39
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
Als het apparaat niet schoongehouden wordt kan dat het oppervlak van het
apparaat aantasten; dit verkort de levensduur en kan leiden tot gevaarlijke
situaties. Reinig de magnetron daarom regelmatig en verwijder alle
etensresten.
Q Schakel de magnetron uit en trek voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact.
Q Houd de binnenkant van de magnetron schoon. Neem spatten of
gemorste vloeistoffen die op de wand van de oven plakken weg met
een vochtig doekje. Gebruik eventueel bij sterke verontreiniging een
zacht schoonmaakmiddel. Gebruik geen sprays of andere bijtende
schoonmaakmiddelen want deze kunnen het oppervlak van de deur
aantasten, er krassen in maken of dof maken.
Q Het buitenoppervlak moet gereinigd worden met een vochtig doekje.
Om beschadigingen van de werkende delen in de oven te voorkomen
moet voorkomen worden dat er water in ventilatieopeningen komt.
Q Reinig delen van de deur, van het kijkvenster en van de afdichting en
het sluitmechanisme voorzichtig met een zachte zeepoplossing. Let
daarbij goed op beschadigingen van deze delen.
Q Het bedieningspaneel mag niet nat worden. Reinig het met een zacht
vochtig doekje. Laat de deur van de oven open terwijl u het
bedieningspaneel reinigt zodat de magnetron niet per ongeluk wordt
ingeschakeld.
Q Neem eventueel op de binnen- of buitenkant gevormde condens af
met een zacht doekje.