13 van 66
apparaten kunnen ook worden aangesloten wanneer het
notebook is ingeschakeld. Dit is meestal het geval bij apparatuur
met een USB-aansluiting. Volg in elk geval de instructies in de
bijbehorende handleiding.
• Houd minimaal een meter afstand aan van bronnen van hoge
frequentie en/of magnetische interferentie (TV, luidsprekers,
mobiele telefoon, DECT-telefoons etc.) om storingen en
gegevensverlies te voorkomen.
• Let erop dat u voor verbindingen tussen dit notebook en externe
interfaces uitsluitend gebruik mag maken van afgeschermde
kabels met een lengte van maximaal 3 meter. Voor het aansluiten
van printers moet u gebruik maken van dubbel afgeschermde
kabels.
• Vervang de meegeleverde kabels niet door andere kabels. Maak
uitsluitend gebruik van de meegeleverde kabels omdat deze in
onze laboratoria uitgebreid zijn getest.
• Maak voor het aansluiten van uw randapparatuur ook
uitsluitend gebruik van de kabels die met de apparatuur worden
meegeleverd.
• Zorg dat alle verbindingskabels zijn aangesloten op de
bijbehorende randapparatuur om interferentie te voorkomen.
Verwijder kabels die niet in gebruik zijn.
• Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangesloten,
die voldoet aan de norm EN 60950 „Veiligheid van
informatietechnologie“ of de standaard EN60065 „Veiligheidseisen
- audio-, video -en soortgelijke elektronische apparatuur“.
2.10. Opmerkingen over het touchpad
• Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vinger
en reageert op de energie die via de huid wordt afgegeven. Maak
voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen
of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd
kan worden.
• Stof of vet op de touchpad verminderen de gevoeligheid.
Verwijder stof of vet op het oppervlak van de touchpad met een
stukje plakband.