De spelregels die uniek zijn voor Anti-Monopoly zijn vet gedrukt.
1. DOEL VAN HET SPEL
Er kan gekozen worden voor één van de volgende twee opties:
Optie A: De winnaar is de speler die erin slaagt alle andere spelers failliet te spelen.
Optie B: De winnaar is de speler die de rijkste concurrent is nadat alle monopolisten failliet zijn gespeeld, of het is de rijkste
monopolist nadat alle concurrenten zijn uitgeschakeld (regel 23 legt uit hoe bepaald wordt wie de rijkste speler is).
2. BANK
Eén speler wordt aangewezen als “De Bank” om het geld, de eigendomsbewijzen, de huizen en hotels te beheren en te verdelen. De
bankier houdt zijn persoonlijke geld strikt gescheiden van het geld van de bank.
3. CONCURRENTEN- en MONOPOLISTENKAARTEN
De monopolisten- en concurrentenkaarten worden geschud en met de afbeelding naar beneden op de daarvoor bestemde vakjes op
het spelbord gelegd.
4. ROLVERDELING & PIONKLEUR
• Dit is een rollenspel. De rollen worden verdeeld door met de dobbelstenen te gooien: de speler met het hoogste aantal ogen
kiest tussen de rol van concurrent of monopolist, de andere spelers kiezen vervolgens hun rol kloksgewijs, maar houden
rekening met een gelijke verdeling.
• Concurrenten kiezen een groene pion, monopolisten een blauwe.
• Er dient een gelijke verdeling te zijn bij een even aantal spelers. Bij een oneven aantal spelers mag het verschil tussen het
aantal concurrenten en monopolisten niet meer dan één zijn. (Zo kunnen er dus wel 2 concurrenten en 3 monopolisten zijn,
maar is een speelsituatie met 2 concurrenten en 4 monopolisten niet toegestaan.)
• De rolverdeling mag niet veranderd worden tijdens het spel.
5. STARTGELD & STARTPOSITIE
De bankier geeft elke speler 1500€ (= 1 500 000€ ) : 2 x 500€ ; 3 x 100€ ; 2 x 50€ ; 7 x 10€ ; 5 x 5€ ; 5 x 1€ .
Alle pionnen worden op het startvak gezet. De ogen van de dobbelstenen bepalen het aantal stappen vooruit (kloksgewijs), tenzij de
instructies op het spelbord of op de kaarten anders aangeven.
6. SPELVOLGORDE
Het aantal ogen van de dobbelstenen tijdens de rolverdeling bepaalt ook de volgorde: de speler die het hoogste aantal ogen gooide
begint.
7. DUBBEL GOOIEN = EXTRA WORP
Spelers die dubbel gooien, mogen na hun beurt nog één extra keer gooien. In deze extra beurt telt een dubbele worp als een
normale worp en wordt er geen extra beurt meer gespeeld.
8. KOPEN VAN EIGENDOMMEN & HUUR BETALEN
Spelers die met hun pion op een straat, bedrijf of ander speelvak terechtkomen waarop nog niemand eigendom heeft gekregen,
kunnen dit recht van eigendom kopen voor het op het eigendomsbewijs of spelbord vermelde bedrag (grondprijs). De bank geeft het
eigendomsbewijs dan aan de koper. Als de speler dit eigendom niet koopt, blijft de kaart van de bank.
Wanneer een speler op een speelvak komt dat al eigendom is van een medespeler, dan moet hij het bedrag (huur) dat op het
bijhorende eigendomsbewijs staat aan de eigenaar betalen. Monopolisten rekenen over het algemeen hogere bedragen
dan concurrenten.
9. MONOPOLISTEN IN EEN STAD / CONCURRENTEN IN EEN STAD
• Concurrenten en monopolisten rekenen dezelfde huur aan wanneer het om een “onbebouwd” eigendom gaat
• Concurrenten kunnen meteen huizen bouwen op hun eigendom, maar rekenen de eerlijke huur aan die in de kolom onder
“concurrent” op de eigendomskaart staat
• Monopolisten kunnen pas bouwen wanneer ze het monopolie in een stad hebben (min. 2 straten in één stad), maar rekenen een
hogere huur aan, die in de kolom “monopolist” op de eigendomskaart staat
10. BOUWEN VAN HUIZEN EN HOTELS
• Concurrenten kunnen tot en met vier huizen bouwen op elke straat die ze bezitten. In plaats van een vijfde huis te bouwen,
geven de concurrenten de vier huizen terug aan de bank en kopen een hotel. De prijzen voor de huizen en hotels staan
vermeld op de eigendomsbewijzen. Concurrenten plaatsen hun huizen op de plek waar de stadsnaam is gedrukt.
• Monopolisten kunnen tot en met drie huizen bouwen op elke straat die ze bezitten, in een stad waar ze een monopolie op
hebben. In plaats van het vierde huis te bouwen, geven de monopolisten de drie huizen terug aan de bankier en kopen een
hotel. Monopolisten plaatsen hun huizen op de plek waar de H staat.
• Huizen en hotels mogen enkel gekocht worden tijdens de beurt van die speler.
• Er gelden geen beperkingen voor de manier waarop spelers hun huizen of hotels over hun eigendom kunnen verdelen.
Bijvoorbeeld: ze mogen een huis bouwen in straat X in een stad en een hotel in straat Y van diezelfde stad (indien ze deze
bezitten). Een huis of hotel dat eenmaal ergens staat, mag niet verschoven worden naar andere straten.
• Spelers mogen op elk moment een bod doen op elkaars eigendom. De eigenaar en de koper onderhandelen over de prijs. Als een
te verkopen straat bebouwd is, moeten de huizen en/of hotels op deze straat eerst terug verkocht worden aan de bank (zie regel 12).
• Indien de huizen en/of hotels van de bank op zijn, mogen spelers extra huizen bij maken uit karton.
11. HYPOTHEKEN
A. De hypotheekwaarde van een eigendom bedraagt de helft van de grondprijs. Spelers innen geen huur voor een eigendom dat onder
hypotheek staat, en er mogen geen huizen op het eigendom staan. Monopolisten kunnen geen huizen hebben in de stad, als hun
monopolie is gebroken door het eigendom onder hypotheek. Monopolisten kunnen geen dubbele huur innen op hun andere
eigendommen in de stad.
B. Wanneer een speler een hypotheek neemt op een eigendom, wordt de eigendomskaart aan de bank gegeven. De bank houdt de
eigendommen met hypotheek apart van eventuele niet verkochte eigendommen.
C. Voordat een speler zijn eigendom onder een hypotheek kan plaatsen, moeten de huizen of hotels die erop gebouwd zijn terug verkocht
worden aan de bank (zie regel 12).
D. Straten en bedrijven die met een hypotheek bezwaard zijn, kunnen op elk moment door de eigenaar verkocht worden aan andere
spelers. De verkoper en koper onderhandelen over de prijs.
E. Wanneer spelers hun met hypotheek bezwaarde eigendom weer hypotheekvrij willen maken, betalen ze de bank het bedrag dat
achterop het eigendomsbewijs vermeld staat. Het eigendomsbewijs wordt dan teruggegeven aan de speler.
12. HET VERKOPEN VAN HUIZEN AAN DE BANK
De vergoeding voor de verkoop van huizen is de helft van de aankoopprijs. Huizen en/of hotels mogen alleen aan de bank verkocht
worden.
ANDERE SPEELVAKKEN
13. START
Spelers ontvangen 100€ , wanneer ze op het vak START landen of dit vak passeren.
14. GEVANGENIS, PRIJZENOORLOG OF SIGHTSEEING TOUR
Spelers kunnen hier op 2 manieren terechtkomen:
A. Tijdens een gewone zet. De speler doet de Sightseeing Tour en kan de volgende beurt verder spelen zonder boete te betalen.
B. De speler eindigde op het vakje “Ga naar de gevangenis / Ga naar de prijzenoorlog” of volgde de instructies op de monopolisten- of
concurrentenkaart. In dit geval gaat de speler naar het vakje GEVANGENIS of PRIJZENOORLOG zonder startgeld te innen. Er moet een
boete betaald worden om verder te spelen.
Concurrenten gaan naar PRIJZENOORLOG. Zolang ze daar staan, mogen ze huur of andere vorderingen blijven innen.
Monopolisten gaan naar de GEVANGENIS. Zij mogen geen huur of andere vorderingen innen.
C. Spelers kunnen de gevangenis of prijzenoorlog verlaten op één van de volgende manieren:
1. De speler krijgt 2 beurten de kans om te proberen dubbel te gooien. Als hij dubbel gooit, mag hij verder spelen. Anders moet hij bij
aanvang van de 3e beurt € 50 betalen en mag hij verder spelen.
2. De speler betaalt bij aanvang van de eerste of tweede beurt € 50 en speelt verder.
D. Wie erin slaagt dubbel te gooien om verder te spelen, krijgt één extra worp (zie regel 7).
15. CONCURRENTEN- OF MONOPOLISTENVAK
Concurrenten nemen de bovenste kaart van de concurrentenstapel en volgen de aanwijzingen. Monopolisten nemen de bovenste
kaart van de monopolistenstapel en volgen de aanwijzingen. In beide gevallen wordt de kaart onderaan de stapel teruggelegd.
16.INKOMSTENBELASTING
Een speler die op het vak Inkomstenbelasting belandt, moet belastingen betalen aan de bank. Hij betaalt 200€ , of een percentage van
zijn totale bezit (geld, huizen, hotels, eigendommen zonder hypotheek). Het percentage van het bezit wordt als volgt berekend:
Voor monopolisten:
20% van hun geld +
10% van de grondprijs van hun straten en bedrijven die niet onder hypotheek staan +
10% van de totale aankoopprijs van hun huizen en hotels.
Voor concurrenten:
10% van hun geld +
10% van de grondprijs van hun straten en bedrijven die niet onder hypotheek staan +
10% van de totale aankoopprijs van hun huizen en hotels.
SPELREGELS