MET
DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG EN LATERE WIJZIGING 2003/108/EG.
Aan het einde van de nuttige levensduur mag het product niet samen met het gewone huishoudafval worden verwerkt.
Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of naar een verkooppunt dat
deze service verschaft.
Het apart verwerken van het product voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte
verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoen te verkrijgen.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van de apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste
vuilnisbak aangebracht.
6
2-BRANDSTOF
De aanwijzingen in dit hoofdstuk verwijzen expliciet naar de Italiaanse installatienorm UNI 10683. Men moet in ieder geval altijd de
geldende normen respecteren die in het land van installatie van kracht zijn.
DE PELLETS
De pellets worden verkregen uit het vezeltrekproces van zaagsel tijdens de bewerking van natuurlijk gedroogd hout (zonder verf). De
compactheid van het materiaal wordt gegarandeerd door lignine dat zich in het hout zelf bevindt, waardoor de productie van pellets
zonder lijm of bindmiddelen kan verkregen worden.
Op de markt zijn verschillende types pellets verkrijgbaar, met kenmerken die variëren op basis van de gebruikte houtmengsels. De
diameter varieert van 6 tot 8 mm, met een standaardlengte tussen 5 en 30 mm. Pellets zijn van goede kwaliteit als ze een densiteit van
600 tot meer dan 750 kg/m³ hebben, met een watergehalte tussen 5% en 8% van hun gewicht.
Pellets zijn een ecologische brandstof omdat ze de houtresten maximaal benutten, zodat een schonere brandstof wordt verkregen dan
die, die geproduceerd wordt met fossiele brandstoen. Pellets hebben eveneens technische voordelen.
Een goede houtsoort heeft een warmtevermogen van 4,4 kW/kg (15% vochtigheid, na een droogperiode van 18 maanden) terwijl pellets
een warmtevermogen rond 4,9 kW/kg hebben. Om een goede verbranding te garanderen, moeten de pellets bewaard worden in een
vochtvrije plaats en moeten ze beschermd worden tegen vuil. Pellets worden gewoonlijk geleverd in zakken van 15 kg, dus is de opslag
zeer praktisch.
Pellets van goede kwaliteit garanderen een correcte verbranding en beperken de schadelijke emissie in de atmosfeer.
Als de brandstof van slechte kwaliteit is, zullen de vuurpot en de verbrandingskamer eerder gereinigd moeten
worden.
De belangrijkste kwaliteitscerticaties voor pellets die op de Europese markt bestaan, garanderen dat de brandstof binnen klasse A1/A2
valt volgens EN14961-2. Enkele voorbeelden van deze certicaties zijn: ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135, deze garanderen dat meer
bepaald de volgende eigenschappen verzekerd zijn:
• warmtevermogen: 4,6 ÷ 5,3 kWh/kg.
• Watergehalte: max 10% van het gewicht.
• Percentage assen: max 1,5% van het gewicht.
• Diameter: 5 ÷ 6 mm.
• Lengte: max 40 mm.
• Inhoud: 100% onbehandeld hout, zonder toevoeging van bindmiddelen (schorspercentage max. 5%).
• Verpakking: in zakken bestaande uit ecologisch compatibel of biologisch afbreekbaar materiaal.
Het bedrijf raadt aan om voor haar producten gecerticeerde brandstof (ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135) te
gebruiken.
Het gebruik van slechte of niet-conforme pellets, volgens de eerder aangeduide informatie, schaadt de werking van
uw product en kan de garantie doen vervallen, evenals de aansprakelijkheid van het bedrijf.
ZAK BRANDSTOF VAN 15 KG
7
3-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORWOORD
De montagepositie moet worden gekozen in functie van de omgeving, van de uitlaat en van het rookkanaal. Controleer bij de plaatselijke
overheden of er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het
rookkanaal en de schoorsteenpot. De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af in geval van een installatie die niet conform is met de
geldende wetten, bij een onjuiste luchtverversing van de lokalen, bij een elektrische aansluiting die niet conform is met de normen en bij
oneigenlijk gebruik van het toestel. De installatie moet door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd, hij moet aan de eigenaar
een verklaring van conformiteit van de installatie overhandigen en neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de denitieve
installatie en daaruit volgend voor de goede werking van het product.
Meer bepaald dient men te controleren of:
• er een geschikte inlaat is voor de verbrandingslucht en een afvoer voor de rookgassen conform met het type geïnstalleerd product
• andere kachels of geïnstalleerde systemen de kamer waar het toestel is geïnstalleerd niet in onderdruk brengen (voor hermetische
toestellen afzonderlijk is maximaal 15 Pa onderdruk in de ruimte toegestaan)
• er geen terugkeer van rookgassen in het lokaal is wanneer het toestel aan staat
• de evacuatie van de rookgassen volledig veilig is uitgevoerd (afmetingen, hermetische afvoer van rookgassen, afstand tot brandbare
materialen ...).
Het is aanbevolen om in de gegevens op het label van het rookkanaal de veilige afstanden te controleren: deze moeten
worden nageleefd wanneer er brandbare materialen aanwezig zijn, evenals voor het te gebruiken type isolatiemateriaal.
Deze voorschriften moeten altijd strikt worden nageleefd om ernstige schade voor de gezondheid van de personen en
aantasting van de integriteit van de woning te vermijden. De installatie van het toestel moet een gemakkelijke toegang verzekeren
voor de schoonmaak van het toestel, van de leidingen voor afvoer van de rookgassen en van het rookkanaal. Het is verboden de kachel
te installeren in lokalen waar er brandgevaar heerst. De installatie in monolokalen, slaapkamers en badkamers is alleen
toegelaten voor hermetische of gesloten toestelllen voorzien van een geschikte kanalisering van de verbrandingslicht
rechtstreeks naar buiten. Behoud altijd een geschikte afstand en bescherming omp te vermijden dat het product met
water in contact komt.
Wanneer er meerdere toestellen geïnstalleerd zijn, moet men voor een aangepaste, voldoende luchtinlaat van buitenaf zorgen.
MINIMUMAFSTANDEN
Het is aanbevolen om de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtcirculatie om een eciënte
verluchting van het toestel en een goede verdeling van de warmte in de ruimte toe te laten. Respecteer de afstanden tot brandbare
of hittegevoelige voorwerpen (sofa's, meubels, houten bekledingen, enz.) zoals in de specicaties aangegeven. De frontale afstand tot
brandbare materialen moet minstens 1 meter bedragen.
Wanneer er bijzonder delicate voorwerpen aanwezig zijn, zoals meubelen, gordijnen of sofas, moet de afstand tot de kachel op op
passende wijze worden vergroot.
Bij een houten vloer is het raadzaam een vloerbescherming te monteren in overeenstemming met de normen die
van kracht zijn in het land.
GIÓ
Onbrandbare muren Brandbare muren
A = 5 cm
B = 5 cm
A = 5 cm
B = 10 cm
Als de vloer uit brandbaar materiaal bestaat, is het aanbevolen om een bescherming in onbrandbaar materiaal (staal, glas ...) te gebruiken;
zorg ervoor dat die ook het frontale gedeelte beschermt tegen eventueel vallende brandstofresten tijdens de schoonmaakwerkzaamheden.
Het toestel moet op een vloer met geschikt draagvermogen worden geïnstalleerd.
Als de bestaande constructie niet aan deze vereiste voldoet, moet men passende maatregelen treen (bijvoorbeeld een plaat leggen om
de belasting van het gewicht te verdelen).
min.3,5 metri
AT
(A)
AP
(B)
8
4-ROOKKANAAL
VOORWOORD
Dit hoofdstuk Rookkanaal werd opgesteld volgens de voorschriften van de Europese normen (EN13384 - EN1443 - EN1856 - EN1457).
Het biedt enkele aanwijzingen over de goede, correcte uitvoering van het rookkanaal, maar mag in geen geval worden beschouwd als
vervanging voor de geldende normen, die de gekwaliceerde fabrikant in zijn bezit moet hebben. Controleer bij de plaatselijke overheden
op er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het rookkanaal en
de schoorsteenpot.
Het bedrijf wijst iedere verantwoordelijkheid af voor de slechte werking van de ketel indien dit te wijten is aan het gebruik van een
rookkanaal met onjuiste afmetingen dat niet aan de geldende normen voldoet.
ROOKKANAAL
Het rookkanaal of de schoorsteen speelt een grote rol voor de goede werking van een verwarmingstoestel op vaste brandstof met
geforceerde trek. Gezien de moderne verwarmingstoestellen een hoog rendement hebben met koudere rookgassen en bijgevolg minder
trek, is het van wezenlijk belang dat het rookkanaal volgens de regels van de kunst is gebouwd en altijd in perfect eciënte staat wordt
gehouden. Een rookkanaal dat dient voor een toestel op pellets/hout moet minstens categorie T400 zijn (of hoger als het toestel dit
vereist) en bestand tegen schoorsteenbrand wanneer het roet in het kanaal vuur vat. De afvoer van rookgassen dient te gebeuren via een
afzonderlijk rookkanaal met geïsoleerde metalen buizen (A) of in een bestaand rookkanaal dat conform is met het voorziene gebruik (B).
Een eenvoudige afbakening in cement moet voldoende omsloten worden. Voorzie voor beide oplossingen een inspectiedop (AT) en/of
inspectiedeurtje (AP) - FIG.1.
Het is verboden om meerdere toestellen op hout/pellet of van een ander type aan te sluiten (ontluchtingskappen ... ) op hetzelfde
rookkanaal.
AFBEELDING 1 - ROOKKANAAL
A
B
C
D
E
A
B
C
D
15°
E
F
A
B
C
D
E
30°
F
9
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TECHNISCHE KENMERKEN
Laat de eciëntie van het rookkanaal door een erkende technicus controleren.
Het rookkanaal moet hermetisch zijn om de rookgassen te bevatten, met een verticaal verloop zonder vernauwingen, het moet
vervaardigd zijn in materiaal dat geen rookgassen of condens doorlaat, thermisch geïsoleerd en geschikt om na verloop van tijd tegen
normale mechanische belastingen bestand te blijven (het is aanbevolen om schoorstenen te gebruiken in A/316 of hittebestendig
materiaal met geïsoleerde dubbele wand en met een ronde doorsnede). Hij moet extern geïsoleerd zijn om condensfenomenen en het
eect van de afkoeling van de rookgassen te vermijden. Het moet op afstand blijven van brandbare of licht ontvlambare materialen,
met een luchttussenruimte of isolerende materialen omgeven: controleer de afstand aangegeven door de fabrikant van de schoorsteen
volgens de norm EN1443. De opening van de schoorsteen moet in hetzelfde lokaal zijn als het lokaal waar het toestel is geïnstalleerd of
hoogstens in het aangrenzende lokaal, onder de opening moet een ruimte zijn voor opvang van het roet en van condens, toegankelijk via
een hermetisch gesloten deurtje.
PLAT DAK
HELLEND DAK 15°
HELLEND DAK 30°
A = 0,50 meter
B = AFSTAND > 2 meter
C = AFSTAND < 2 meter
D = O,50 meter
E = TECHNISCH VOLUME
A = MIN. 1,00 meter
B = AFSTAND > 1,85 meter
C = AFSTAND < 1,85 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,50 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 1,30 meter
B = AFSTAND > 1,50 meter
C = AFSTAND < 1,50 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,80 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 2
AFBEELDING 3
AFBEELDING 4
A
B
D
60°
E
C
F
A
B
C
D
E
45°
F
10
4-ROOKKANAAL
DAK OP 60° DAK OP 45°
DIMENSIONERING
De onderdruk (trek) van een rookkanaal hangt ook af van zijn hoogte. Controleer de onderdruk met de aangegeven waarden in de
technische kenmerken. De minimale hoogte van de schoorsteen bedraagt 3,5 meter.
De binnendoorsnede van het rookkanaal mag rond zijn (dat is het beste), vierkant of rechthoekig (de verhouding tussen de binnenzijden
moet ≤1,5 zijn), met de verbonden zijden met een minimale straal van 20 mm. De afmeting van de doorsnede moet minimum
Ø100mm bedragen.
De doorsneden/lengtes van de schoorstenen vermeld in de tabel met technische gegevens zijn aanwijzingen voor een correcte installatie.
Eventuele alternatieve opstellingen moeten de juiste afmetingen hebben, volgens de algemene berekeningsmethode van de norm UNI
EN13384-1 of andere methoden met bewezen eciëntie.
Hierna volgen enkele voorbeelden van rookkanalen die op de markt verkrijgbaar zijn:
Schoorsteen in roestvrij staal
AISI 316 met dubbele kamer,
geïsoleerd met keramiekvezel
of soortgelijk product dat
bestand is tegen 400°C.
Schoorsteen in vuurvast
materiaal met dubbele
geïsoleerde kamer en
buitenvoering van
cementbeton, verlicht met
poreus materiaal zoals klei.
Traditionele schoorsteen
van klei met vierkante
doorsnede en lege isolerende
inzetstukken.
Vermijd schoorstenen
met een rechthoekige
binnendoorsnede waarvan de
verhouding tussen de lange
zijde en de korte zijde groter
is dan 1,5 (bijvoorbeeld 20x40
of 15x30)
UITSTEKEND GOED MIDDELMATIG SLECHT
A = MIN. 2,60 meter
B = AFSTAND > 1,20 meter
C = AFSTAND < 1,20 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = 2,10 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 2,00 meter
B = AFSTAND > 1,30 meter
C = AFSTAND < 1,30 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = 1,50 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 5
AFBEELDING 6
1
9
9
2
3
4
5
6
7
8
9
11
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ONDERHOUD
Het rookkanaal moet altijd schoon zijn, omdat aanslag van roet of onverbrande oliën de doorsnede ervan verminderen, waardoor de trek
wordt geblokkeerd. Dit beïnvloedt de goede werking van de kachel en kan bij grote hoeveelheden zelfs voor brand zorgen. Het is verplicht
om het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een gekwaliceerde schoorsteenveger te laten reinigen en
controleren; na de controle/het onderhoud dient men een schriftelijke verklaring ontvangen waarop staat dat de installatie veilig is.
De reiniging niet uitvoeren beïnvloedt de veiligheid.
SCHOORSTEENPOT
De schoorsteenpot is een bepalend element voor de goede werking van het verwarmingstoestel: een schoorsteenpot van het
windwerende ttpe (A) is aanbevolen, zie afbeelding 7.
De zone van de openingen voor de evacuatie van de rook moet minstens het dubbele zijn dan de doorsnede van het rookkanaal/
ingekapselde systeem en afgestemd
zodat de afvoer van rookgassen is
verzekerd wanneer er wind is. Hij
moet beletten dat er regen, sneeuw
en eventuele dieren naar binnen
kunnen. De hoogte waarop de rook
in de lucht vrijkomt moet buiten de
reuxzone zijn die wordt veroorzaakt
door de vorm van het dak of door
eventuele obstakels die zich in de
buurt bevinden (zie afbeelding 2-3-
4-5-6).
SCHOORSTEENCOMPONENTEN
LEGENDE:
(1) SCHOORSTEENPOT
(2) UITSTROOMWEG
(3) ROOKGASSENBUIS
(4) THERMISCHE ISOLATIE
(5) EXTERNE WAND
(6) KOPPELING VAN DE SCHOORSTEEN
(7) ROOKKANAAL
(8) WARMTEGENERATOR
(9) INSPECTIEDEURTJE
AFBEELDING 7
AFBEELDING 8
A
B B
A
C
MIN.1,5 m MIN.1,5 m
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
12
4-ROOKKANAAL
EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de
correcte werking van het toestel. De luchttoevoer van buiten naar het lokaal van de installatie kan rechtstreeks gebeuren, via een opening
op een buitenmuur van het lokaal (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 a), of onrechtstreeks, door afname van lucht
uit aangrenzende lokalen die permanent met het lokaal van de installatie in verbinding staan (zie afbeelding 9 b). Het aangrenzende
lokaal mag echter in geen geval een slaapkamer, autostalling, garage of in het algemeen een lokaal zijn waar er brandgevaar bestaat.
Tijdens de fase van de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buitenaf aan te voeren.
Houd rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een invloed kunnen hebben op de correcte aanvoer van lucht naar de
kachel (zie onderstaand schema). De luchtinlaat moet een minimale totale netto oppervlakte van 80 cm2 hebben: deze oppervlakte moet
proportioneel worden vergroot als er in het lokaal andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator voor extractie
van de vervuilde lucht, keukendampkap, andere kachels, enz.), die voor onderdruk in de omgeving kunnen zorgen. Het is noodzakelijk
om te laten controleren of de drukval tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt wanneer alle toestellen aan staan.
Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die uitgevoerd moet worden op een hoogte nabij de vloer en altijd
afgeschermd met een extern beschermrooster om vliegende dieren te weren, en zodanig dat er geen voorwerpen de opening kunnen
verstoppen.
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor
de verbranding rechtstreeks aan te sluiten
op de externe luchtinlaat, met een buis van
minstens Ø50mm die maximaal 3 meter lang
in rechte lijn is; ieder bocht van de buis moet
worden beschouwd als het equivalent van een
rechtlijnige meter. Zie de achterkant van de
kachel voor de koppeling van de buis.
Voor kachels geïnstalleerd in monolokalen,
slaapkamers en badkamers (waar dit
is toegestaan), is de aansluiting van de
verbrandingslucht naar buiten verplicht.
Meer bepaald is het bij hermetische kachels
noodzakelijk dat deze aansluiting hermetische
wordt uitgevoerd om het hermetische karakter
van het hele systeem niet te beïnvloeden.
AFBEELDING 9 A - RECHTSTREEKS VAN BUITEN
AFBEELDING 10
AFBEELDING 9 B - ONRECHTSTREEKS VIA AANPALEND LOKAAL
A=LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN LOKAAL
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
13
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AFSTAND (meter) De luchtinlaat moet op de volgende afstand zitten:
1,5 m ONDER Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m HORIZONTAAL Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
0,3 m BOVEN Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m VER VAN van de uitgang van de rookgassen
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De verbinding tussen het toestel en de rookafvoer moet worden uitgevoerd met een rookkanaal dat conform is met de norm EN 1856-2.
Het verbindingsstuk mag maximum 4 m in horizontale richting lang zijn, met een minimale helling van 3% en met maximaal 3 bochten
van 90°C (inspecteerbaar - de T-koppeling op de uitgang van het toestel mag niet worden meegerekend).
De diameter van het rookkanaal moet gelijk zijn of groter zijn dan de diameter van de uitgang van het toestel (Ø 80 mm).
TYPE INSTALLATIE ROOKKANAAL
Minimale verticale lengte 1,5 meter
Maximale lengte
(met 1 inspecteerbare bocht van 90°)
6,5 meter
Maximale lengte
(met 3 inspecteerbare bochten van 90°)
4,5 meter
Maximum aantal inspecteerbare bochten van 90° 3
Horizontale stukken
(minimale helling 3%)
4 meter
Gebruik kanalen met een diameter van 80mm of 100mm naargellang het type systeem, met silicone pakkingen of analoge
dichtingssystemen die bestand zijn tegen de bedrijfstemperatuur van het toestel (min. T200 klasse P1). Het is verboden om exibele
metalen leidingen, buizen in vezelcement of aluminium te gebruiken. Wij raden aan om altijd een T-koppeling te
gebruiken met een inspectiedop, zodat de buizen op regelmatige tijdstippen gemakkelijk kunnen worden gereinigd. Controleer altijd of
de inspectiedoppen na de reiniging met de bijhorende intacte pakking opnieuw hermetisch worden gesloten.
Het is verboden om op hetzelfde rookkanaal meerdere toestellen of de afvoer afkomstig van dampkappen aan te sluiten. De rechtstreekse
afvoer van de verbrandingsproducten via de muur naar zowel gesloten ruimten als in openlucht is verboden.
Het rookkanaal moet op minstens 400 mm afstand zitten van ontvlambare bouwelementen of van elementen die gevoelig zijn voor
warmte.
T
I
S
I
U
B
A
P
U
I
I
C
4
3
D
2
I
E
V
U
1
F
14
4-ROOKKANAAL
VOORBEELDEN VAN EEN CORRECTE INSTALLATIE
1. Installatie rookkanaal Ø120mm met gat voor de
doorgang van de buis plus:
minimum 100mm rond de buis indien in contact met
niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen, enz.;
of
minimum 300mm rond de buis (of zoals beschreven
volgens de gegevens van het label) indien in contact met
ontvlambare delen zoals hout enz.
In beide gevallen moet men tussen het rookkanaal en de
vloer een geschikt isolerend materiaal aanbrengen.
Het is aanbevolen om de gegevens van het label van
het rookkanaal te controleren en te respecteren, in het
bijzonder de veilige afstanden tot brandbare materialen.
De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur
worden gemaakt.
2. Oud rookkanaal, ingekapseld, minimum Ø100mm met
uitvoering van een extern deurtje om de schoorsteen te
kunnen reinigen.
3. Extern rookkanaal uitsluitend uitgevoerd met
geïsoleerde inox buizen, dit betekent dubbelwandig,
minimum Ø100mm: de buis moet goed aan de muur
verankerd zijn. Met windwerende schoorsteenpot. Zie
g.7 type A.
4. Systeem voor kanalisatie via T-koppelingen die een
gemakkelijke reiniging mogelijk maken zonder de
buizen te demonteren
AFBEELDING
11
U = ISOLERING
V = EVENTUELE REDUCTIE VAN 100 TOT 80 MM
I = INSPECTIEDOP
S = INSPECTIEDEURTJE
P = LUCHTINLAAT
T = T-KOPPELING MET INSPECTIEDOP
A = MINIMUM 40 MM
B = MAXIMUM 4 M
C = MINIMUM
D = MINIMUM 400 MM
E = DIAMETER OPENING
F = ZIE FIG.2-3-4-5-6
486
84
482
15
980
199
156149
380
50
80
181
15
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TEKENINGEN EN KENMERKEN
AFMETINGEN KACHEL GIÓ
16
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
TECHNISCHE KENMERKEN GIÓ Model AIR
Nuttig nominaal vermogen 8,1 kW (6880 kcal/u)
Nuttig minimumvermogen 2,4 kW (2064 kcal/u)
Rendement bij Max. 90%
Rendement bij Min. 94,5%
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Max. 190 °C
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Min. 80 °C
Roetdeeltjes / OGC/ Nox (13%O
2
) 13 mg/Nm3 - 5 mg/Nm3 - 116 mg/Nm3
CO bij 13% O
2
op Min en op Max 0,03 – 0,02%
CO
2
bij Min. en bij Max. 7,3% - 8,5%
Aanbevolen trek bij Max. vermogen 0,10 mbar - 10 Pa
Aanbevolen trek bij Min. vermogen 0,05 mbar - 5 Pa
Massa rookgassen 6,6 g/sec
Capaciteit voorraadbak 30 liter
Type pelletbrandstof Pellet diameter 6-8 mm met stukken van 5/30 mm
Uurverbruik pellets Min ~ 0,7 kg/h* - Max ~ 1,7 kg/h*
Autonomie Bij min. ~ 26 h* - Bij max. ~ 11,5 h*
Verwarmbaar volume m
3
174/40 – 199/35 – 232/30 **
Luchtaanvoer voor verbranding Ø 50 mm
Rookgasuitgang Ø 80 mm
Luchtinlaat 80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1) 100 W (Max 410 W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 100 kg
Gewicht met verpakking 110 kg
* Gegevens die afhankelijk van het type gebruikte pellets kunnen veranderen
** Verwarmbaar volume naargelang het gevraagde vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de richtlijn 89/106/EEG (Construction Products)
v
S
v
S
v
S
S
v
17
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORBEREIDING EN UITPAKKEN
Verwijder alle delen waaruit de verpakking bestaat (piepschuim, hout, plastic). Alle verpakkingsmaterialen kunnen opnieuw worden
gebruikt voor gelijkaardige toepassingen of eventueel als afvalstoen worden verwijderd, assimileerbaar met vast huishoudelijk afval, in
naleving van de geldende normen.
Na het verwijderen van de verpakking moet men controleren of het product intact is.
Het is aanbevolen om iedere verplaatsing met geschikte middelen uit te voeren, zorg hierbij dat de geldende normen inzake
veiligheid worden nageleefd. De verpakking niet omkantelen, wees zeer voorzichtig bij de onderdelen in majolica.
De kachel GIÓ wordt in één enkele verpakking verzonden. Open de verpakking en verwijder de twee schroeven v die de beugels van de
kachel op de pallet bevestigen. Haal vervolgens de beugel S weg van het voetje van de kachel.
Plaats de ketel op de vooraf gekozen plek, let er daarbij op dat deze plek beantwoordt aan de voorziene vereisten.
De behuizing van de kachel of het monoblok moet steeds verticaal verplaatst worden, en uitsluitend met behulp van een wagentje. Let
vooral op dat de deur en de ruit goed beschermd worden tegen mechanische stoten die de intacte staat ervan zouden kunnen beïnvloeden.
De verplaatsing van de producten moet alleszins zeer voorzichtig uitgevoerd worden. Pak de kachel indien mogelijk uit nabij de zone
waar ze zal geïnstalleerd worden.
De verpakkingsmaterialen zijn niet giftig en niet schadelijk, bijgevolg vereisen ze geen speciale vuilverwerkingsprocessen.
H
S
J
J
B
A
18
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Verwijder de twee straps A die de top blokkeren en neem het piepschuim “B” weg dat de deector blokkeert.
De opslag, de vuilverwerking of eventuele recycling moeten uitgevoerd worden door de eindgebruiker conform de wetten die op dat
gebied van kracht zijn. Het monoblok en de bekledingen mogen niet zonder de bijhorende verpakking opgeslagen worden.
Plaats de kachel en sluit aan op het rookkanaal. Regel de vier pootjes (J) zodat de rookafvoer (S) en de buis (H) zich coaxiaal bevinden.
Als de kachel moet aangesloten worden op een afvoerleiding die de achterwand passeert (om het rookkanaal te bereiken), moet men
goed opletten dat de opening niet wordt geforceerd.
Als de rookafvoer van de kachel wordt geforceerd of oneigenlijk wordt gebruikt om ze op te tillen of om te
positioneren, zal de werking onherstelbaar beschadigd zijn.
1. DRAAI DE POOTJES IN WIJZERZIN OM DE KACHEL LAGER TE PLAATSEN
2. DRAAI DE POOTJES IN TEGENWIJZERZIN OM DE KACHEL HOGER TE PLAATSEN
B
A
x
x
x
y
y
19
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DEMONTAGE ZIJBEKLEDING
Wanneer het nodig is om de zijank weg te nemen, gaat men als volgt te werk:
• Verplaats de gietijzeren top A lichtjes
• Verwijder de twee schroeven “y” aan de voorkant van de kachel
• Verwijder de twee schroeven “x aan de achterkant van de kachel
• Neem het paneel “B” weg
Ga op dezelfde manier te werk voor het andere paneel.
Opgepast! U kunt de top “A” volledig wegnemen en die veilig opzij leggen. Om die weg te nemen, moet u de connector
voor aansluiting van het bedieningspaneel op de kachel verwijderen.
x
y
y
x
x
y
20
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
21
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
PELLET LADEN
De vulling met brandstof gebeurt aan de bovenzijde van de kachel door het luikje op te tillen.
Giet de pellets langzaam erin zodat ze helemaal naar de bodem van het reservoir zakken.
Nooit het beschermrooster wegnemen dat in het reservoir zit. Tijdens het vullen moet vermeden worden dat de zak
pellets in aanraking komt met hete oppervlakken.
Vul het reservoir uitsluitend met pellets als brandstof, die conform zijn met de eerder vermelde specicaties.
Sla de reservebrandstof op een voldoende veilige afstand op.
Giet de pellets niet rechtstreeks in de vuurpot, maar alleen in het reservoir.
Een groot deel van de oppervlakken van de kachel zijn zeer heet (deur, handgreep, ruit, buizen voor afvoer van
rookgassen, luikje van het reservoir enz.); het is bijgevolg aanbevolen om te vermijden met deze onderdelen in
contact te komen zonder geschikte beschermende kledij.
PELLET LADEN
22
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
AANBEVELINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle voorwerpen die vlam kunnen vatten uit de vuurhaard van het product en van het glas (handleiding, diverse stickers en
eventueel piepschuim).
Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
De eerste inschakeling kan mislukken omdat de transportschroef leeg is en er niet altijd in slaagt de vuurpot tijdig
met de benodigde hoeveelheid pellets te vullen die voor de normale ontsteking van de vlam noodzakelijk is.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE GEEN INSCHAKELING DOOR DE TOETS ON/OFF ENKELE OGENBLIKKEN INGEDRUKT TE
HOUDEN. VERWIJDER DE OVERGEBLEVEN PELLETS UIT DE VUURPOT EN HERHAAL DE INSCHAKELING. (ZIE PARAGRAAF
“BEVEILIGINGEN/ALARMEN”)
Als er na herhaalde pogingen om in te schakelen geen vlam verschijnt, ook al is er een regelmatige toevoer van pellets aanwezig, dan
moet men controleren of de vuurpot correct geplaatst is. Deze moet perfect in zijn zitting aansluiten en mag geen aanslag van
asresten bevatten. Als tijdens deze controle geen onregelmatigheden worden opgemerkt, betekent dit dat er een probleem met de
onderdelen van het product kan zijn, of werd de installatie niet correct uitgevoerd.
VERWIJDER DE PELLETS UIT DE VUURPOT EN VRAAG DE INTERVENTIE VAN EEN ERKEND TECHNICUS.
Raak het product niet aan tijdens de eerste inschakeling omdat de lak tijdens deze fase hard wordt. Door de verf aan
te raken, kan het stalen oppervlak opnieuw te voorschijn komen.
Herstel de lak indien nodig met behulp van een spuitbuis lak met de gewenste kleur. (Zie Accessoires voor pelletkachels”)
Men doet er goed aan om te zorgen voor een eciënte ventilatie in de ruimte tijdens de eerste inschakeling, omdat
de ketel een beetje rook en wat verfgeur zal afgeven.
Blijf niet in de nabijheid van de kachel en verlucht het vertrek, zoals eerder aangestipt. De rook en de verfgeur verdwijnen nadat het
product ongeveer een uur in werking is; wij herinneren eraan dat deze niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
Tijdens de inschakeling en afkoeling kan de kachel gaan uitzetten of krimpen en kan er bijgevolg een licht gekraak te horen zijn.
Dit verschijnsel is absoluut normaal omdat de structuur van staallaminaat is. Het gaat dus niet om een defect.
Het is zeer belangrijk dat de kachel niet onmiddellijk oververhit wordt, maar geleidelijk op temperatuur gebracht wordt door aanvankelijk
lage vermogens te gebruiken.
Op deze manier wordt schade aan de tegels in keramiek of serpentijn, de lasnaden en de stalen structuur vermeden.
PROBEER DE VERWARMINGSPRESTATIES NIET ONMIDDELLIJK UIT!!!
23
7-BEDIENINGSPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DISPLAY BEDIENINGSPANEEL
LOGICA BEDIENINGSPANEEL
Hierna wordt nuttige informatie verstrekt om de navigatielogica en het gebruik van het bedieningspaneel te kunnen begrijpen:
• De verlichting van het bedieningspaneel gaat uit wanneer het toetsenbord circa 20” seconden niet wordt gebruikt. Om de
achtergrondverlichting opnieuw aan te zetten, volstaat het om op een willekeurige knop van het paneel te drukken.
• Het eerste scherm dat verschijnt, geeft de werkingsstatus van de kachel weer (ON, OFF, INSCHAKELING, UITSCHAKELING...)
afgewisseld met eventuele actieve instellingen (CHRONO, SLEEP, AUTO ECO..)
• Wanneer u op een van de 4 toetsen rond het display (C D E F) drukt, gaat u naar het scherm voor instelling van de werking van de
kachel (niveau van de vlam, van de ventilatie, set-temperatuur, handmatige of automatische werkwijze...). In dit niveau vervullen
de 4 toetsen rond het display de “betreende functies, dit betekent dat ze rechtstreeks verwijzen naar de betreende opschriften
die in de 4 hoeken van het display verschijnen (vb: het opschrift rechts bovenaan heeft betrekking op toets D).
• Wanneer een instelling op een willekeurig menuniveau wordt gewijzigd en de wijziging niet met de toets “OK” wordt bevestigd, zal
het beginscherm automatisch opnieuw verschijnen wanneer het toetsenbord 60” niet wordt gebruikt en worden de wijzigingen
niet opgeslagen.
• Wanneer u in een willekeurig menuniveau kort op de toets on/o (B) drukt, keert het display automatisch terug naar het beginscherm
(werkingsstatus van de kachel), waarbij eventuele wijzigingen die niet met de toets “OK” werden bevestigd niet worden opgeslagen.
B
E
D
CF
A
G
24
7-BEDIENINGSPANEEL
LEGENDE
A - DISPLAY; geeft informatie over de kachel, naast de identicatiecode van een eventuele afwijkende werking.
B - Toets om in en uit te schakelen (ON/OFF) of ESC (het menu verlaten)
C - Keuze snelheid van de luchtventilator en menu doorlopen
D - Toegang tot het algemene menu en de submenu's
E - Keuze HANDMATIGE/AUTOMATISCHE werkwijze
F - Keuze vermogen van de vlam in handmatige werkwijze en van de temperatuur in automatische werkwijze. Menu doorlopen.
G - Ontvanger voor afstandsbediening
N.B. u kunt op het bedieningspaneel de taal instellen
25
7-BEDIENINGSPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst aan de achterkant van de kachel aan, en daarna op een stopcontact in de muur.
De hoofdschakelaar op de zijkant moet alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen; zo niet is het aanbevolen de schakelaar
uit te laten.
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, is het aanbevolen om de voedingskabel van de kachel los te koppelen.
STROOMVOORZIENING VAN DE KACHEL
Wanneer de voedingskabel aan de achterkant van het product is aangesloten, moet men de schakelaar aan de achterkant op de stand
(I) zetten.
De verlichte knop van de schakelaar zal oplichten.
De schakelaar achteraan de kachel dient om de spanning naar het systeem in te schakelen.
Aan de achterkant van de kachel is een zekeringhouder voorzien die zich nabij het stopcontact bevindt. Open de afdekking van de
zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren door een erkende,
gekwaliceerde technicus.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
VOEDING KACHEL
ZEKERINGENKAST
SCHAKELAAR KACHEL
B
A
B
26
7-BEDIENINGSPANEEL
EERSTE INSCHAKELING
Na aansluiting van de voedingskabel en inschakeling van de knop I/O aan de achterkant van de kachel, verschijnt het eerste scherm met
het opschrift OFF. Wanneer i een willekeurige knop indrukt, verschijnt het opschrift MENU.
De inschakeling en uitschakeling van de kachel vindt plaats door de toets B op het bedieningspaneel 2 seconden ingedrukt te houden of
door op de knop B (A=OFF/B=ON) van de afstandsbediening (optioneel accessoire) te drukken.
De startfase duurt circa 15 minuten:
• Het laden van pellets is niet afhankelijk van het ingestelde vermogen
• De omgevingsventilator start alleen wanneer de temperatuur is bereikt
Na deze fase gaat de kachel automatisch over naar afgifte van vermogen.
Mode: MANU Menu
Fire:1 Fan:2
Mode: MANU Menu
Fire:1 Fan:2
27
7-BEDIENINGSPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AFGIFTE VAN VERMOGEN
Na de fase van de inschakeling gaat de kachel naar vlamniveau 3, om het vermogen daarna te laten toenemen (of te laten verminderen,
afhankelijk van wat door de instelling wordt gevraagd) met een waarde per minuut.
Er zijn drie manieren om de vlam tijdens de werking op vermogen in te stellen:
• HANDMATIG
• AUTOMATISCH en met ECO STOP
Hieraan moet de reiniging van de vuurpot worden toegevoegd, die automatisch door de kachel wordt uitgevoerd volgens de werkwijzen
die hierna worden beschreven.
WERKWIJZEN
De kachel Giò heeft twee werkwijzen: HANDMATIG en AUTOMATISCH.
Met de HANDMATIGE werkwijze kunt u het vermogen van de vlam regelen van vermogen 1 tot vermogen 5, waarbij geen rekening wordt
gehouden met de meting van de omgevingstemperatuur. Deze werkwijze wordt aangegeven met het opschrift MAN op het display van
het bedieningspaneel.
De vermogenniveaus komen overeen met een andere waarde voor brandstofverbruik: wanneer u 5 instelt, wordt de omgeving zo snel
mogelijk verwarmd, wanneer u 1 instelt, kunt u de omgevingstemperatuur constant houden in omgevingen met kleine afmetingen.
Selecteer de functie MAN (HANDMATIGE werkwijze) met de knop links bovenaan. In deze werkwijze kunt u met de knop links onderaan (F)
de 5 calorische vermogens van de kachel regelen, terwijl met de toets rechts onderaan (C) de snelheid van de ventilatoren wordt geregeld.
In de AUTOMATISCHE werkwijze kunt u daarentegen de gewenste temperatuur in de omgeving van de installatie instellen, de kachel
regelt haar vermogen nu automatisch om de ingestelde temperatuur in de omgeving te behouden. Deze werkwijze wordt aangegeven
met het opschrift AUTO ôp het bedieningspaneel.
In deze werkwijze kunt u ook een geavanceerde functie gebruiken die AUTO-ECO wordt genoemd. Deze werkwijze wordt hierna toegelicht.
Bij iedere inschakeling zal de kachel zich automatisch instellen in de werkwijze waarin de kachel zich bevond bij de
laatste uitschakeling.
De AUTOMATISCHE werkwijze voorziet dat de gewenste omgevingstemperatuur op het bedieningspaneel wordt ingesteld.
De sonde aan de achterkant van de kachel controleert de omgevingstemperatuur; zolang deze temperatuur niet is bereikt, blijft de vlam
op vermogen P5 ingesteld.
Wanneer de temperatuur is bereikt, gaat de kachel automatisch met een vermogen per minuut dalen tot P1 wordt bereikt. Daarna wordt
dit vermogen behouden zolang deze conditie ongewijzigd blijft.
Wanneer de omgevingstemperatuur opnieuw onder de ingestelde temperatuur daalt, stijgt de vlam automatisch met een vermogen per
minuut tot aan P5 en blijft op dit vermogen tot de omgevingstemperatuur opnieuw is voldaan.
21.0°C 21.04
OFF
Mode: AUTO Menu
Temp:20°C Fan:2
Mode: AUTO Menu
Temp:20°C Fan:2
F
C
E
B
Mode: MANU Menu
Fire:1 Fan:2
28
7-BEDIENINGSPANEEL
Instelling AUTOMATISCHE werkwijze
Als u in het eerste scherm met het opschrift ON op een willekeurige toets drukt, verschijnt het scherm met het opschrift MENU.
Selecteer de functie AUTO (AUTOMATISCHE werkwijze) met de knop links bovenaan “E”. Vervolgens kunt u met de knop links onderaan “F”
de gewenste omgevingstemperatuur regelen.
Wanneer u op de toets TEMP “F” drukt, stijgt de temperatuur met één graad tegelijk (tot aan 35°C, daarna wordt opnieuw vanaf 5°C
begonnen). Wanneer u de toets Temp “F” ingedrukt houdt, wordt het menu geopend waar u de temperatuur kunt instellen met de toetsen
om te doorlopen “F” en “C”.
Overgang van handmatige naar automatische werkwijze
U kunt van HANDMATIGE naar AUTOMATISCHE werkwijze en omgekeerd overgaan door de betreende toets op het bedieningspaneel te
selecteren.
Reiniging vuurpot
De kachel gaat volledig autonoom over naar een interne overventilatie om te vermijden dat de gaten van de vuurpot verstopt raken. Toch
sluit dit niet uit dat de gebruiker de plicht heeft om deze vuurpot iedere dag te reinigen.
Tijdens de reiniging van de vuurpot draait de rookzuiger gedurende 30 seconden op maximaal vermogen.
B
29
7-BEDIENINGSPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DE WARMELUCHTVENTILATIE
De kachel is uitgerust met een interne ventilator die dient om de warme lucht van de ventilator naar buiten te voeren; deze kan worden
geregeld, ongeacht of de kachel zich in handmatige of in automatische werkwijze bevindt.
Er zijn 5 selecteerbare snelheden plus een automatische functie.
Om de snelheid te selecteren, drukt u eerst op de knop rechts onderaan en daarna op dezelfde knop om het ventilatievermogen te doen
stijgen of dalen.
Naast de 5 snelheden bestaat er een extra mogelijkheid om de functie AUTO te selecteren (aangegeven op het paneel na de 5 snelheden
met een A). Met deze functie kunt u de ventilatiesnelheid koppelen met het vermogen van de vlam met V3 als maximum. Wanneer deze
optie geselecteerd is, zal de kachel autonoom voorzien om de snelheid van de ventilator te selecteren op basis van het vermogen van de
vlam tot V3 als maximum (P1=V1; P2=V2; P3=V3; P4=V3; P5=V3) om lawaai te vermijden.
Om oververhitting van de structuur te vermijden, moet u vermijden om lage snelheden te selecteren wanneer de
kachel op maximale prestaties aan het werk is.
Omgevingssonde
De omgevingssonde (B) bevindt zich aan de achterkant van de kachel, in de buurt van de schakelaar.
30
8-WERKING
STRUCTUUR VAN HET MENU
Met het menu kunt u een reeks informatie instellen/wijzigen:
HOOFDMENU
• DATUM/UUR
• CHRONO
• SLEEP (alleen als de kachel aan staat)
• INSTELLINGEN
• Taal
• Auto Eco (ON-OFF)
• Geluid (ON-OFF)
• Recept pellet set: +3 (15%)+2 (10%) +1 (5%); 0; -1 (-10%); -2 (-20%) -3 (-30%)
• Var.% rpm rookgassen (set: +50, +40, +30, +20, +10; 0; -10, -20, -30)
• Thermostaat (ON-OFF)
• Afstandsbediening (ON-OFF)
• Lading toevoerschroef (ON-OFF - alleen weergegeven als de kachel uit staat)
• Menù tecnico (accessibile da un tecnico specializzato MCZ - serva la password)
• Type kachel
• Uren service
• T uitschakeling-Eco
• Parameters
• Test onderdelen
• Geheugens tellers
• INFO
• Type kachel
• Software
• Totale uren
• aant. inschakelingen
• RPM zuiger
• T.rookgassen
• Spanning warmtewisselaar
• toevoerschroef laden
• Vlam
Instelling van het uur en van de huidige dag
Wanneer u in het MENU op de betreende toets drukt, verschijnt het opschrift SET. Voer SET in, nu verschijnt het programma voor de
wijziging van:
• dag
• uur
• minuten
• dag nummer
• maand jaar
Om bijvoorbeeld het uur te wijzigen, drukt u op SET wanneer DAG op het display verschijnt. In het midden van het display begint de dag te
knipperen, met de toetsen links of rechts onderaan wijzigt u de dag en vervolgens het uur, de minuten, het nummer van de dag enz... op
dezelfde manier naargelang dit nodig is. Alle uitgevoerde wijzigingen moeten worden bevestigd door op de toets OK te drukken, anders
worden ze niet opgeslagen. Met de toets ESC keert u naar het vorige scherm terug.
Wanneer het toetsenbord van het bedieningspaneel 60 seconden inactief blijft, keert het toestel terug naar het startscherm zonder de
wijzigingen op te slaan.
Esc Set
< D ata e ora >
Esc 01 Ok
< Giorno >
Esc 01 Ok
< O re >
21.0°C 21.04
OFF
Mode:AUT O Men u
Temp:22°C Fan: A
21.0°C 21.04
OFF
Esc :57 O k
< Minuti >
Esc 09 O k
< Giorno num. >
Esc 06 Ok
< Mese >
Esc 2010 Ok
< Anno >
E sc 2010 Ok
< Anno >
Mode:AUTO Menu
Temp:22°C F an:A
31
8-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Instelling dag/uur/minuten/ dag nummer/ maand/jaar
Esc Set
< Data e Ora >
Esc Set
< Crono Off >
Esc On Set
< Programma 1 >
Esc On Set
< Programma 2 >
Esc On Ok
< programma 2 >
70°F 21.04
OFF
Mode:AUTO Menu
Temp:72°F Fan:A
Esc 7:00 Ok
< Inizio programma 2>
Esc 7:00 Ok
< Inizio programma 2>
32
8-WERKING
DE CHRONO
Met deze werkwijze kunt u de inschakeling en uitschakeling van de kachel op automatische wijze programmeren.
Standaard is de modus GEPROGRAMMEERD niet geactiveerd.
De fundamentele instellingen van de modus GEPROGRAMMEERD zijn:
• Keuze van het tijdstip voor inschakeling/uitschakeling
• keuze van de dag voor activering van het programma
De instelling van de dag en van het huidige uur is fundamenteel voor de correcte werking van de chrono.
Raadpleeg de vorige paragraaf om de dag en het huidige uur in te stellen.
Activering CHRONO en keuze van een programma
Er zijn zes chrono-programma's die ingesteld kunnen worden, voor elk daarvan kan de gebruiker het tijdstip van inschakeling,
uitschakeling en de dagen van de week bepalen waarop het programma actief is. Wanneer een of meerdere programma's actief zijn,
geeft het paneel afwisselend de status van de kachel en CHRONO “n weer, waarbij “n” het nummer is met betrekking tot de chrono-
programma's, onderling gescheiden door een streepje. Voorbeeld: CHRONO 1 (enkel chrono-programma 1 actief) of CHRONO 1-4 (enkel
programmering chrono 1 en 4 actief) of CHRONO 1-2-3-4-5-6 (alle chrono-programma's actief).
VOORBEELD VAN PROGRAMMERING
Wanneer de kachel aan of uit staat, opent u het MENU, doorloop tot aan het trefwoord CHRONO OFF (of CHRONO NUMMER VAN HET/DE
ACTIEVE CHRONO/CHRONO'S). PROGRAMMA 1 OFF verschijnt, druk op de toets SET om die te activeren, selecteer ON met de pijltoets en
bevestig met de toets OK; nu verschijnt het scherm Begin uurprogramma en wordt 00,00 voorgesteld als tijdstip om te starten, stel het
starttijdstip in met de rechter pijltoets en druk op OK om te bevestigen. In het volgende scherm wordt het tijdstip voor uitschakeling
voorgesteld met als voorstel 10 minuten na het tijdstip voor de inschakeling: stel met de rechter pijltoets het tijdstip voor uitschakeling
in en bevestig met de toets OK. Vervolgens worden de dagen van de week voorgesteld waarop de zonet ongestelde chrono al of niet
moet worden geactiveerd: selecteer ON of OFF met de pijtoets en bevestig met OK. Wanneer geen enkele dag van de week met OK
wordt bevestigd. Wanneer geen enkele dag van de week als actief (ON) wordt bevestigd, zal het chrono-programma op zijn beurt in het
statusscherm niet actief zijn (zie hierboven).
33
8-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
BIJZONDERHEDEN VAN DE CHRONO-FUNCTIE
• Het tijdstip voor inschakeling loopt van 00:00 u (middernacht) tot 23:50 u
• Wanneer u het tijdstip voor inschakeling wijzigt en een waarde instelt die groter is dan het tijdstip voor uitschakeling, wordt het
tijdstip voor uitschakeling automatisch op + 10 minuten ingesteld om werkingsfouten te vermijden.
• Het tijdstip voor uitschakeling kan worden gekozen tussen het tijdstip voor inschakeling + 10 minuten en 00:00 u (middernacht)
• Als een chrono-programma de kachel om 00:00 u (middernacht) op een bepaalde dag uitschakelt en een ander programma zet de
kachel de volgende dag om 00:00 u (middernacht) aan, dan zal de kachel continu aan blijven.
• Als de kachel aan staat en de chrono is ingeschakeld, kunt u de kachel handmatig uitzetten door op de toets OFF te drukken; de
kachel gaat over naar uitschakelen en wordt automatisch opnieuw ingeschakeld op het volgende tijdstip dat door de chrono is
voorzien
• Hetzelfde geldt wanneer u op de toets ON drukt terwijl de ketel uit staat en de chrono actief is: de kachel gaat over naar inschakelen
en wordt uitgeschakeld op het tijdstip dat door de actieve chrono is voorzien.
•
BELANGRIJKE OPMERKING
De inschakeling van de kachel vereist circa 15 minuten.
Er moet dus rekening worden gehouden met deze tijdsspanne tijdens het instellen van het tijdstip voor inschakeling.
Op dezelfde manier heeft de kachel circa 30 minuten nodig om uit te schakelen, zodat de geaccumuleerde hitte
in de omgeving kan worden uitgestraald. Indien u rekening houdt met deze tijdspanne kunt u een aanzienlijke
hoeveelheid brandstof besparen.
De CHRONO deactiveren
Open het programmeermenu opnieuw om de CHRONO te deactiveren en bevestig OFF.
Opgepast!
De functie CHRONO kan geactiveerd/gedeactiveerd zijn terwijl de kachel zowel aan als uit staat.
Als een chrono-programma geactiveerd is, wisselt op het beginscherm de werkingsstatus van de kachel (on/o/
inschakeling....) af met (bijvoorbeeld) het opschrift “CHRONO 1 actief
Mode:AUTO Menu
Temp:22°C Fan:A
21.0°C 21.04
OFF
Esc Off Set
< Crono >
Esc Set
< Data e Ora >
Esc Off Ok
< Sleep >
Esc 02:00 Ok
< Sleep >
1 2 3
4 5 6
34
8-WERKING
FUNCTIE SLEEP
Deze functie wordt alleen weergegeven als de kachel aan staat en dient om de selectie van een geprogrammeerde uitschakeling sneller
uit te voeren, zonder dat u de interne CHRONO van de kachel moet programmeren.
Om de functie SLEEP eenvoudig uit te leggen, kunnen we stellen dat de kachel met deze functie kan worden uitgeschakeld vertrekkende
van minimum + 10 minuten ten opzichte van het gelezen uur (wanneer het nu bijvoorbeeld 8:50 u is, zal de uitschakeling 10 minuten
later plaatsvinden, dit betekent om 9:00u) en maximum 23:50 u.
Om de functie in te stellen, drukt u met de toets rechts bovenaan op MENU. Vervolgens verschijnt op het scherm het opschrift Datum en
Uur, doorloop met de toets rechts onderaan tot het opschrift Sleep verschijnt, bevestig met de toets Set. Stel met de toets rechts onderaan
de tijd voor uitschakeling in.
Om de keuze te bevestigen, drukt u op de betreende toets OK (rechts bovenaan), anders verlaat u met ESC (links bovenaan) en wordt
geen enkele instelling opgeslagen.
Als de functie SLEEP actief is terwijl de CHRONO actief is, heeft sleep voorrang, waardoor de kachel niet uitgaat op het tijdstip dat door de
chrono is voorzien maar wel op het tijdstip dat door de sleep is voorzien.
Wanneer de sleep is ingesteld, wisselt de status van de kachel (on/o) op het beginscherm ad met het opschrift sleep
HH.MM. (uur-minuten).
Wanneer u tijdens de instelling van de sleep de rechter pijltoets ingedrukt houdt, zal het paneel bij 23:50 van de
huidige dag een stop voorstellen: laat de toets los en druk opnieuw in om naar de volgende dag over te gaan.
MENU INSTELLINGEN
Instelling van de taal
Als u in het startscherm op een willekeurige toets drukt, verschijnt het scherm met het opschrift MENU.
Druk op de toets MENU en doorloop vervolgens met de toetsen rechts of links onderaan (“F” en “C”) tot het opschrift INSTELLINGEN
verschijnt. Druk op SET, het opschrift TAAL verschijnt. Druk opnieuw op SET en stel de taal van uw keuze in.
De dagen van de week worden standaard aangegeven met afkortingen die afgeleid zijn uit de taal die op het paneel is ingesteld. Indien
dit Nederlands is:
MA Maandag
DI Dinsdag
WO Woensdag
DO Donderdag
VR Vrijdag
ZA Zaterdag
ZO Zondag
Esc Set
< Impostazioni >
Mode:Auto Menu
Temp:22°C Fan:A
Esc Set
< Data e ora >
21.0°C 21.04
OFF
Esc It Set
< Lingua >
Esc Set
< Impostazioni >
Esc It Ok
< Lingua >
Esc It Ok
< Lingua >
Esc Set
< Impostazioni >
Mode:Auto Menu
Temp:22°C Fan:A
Esc Set
< Data e ora >
21.0°C 21.04
OFF
Esc Off Set
< Auto-Eco >
Esc It Set
< Lingua >
Esc Off Ok
< Auto-Eco >
Esc On Ok
< Auto-Eco >
Esc On Ok
< Auto-Eco >
35
8-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Automatische werkwijze met AUTO-ECO (weergave paneel: ON-AUTO ECO)
De activering van deze werkwijze gebeurt via het MENU - INSTELLINGEN - AUTO ECO-ON.
Net als bij de werkwijze AUTO, wordt de gewenste omgevingstemperatuur ingesteld; wanneer de conditie ingestelde temperatuur <
omgevingstemperatuur (omgevingstemperatuur voldaan) wordt bereikt, begint de afname van de tijd “T uitschakeling ECO” (default 10
minuten, dit kan door een erkende technicus van MCZ in het technische menu worden gewijzigd). Tijdens deze fase blijft de weergave op
het display ON-ECO ACTIEF, maar de vlam daalt automatisch met een vermogen per minuut tot P1 wordt bereikt en blijft op dit vermogen
tot de geprogrammeerde tijd T uitschakeling ECO” is verstreken; als de omgevingstemperatuur dan nog altijd is voldaan, gaat de kachel
over naar de fase uitschakeling.
De uitschakeling bij ECO stop volgt de werkwijze van de normale uitschakeling, terwijl op het display de opschriften “UITSCHAKELING” en
“ECO ACTIEF” worden afgewisseld.
De mogelijkheid om de T uitschakeling ECO” in te stellen, vloeit voort uit de noodzaak om een correcte werking te hebben in de veelheid
van omgevingen waarin de kachel kan worden geïnstalleerd en om continu uitschakelen en opnieuw inschakelen te vermijden wanneer
de omgevingstemperatuur onderhevig is aan voortdurende wijzigingen (luchtstromen, weinig geïsoleerde omgevingen, enz.).
Wanneer de condities kachel uit zijn bereikt, wisselen de opschriften “OFF” en “ECO ACTIEF” elkaar op het display af.
36
8-WERKING
Bijzonderheden van de werking AUTO-ECO
Wanneer de ECO-STOP geactiveerd is en de gewenste temperatuur gekozen werd, begint het toestel onmiddellijk het aftellen van de tijd
“T uitschakeling ECO” als deze gewenste temperatuur lager is dan de temperatuur van de omgeving.
Wanneer de gewenste temperatuur hoger is dan de temperatuur van de omgeving, zal het toestel verder op maximum vermogen werken
tot de gevraagde temperatuur is bereikt.
Geluid (weergave paneel: ON-OFF)
Deze instelling schakelt het geluid uit wanneer op de toetsen wordt gedrukt. Dit heeft geen enkele invloed op de alarmsignaleringen.
Recept pellet - wijziging van het laden
Deze functie dient om de kachel aan te passen aan de gebruikte pellet. Op de markt zijn namelijk verschillende soorten pellets verkrijgbaar.
De werking van de kachel varieert sterk naargelang de betere of mindere kwaliteit van de brandstof. Wanneer de pellet in de vuurpot
dreigt op te hopen door een te grote aanvoer van brandstof. Wanneer de pellet in de vuurpot dreigt op te hopen door een te grote aanvoer
van brandstof of wanneer de vlam steeds hoog blijkt, zelfs op laag vermogen, en omgekeerd wanneer de vlam laag is, dan is het mogelijk
om de aanvoer van pellet in de vuurpot te verhogen of te verminderen:
• Druk rechts bovenaan op de knop “D” van het display om het menu te openen.
• Doorloop de verschillende menu's met de twee knoppen onderaan “F” en “C” tot u het menu INSTELLINGEN bereikt.
• Druk op de knop “D” die overeenkomt met het opschrift SET.
• Doorloop de verschillende menu's met de twee knoppen onderaan “F” en “C” tot u het menu RECEPT PELLET bereikt.
• Bevestig met de knop “D” die overeenkomt met de toets SET.
• Wijzig de waarde met de toetsen onderaan “F” en “C” die overeenkomen met de symbolen + en -.
• Bevestig met de toets “D” die overeenkomt met de toets OK.
De beschikbare waarden zijn:
- 3 = Pellets in alle vermogens met 30% verminderen
- 2 = Pellets in alle vermogens met 20% verminderen
- 1 = Pellets in alle vermogens met 10% verminderen
0 = geen verandering
1 = Pellets in alle vermogens met 5% verhogen
2 = Pellets in alle vermogens met 10% verhogen
3 = Pellets in alle vermogens met 15% verhogen
Wijziging van de snelheid van de ventilator voor afvoer van rookgassen - Var.% rpm rookgassen
Als de installatie problemen heeft om de rookgassen af te voeren (geen trek, of zelfs geen druk in de leiding) kan de afvoersnelheid van
de rookgassen en van de assen versneld worden.
Met deze wijziging kunnen ook alle mogelijke verstoppingsproblemen door pellets in de vuurpot en de vorming van aanslag op de bodem
van de vuurpot, ontstaan door een slechte verbranding, of omdat er veel as op de wanden achterblijft, op optimale wijze verholpen
worden.
• Druk rechts bovenaan op de knop “D” van het display om het menu te openen.
• Doorloop de verschillende menu's met de twee knoppen onderaan “F” en “C” tot u het menu INSTELLINGEN bereikt.
• Druk op de knop “D” die overeenkomt met het opschrift SET.
• Doorloop de verschillende menu's met de twee knoppen onderaan “F” en “C” tot u het menu VAR.RPM ROOKGASSEN bereikt.
• Bevestig met de knop “D” die overeenkomt met de toets SET.
• Wijzig de waarde met de toetsen onderaan “F” en “C” die overeenkomen met de symbolen + en -.
• Bevestig met de toets “D” die overeenkomt met de toets OK.
De beschikbare waarden gaan van -30% tot + 50% con met variaties van 10 procentuele punten per keer.
POS.13
37
8-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Aansluiting op een omgevingsthermostaat
De omgevingsthermostaat wordt niet bij de kachel geleverd en de installatie ervan moet uitgevoerd worden door een gespecialiseerd
technicus.
OPGEPAST!
De elektrische kabels mogen niet in contact komen met de hete delen van de kachel.
De procedure voor de elektrische aansluiting is als volgt:
• Laat de kabels door het gat lopen aan de rugzijde van de kachel vooraleer de ontvanger te bevestigen.
• Voer de aansluitingen uit zoals aangegeven in de handleiding van de omgevingsthermostaat.
KABEL OMGEVINGSTHERMOSTAAT
Esc Set
< Impostazioni >
Mode:Auto Menu
Temp:22°C Fan:A
Esc Set
< Impostazioni >
21.0°C 21.04
OFF
Esc OFF Set
Termostato
Esc It Set
< Lingua >
Esc OFF Ok
Termostato
Esc On Ok
Termostato
Esc On Ok
Termostato
38
8-WERKING
Werkwijze met externe thermostaat
Selecteer ON in het menu INSTELLINGEN - THERMOSTAAT en verlaat het menu; wanneer u nu de werkwijze AUTO selecteert, verschijnt het
opschrift OFF in plaats van de in te stellen omgevingstemperatuur, omdat de externe thermostaat nu de kachel zal aansturen (contact
open = temperatuur voldaan = kachel op minimum; contact gesloten = temperatuur niet voldaan = kachel op maximum).
Wanneer de temperatuur is voldaan (contact van de thermostaat open), gaat de kachel niet uit maar moduleert de vlam automatisch
naar minimum vermogen; wanneer de temperatuur niet is voldaan (contact van de thermostaat gesloten), moduleert de kachel de vlam
automatisch naar maximum vermogen.
Werkwijze met externe thermostaat en Eco-Stop
Wanneer de externe thermostaat en ECO-STOP geactiveerd zijn, past de kachel de werkingscondities beschreven in de vorige paragraaf
aan door het commando afkomstig van de thermostaat te vervangen volgens de temperatuur die door de sonde werd gelezen, dit
betekent:
• Wanneer de temperatuur is voldaan (contact van de thermostaat open), begint het aftellen van de tijd “T uitschakeling ECO” (default
10 minuten, kan in het technische menu worden gewijzigd). Tijdens deze fase blijft de weergave op het display ON-ECO ACTIEF, maar
de vlam daalt automatisch met een vermogen per minuut tot P1 wordt bereikt en blijft op dit vermogen tot de geprogrammeerde
tijd “T uitschakeling ECO” is verstreken; als het contact van de thermostaat dan nog altijd open is, gaat de kachel over naar de fase
uitschakeling.
Wanneer de condities kachel uit zijn bereikt, wisselen de opschriften “OFF” en “ECO ACTIEF” elkaar op het display af. Als de
omgevingstemperatuur in deze status onder de ingestelde temperatuur daalt (contact van de thermostaat gesloten), gaat de kachel
opnieuw aan zonder vertragingstijd.
39
8-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Afstandsbediening (accessoire)
LEGENDE
1. Toets inschakeling ON 5. Toets waarmee u de snelheid van de ventilator van de warme
lucht kunt regelen. Als de functie AUTO (toets 7) geactiveerd is,
betekent dit dat de ventilatie met het vermogen verbonden is.
2. Toets uitschakeling OFF 6. Toets waarmee u de snelheid van de ventilator van de warme
lucht kunt regelen. Als de functie AUTO (toets 7) geactiveerd is,
betekent dit dat de ventilatie met het vermogen verbonden is.
3. Toets waarmee u het vermogenniveau van de vlam kunt
verhogen. Het maximumvermogen is 5.
7. Toets waarmee de snelheid van de ventilator van de omgeving
in automatische werkwijze wordt ingesteld (verbonden met het
vermogenniveau van de vlam).
4. Toets waarmee u het vermogenniveau van de vlam kunt
verminderen.
N.B. via de afstandsbediening kunt u de functie AUTO-ECO niet
activeren
Algemene kenmerken van de afstandsbediening
De kachel wordt in principe aangestuurd via het bedieningspaneel dat zich op de kachel bevindt. Als accessoire kunt u evenwel een
afstandsbediening kopen, waarmee u de belangrijkste functies kunt beheren; inschakeling/uitschakeling, afstelling van het vermogen,
afstelling van de ventilator van de warme lucht en automatische functie.
De afstandsbediening moet op het bedieningspaneel van de kachel geactiveerd worden via instellingen - afstandsbediening - ON/OFF.
De afstandsbediening werkt met infrarood signalen, dit betekent dat het signaal niet door muren of andere vaste voorwerpen gaat. Het
kan achter wel de weerkaatsing van de golven op de muren van de kamer benutten.
Houd de afstandsbediening uit de buurt van rechtstreekse warmtebronnen en van water. Het is aanbevolen om de
afstandsbediening buiten bereik van kinderen te houden.
Esc Set
< Impostazioni >
Mode:Man Menu
Fire:5 Fan:5
Esc Set
< Data e ora >
21.0°C 21.04
OFF
Esc Set
< Carico coclea >
Esc It Set
< Lingua >
Esc Ok
Carico coclea
Esc Abilitata
Carico coclea
40
8-WERKING
Type batterijen en vervanging van de batterijen
De batterijen bevinden zich aan de onderkant van de afstandsbediening. Om ze te vervangen, dient u de batterijhouder eruit te halen
(zoals aangegeven in de afbeelding aan de achterkant van de afstandsbediening), verwijder en plaats de batterij volgens de symbolen
die op de afstandsbediening en op de batterij zijn gedrukt.
Voor de werking heeft u 1 lithium-batterij CR 2025 nodig.
Batterijen bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu, daarom moeten ze apart worden verwijderd, in
speciale recipiënten.
Indien de afstandsbediening uit is omdat er geen batterij in zit, kunt u de kachel via het bedieningspaneel
aansturen; dit paneel bevindt zich aan de bovenkant op de kachel.
Tijdens het vervangen moet u goed op de polariteit letten en de symbolen respecteren die op de interne houder van
de afstandsbediening staan gedrukt.
Lading toevoerschroef (ON/OFF alleen weergegeven als de kachel uit staat)
Met deze parameter, die alleen weergegeven wordt als de kachel uit staat, kunt u de pellets in het laadsysteem (toevoerschroef) laden;
deze parameter kan worden gebruikt telkens de toevoerschroef leeg raakt omdat de pellets in de voorraadbak op raken (zie alarm A02).
Deze functie is nuttig om mislukte inschakelingen (alarm A01) te vermijden die het gevolg zijn van de lege voorraadbak.
Wanneer de pellets in de vuurpot naar beneden beginnen te gaan, drukt u op de toets Esc en gaat u verder met de inschakeling van de
kachel.
Technisch menu
Dit menu is met een password beveiligd en is bedoeld voor de bevoegde technicus van MCZ.
Menu INFO
Het menu “INFO” levert aanwijzingen betreende de werkingsstatus van de kachel op dat ogenblik.
41
9-BEVEILIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het toestel is met de volgende veiligheidsvoorzieningen uitgerust:
TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft signaal om het product te starten of te stoppen wanneer de temperatuur van de
rookgassen onder de vooraf ingestelde waarde daalt.
TEMPERATUURSONDE PELLETRESERVOIR
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van het toestel onmiddellijk gestopt; om opnieuw te
starten moet men wachten tot het toestel is afgekoeld.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
Het product wordt door een hoofdzekering beveiligd tegen sterke stroomschommelingen. Deze zekering bevindt zich in het
voedingspaneeltje aan de achterkant. Er bevinden zich bovendien andere zekeringen voor de beveiliging van de elektronische kaarten
op deze kaarten.
BREUK VAN DE ROOKVENTILATOR
Als de ventilator stopt met werken, blokkeert de elektronische kaart zo snel mogelijk de toevoer van pellets en wordt het alarm
weergegeven.
BREUK VAN DE REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stilvalt, gaat het toestel uit en wordt het betreende alarm gesignaleerd.
TIJDELIJKE STROOMONDERBREKING
Als zich tijdens de werking een stroomonderbreking voordoet, zal het toestel wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld eerst over naar
afkoeling en wordt daarna automatisch opnieuw ingeschakeld.
GEEN ONTSTEKING
Als tijdens de inschakeling geen vlam ontstaat, gaat het toestel in alarm.
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer ingeschakeld
worden zodat de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing zich voordeed, moet deze
handleiding geraadpleegd worden; voor ieder alarmbericht dat door het toestel wordt weergegeven, wordt uitgelegd hoe
gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
42
10-ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een andere werkingsconditie voordoet dan de voorziene conditie voor de normale werking van de kachel, doet er zich een
alarmconditie voor. Het display van de bediening geeft aanwijzingen betreende de reden van het alarm dat zich voordoet. Wanneer u op
de infotoets drukt, krijgt u synthetische aanwijzingen hoe te werk te gaan om de kachel te resetten. De geluidssignalering van het alarm
is niet voorzien voor A01 en A02, om de gebruiker niet te storen in geval de pellets in de bak 's nachts op zijn.
De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke codes toegekend zijn
die op het noodpaneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY AARD VAN HET PROBLEEM OPLOSSING
A01
Het vuur wordt niet ontstoken Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst
en of ER geen duidelijke onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
A02
Abnormaal uitdoven van het vuur Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst
en of ER geen duidelijke onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
A03
De temperatuur van het pelletreservoir
overschrijdt de voorziene
veiligheidslimiet.
Oververhitting van de structuur door
onvoldoende warmte-afvoer.
Of
Interventie drukschakelaar
Wacht tot de koelfase is beëindigd, annuleer het alarm
en zet het product opnieuw aan, stel het laden van
brandstof in op minimum (MENU-INSTELLINGEN-RECEPT
PELLET) en verhoog de snelheid van de ventilator van
de omgeving (V1-V5). Als het alarm aanhoudt, neemt u
contact op met de assistentiedienst.
Controleer en reinig het GEHELE rookkanaal.
Bescherm de uitlaat tegen eventuele wind buiten.
A08
Slechte werking van de rookgasventilator Controleer of er in de vuurpot geen duidelijke
aankoeking van onverbrand materiaal is. Als het alarm
aanhoudt, neemt u contact op met de assistentiedienst
A09
Rooktemperatuur te hoog of rooksonde
defect.
Wacht tot de koelfase is beëindigd, annuleer het alarm
en zet het product opnieuw aan, stel het laden van
brandstof in op minimum en verhoog de snelheid van
de ventilator van de omgeving. Als het alarm aanhoudt,
neemt u contact op met de assistentiedienst.
Alarmconditie verlaten
Om het alarm te annuleren, moet u de toets ON/OFF enkele ogenblikken ingedrukt houden: de kachel voert een controle uit om te
bepalen of de oorzaak van het alarm al of niet blijft bestaan. In het eerste geval zal de weergave van het alarm opnieuw verschijnen, in
het tweede geval gaat het alarm op O.
Alleen na het denitief wegnemen van de oorzaak van het defect kan het toestel opnieuw worden ingeschakeld.
Normale uitschakeling (weergave paneel: uitschakeling)
Wanneer de toets voor uitschakeling wordt ingedrukt of als er een alarmsignalering is, gaat de kachel over naar de fase voor thermische
uitschakeling. In deze fase worden de volgende fasen automatisch uitgevoerd:
• het laden van pellets wordt gestopt
• De ventilator van de omgeving behoudt de ingestelde snelheid tot de T van de rookgassen 100°C bereikt, daarna wordt die
43
10-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
automatisch op minimale snelheid ingesteld tot de temperatuur voor uitschakeling wordt bereikt.
• De ventilator van de rookgassen gaat over naar maximum en blijft 10 minuten lang op maximum. Als de T van de rookgassen daarna
onder 45°C is gedaald (deze parameter kan in het menu INFO worden weergegeven), gaat de ventilator denitief uit; als dit niet het
geval is, dan gaat die naar minimumsnelheid tot die drempel is bereikt en gaat daarna uit.
BLACK-OUT TERWIJL DE KACHEL AAN IS (weergave paneel: INSCHAKELING NA BLACK-OUT gedurende 10’, daarna
INSCHAKELING)
Wanneer er geen netspanning is (BLACK-OUT), gedraagt de kachel zich als volgt:
• Black-out minder dan 10”: de werking die in uitvoering was, wordt hervat;
• Wanneer er meer dan 10” geen voeding is terwijl de kachel aan staat of tijdens de fase van inschakeling, gaat de kachel opnieuw
naar de vorige werkingsconditie zodra de kachel weer wordt gevoed. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd:
• 1 - De kachel voert een afkoeling uit door het activeren van de rookgassenextractor op minimum gedurende 10’ en gaat daarna
over naar het volgende punt;
• 2 - De kachel keert terug naar de werkingsconditie die aan de black-out voorafging
Tijdens fase 1 verschijnt op het paneel INSCHAKELING NA BLACK OUT.
Tijdens fase 2 verschijnt op het paneel INSCHAKELING.
Indien de kachel tijdens fase 1-2 commando's van het paneel (of van de afstandsbediening) ontvangt die dus handmatig door de
gebruiker zijn uitgevoerd, dan stopt de kachel de uitvoering van de status reset na black-out en gaat over naar een inschakeling of
uitschakeling zoals door het commando gevraagd.
Wanneer de voedingsonderbreking langer dan 10” duurt terwijl de kachel aan het uitschakelen is, zal de kachel wanneer die opnieuw
wordt gevoed opnieuw starten in werkwijze uitschakeling, ook als de temperatuur van de rookgassen ondertussen onder 45°C is gedaald.
Men kan deze laatste fase overslaan door op toets 0/1 te drukken (overgang naar inschakeling) en daarna opnieuw in te drukken
(bevestiging dat de ketel uit staat).
44
11-REINIGINGEN
OPGEPAST!
Alle schoonmaakwerkzaamheden van alle delen moeten uitgevoerd worden wanneer het toestel volledig is
afgekoeld en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
Het product vereist weinig onderhoud als kwaliteitsvolle, gecerticeerde pellets worden gebruikt.
DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING OP LAST VAN DE GEBRUIKER
Vóór elke inschakeling
Reinig de vuurpot door as en eventuele afzettingen weg te nemen die de gaten waar lucht doorstroomt kunnen belemmeren.
Als er geen pellets meer in het reservoir zijn, kunnen onverbrande pellets een opeenhoping in de vuurpot vormen. Maak de vuurpot
steeds leeg vooraleer opnieuw in te schakelen.
ALLEEN EEN CORRECT GEPLAATSTE EN GEREINIGDE VUURPOT KAN EEN OPTIMALE INSCHAKELING EN WERKING VAN UW
PELLETPRODUCT GARANDEREN.
Voor een doeltreende reiniging van de vuurpot moet die volledig uit de zitting worden gehaald en moeten alle openingen en het rooster
op de bodem goed worden gereinigd. Bij het gebruik van pellets van goede kwaliteit is een kwast doorgaans voldoende om de werking
van het onderdeel weer in optimale staat te brengen.
Na een lange periode van inactiviteit moet men (met behulp van een stofzuiger met een lange buis) eventuele pelletresten
verwijderen die er al lange tijd zitten. Deze resten kunnen immers vocht hebben opgenomen, waardoor hun oorspronkelijke kenmerken
zijn veranderd en ze niet langer geschikt zijn voor verbranding.
CONTROLE ELKE 2/3 DAGEN
Reinig en leeg de aslade, let daarbij op voor de hete assen.
De assen mogen enkel verwijderd worden met behulp van een stofzuiger als ze helemaal zijn afgekoeld. In dit geval moet
een gepaste stofzuiger gebruikt worden om ook deeltjes van bepaalde afmetingen te kunnen verwijderen. Uw ervaring en de kwaliteit
van de pellets zullen de frequentie van de reiniging bepalen. Er wordt hoe dan ook aanbevolen om niet langer dan 2-3 dagen te
wachten.
Na de reinigig moet men de aslade opnieuw onder de vuurpot aanbrengen en controleren of die goed is ingebracht.
REINIGING VAN DE RUIT
Voor de reiniging van het keramisch glas wordt aanbevolen om een droge kwast te gebruiken of, in geval van hardnekkig vuil, een
specieke reinigingsspray door een kleine hoeveelheid op het glas te spuiten en dit vervolgens met een doek te reinigen.
OPGEPAST!
Gebruik geen schurende producten en sproei het product voor de reiniging van het glas niet op de gelakte delen en
op de pakkingen van de deur (koordje in keramische vezel).
VOORBEELD VAN EEN SCHONE VUURPOT
VOORBEELD VAN EEN VUILE VUURPOT
x
y
B
A
P
k
k
C
D
E
w
45
11-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
PERIODIEKE REINIGINGEN OP LAST VAN EEN GESPECIALISEERD TECHNICUS
REINIGING VAN DE WARMTEWISSELAAR
Halverwege het winterseizoen maar vooral op het einde van de winter, moet de ruimte waardoor de rookgassen worden
afgevoerd gereinigd worden. Deze reiniging moet verplicht worden uitgevoerd om de algemene afvoer van alle verbrandingsresten te
vergemakkelijken, voordat de tijd en de luchtvochtigheid deze samendrukt waarna ze moeilijk te verwijderen zijn.
REINIGING VAN DE WARMTEWISSELAAR
DE BOVENSTE RUIMTE REINIGEN
Wanneer de kachel koud is, neemt u de gietijzeren top A weg en demonteert u de anken B zoals in de vorige paragrafen uitgelegd.
Verwijder de 4 schroeven k en demonteer de luchtleiding C”.
Draai de 2 schroeven w los die de dop D voor reiniging van het rookkanaal blokkeren en verwijder de pakking E die zich onder de
dop “D bevindt. Krab de wanden van de vuurhaard (zie pijltjes) met behulp van een pook of een essenborstel af, zodat de as in de
asopvangbak eronder valt. Reinig en monteer alles opnieuw, gebruik twee nieuwe pakkingen E”.
Opgepast! Om de top weg te nemen moet u het bedieningspaneel “P” loskoppelen door de aansluitconnector te
verwijderen.
REINIGING VAN DE BOVEN-
RUIMTE
F
H
L
G
I
46
11-REINIGINGEN
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
Reinig rond de vuurpot H. Haal de lade F en de vuurpot H eruit. Draai de 4 schroeven I los en verwijder de dop van de rookgassen
L”; met de tuit van de stofzuiger verwijdert u de assen en het roet dat zich in de warmtewisselaar onderaan heeft opgehoopt, aangegeven
met de pijl.
Vooraleer de dop L opnieuw te monteren, is het aanbevolen om de pakking G te vervangen
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
47
11-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN HET ROOKKANAAL EN ALGEMENE CONTROLES
Reinig de installatie van de rookafvoer vooral nabij de T”-koppelingen, de bochten en de eventuele horizontale stukken.
Neem contact op met een schoorsteenveger voor meer informatie betreende de reiniging van het rookkanaal.
Controleer de dichting van de pakking in keramische vezel op de deur van de kachel. Bestel indien nodig nieuwe pakkingen bij uw
verkoper, of neem contact op met een erkende assistentiedienst om de complete handeling te laten uitvoeren.
LET OP:
De frequentie van de reiniging van de installatie voor afvoer van rookgassen moet bepaald worden op basis van het
gebruik van de kachel en het type installatie.
Het is aanbevolen om een erkende assistentiedienst te contacteren voor het onderhoud en de reiniging op het
einde van het seizoen, omdat het personeel naast de bovenstaande handelingen ook een algemene controle van
de onderdelen zal uitvoeren.
"T"-AANSLUITING
48
11-REINIGINGEN
BUITENDIENSTSTELLING (einde seizoen)
Aan het einde van ieder seizoen wordt aanbevolen om vooraleer het toestel uit te schakelen alle pellets uit het reservoir te verwijderen
met behulp van een stofzuiger met lange buis.
Tijdens de periode waarin het toestel niet wordt gebruikt, moet men die van het elektrische net loskoppelen. Voor meer
veiligheid wordt aanbevolen om de voedingskabel te verwijderen, vooral wanneer er kinderen aanwezig zijn.
Wanneer het product weer wordt ingeschakeld, door op de hoofdschakelaar op de zijkant van het product te drukken, en het display van
het bedieningspaneel wordt niet ingeschakeld, kan het zijn dat de servicezekering moet worden vervangen.
Op de zijkant van het product is een zekeringhouder aanwezig, nabij het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact, open de
afdekking van de zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren
door een erkende, gekwaliceerde technicus.
CONTROLE VAN DE INTERNE ONDERDELEN
OPGEPAST!
De controle van de interne elektromechanische onderdelen mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd
personeel dat over de technische kennis beschikt betreende verbranding en elektriciteit.
Het is aanbevolen om dit periodiek onderhoud jaarlijks uit te voeren (via een geprogrammeerd contract voor assistentie), voor een visuele
controle en de controle van de correcte werking van de interne onderdelen. De controle- en/of onderhoudsinterventies die absoluut
noodzakelijk zijn voor de correcte werking van het product worden hieronder samengevat.
ONDERDELEN/PERIODE 1 DAG 23 DAGEN 30 DAGEN 90 DAGEN 1 JAAR
Vuurpot
Asopvangbak
Aslade
Ruit
Onderste warmtewisselaar
Volledige warmtewisselaar
Rookkanaal
Pakking van de deur
Luchtlter
Batterij afstandsbediening
(indien gekocht/optie)
49
12-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
OPGEPAST!
Alle reparaties dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door een gespecialiseerd technicus wanneer het toestel
uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De pellets worden niet in de
verbrandingskamer gevoerd.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De toevoerschroef is geblokkeerd door
zaagsel.
Maak het reservoir leeg en deblokkeer
de toevoerschroef door het zaagsel weg
te nemen.
Reductiemotor defect. Vervang de reductiemotor.
Elektronische kaart defect. Vervang de elektronische kaart.
Het vuur gaat uit of het toestel valt
automatisch stil.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De pellets worden niet aangevoerd. Zie de vorige storing.
Interventie van de veiligheidssonde van
de pellettemperatuur.
Laat het toestel afkoelen, stel de
thermostaat opnieuw in tot de blokkering
opgeheven wordt en schakel de ketel
opnieuw in; als het probleem blijft
aanhouden, neem dan contact op met de
technische assistentie.
Chrono actief. Controleer of de instelling chrono actief is.
De deur is niet perfect gesloten of de
pakkingen zijn versleten.
Sluit de deur en vervang de pakkingen
door originele pakkingen.
Ongeschikte pellets. Vervang het type pellets door een soort
die door de fabrikant wordt aanbevolen.
Geringe toevoer van pellets. Laat de toevoer van brandstof controleren
volgens de instructies in de handleiding.
Verbrandingskamer vuil. Reinig de verbrandingskamer volgens de
instructies in deze handleiding.
Afvoer verstopt. Reinig het rookkanaal.
Motor van de rookafzuiging beschadigd. Controleer en vervang eventueel de
motor.
50
12-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Het toestel werkt enkele minuten en
wordt dan uitgeschakeld.
De inschakelfase is niet beëindigd. Herhaal de inschakelfase.
Tijdelijke onderbreking van de elektrische
energie.
Wacht tot de automatische herstart
plaatsvindt.
Rookgaskanaal verstopt. Reinig het rookgaskanaal.
Temperatuursondes defect of stuk. Controleer en vervang de sondes.
De pellets hopen zich op in de
vuurpot, de ruit van de deur wordt
vuil en de vlam is zwak.
Onvoldoende verbrandingslucht. Controleer of de luchtinlaat in de kamer
aanwezig is en of die vrij is.
Reinig de vuurpot en controleer of alle
gaten open zijn.
Verricht een algemene reiniging van de
verbrandingskamer en het rookkanaal.
Controleer de staat van de pakkingen van
de deur.
Vochtige of ongeschikte pellets. Gebruik een ander type pellet.
Motor aanzuiging rookgassen defect. Controleer en vervang eventueel de
motor.
De motor van de rookgasafzuiging
werkt niet.
Het toestel krijgt geen elektrische
spanning.
Controleer de netspanning en de zekering.
De motor is beschadigd. Controleer en vervang eventueel de motor
en de condensor.
De moederkaart is defect. Vervang de elektronische kaart.
Het bedieningspaneel is defect. Vervang het bBedieningspaneel.
De convectieluchtventilator werkt
zonder stoppen.
Thermische sonde defect of stuk. Controleer de werking van de sonde en
vervang de sonde eventueel.
Ventilator defect. Wacht enkele minuten en controleer
de werking van de motor, eventueel de
motor vervangen.
Het toestel heeft de temperatuur voor
uitschakelen nog niet bereikt.
Wachten.
51
12-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De luchtventilator gaat niet aan. Het toestel heeft de temperatuur niet
bereikt.
Wachten.
De afstandsbediening (optie) werkt
niet.
Batterij van de afstandsbediening leeg. Vervang de batterij.
Afstandsbediening defect. Vervang de afstandsbediening.
Op de automatische stand
werkt het toestel altijd op het
maximumvermogen.
Omgevingsthermostaat op
maximumstand.
Stel de temperatuur van de thermostaat
opnieuw in.
Sonde voor temperatuurmeting
beschadigd.
Controleer de sonde en vervang hem
eventueel.
Bedieningspaneel defect of werkt niet. Het paneel controleren en eventueel
vervangen.
Het toestel gaat niet aan. Geen elektrische energie. Controleer of de stekker in zit en de
hoofdschakelaar op “I” staat.
Interventie van de zekering ten gevolge
van een defect.
Vervang de zekering door een andere
zekering met dezelfde kenmerken (5x20
mm F 3.15A).
Controleer de vuurpot. Reinig de vuurpot en verwijder eventuele
aanslag of resten van onverbrande pellets.
Controleer de positie van de vuurpot. Plaats de vuurpot weer terug in zijn
zitting.
Controleer of de bougie warm wordt. Controleren en eventueel vervangen.
Rookgasafvoer of rookgaskanaal verstopt. Reinig de rookgasafvoer en/of het
rookgaskanaal.
Bougie beschadigd. Vervang de bougie.
52
13-ELEKTRONISCHE KAART
LEGENDE BEKABELINGEN MOEDERKAART
1. BEDIENINGSPANEEL
2. OMGEVINGSSONDE
3. ROOKGASSENSONDE ROOD + BLAUW -
4. ZEKERING
5. SCHAKELAAR
6. BOUGIE
7. ROOKGASVENTILATOR
8. REDUCTIEMOTOR
9. CONTACTTHERMOSTAAT
10. LUCHTVENTILATOR
11. CONTROLE OMWENTELINGEN ROOKGASVENTILATOR WIT/ROOD/
ZWART OF BLAUW
12. CHRONOTHERMOSTAAT
13. OMGEVINGSTHERMOSTAAT
14. DRUKSCHAKELAAR
N.B. De elektrische bedradingen van de afzonderlijke onderdelen zijn voorzien van voorbekabelde connectoren waarvan
de groottes onderling verschillen.
54

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für MCZ Gio wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von MCZ Gio

MCZ Gio Bedienungsanleitung - Französisch - 56 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info